De minister van TCT heeft onlangs in de media gereageerd op het fenomeen van het overdragen van personenbussen en de vergunning. In de media zou openlijk zijn geadverteerd voor het overdragen oftewel het kopen van personenbus met vergunning. Deze praktijk zou niet nu, maar al tientallen jaren aan de gang zijn. Het uitgangspunt dat een busvergunning verkoopbaar is, is niet nieuw. Hoe het altijd in de praktijk heeft gewerkt, is een vraag. Het kan zijn dat men voor de buitenwacht als nieuwe eigenaar rijdt onder degene die de vergunning op zijn naam heeft staan. Het kan ook zijn dat beide partijen een nieuwe busvergunning aanvragen en dat de verkoper bij het verzoek aan TCT aangeeft dat hij zijn vergunning opgeeft. De minister geeft nu aan dat het verkopen van een vergunning niet mogelijk is. Dat betekent volgens hem dus dat het onmogelijk is dat het document dat toestemming geeft om een bus in te zetten op een bepaalde route gebruikt wordt door anderen dan de persoon die op de vergunning staat aangegeven. De busvergunning is persoonsgebonden en niet verbonden aan het bepaalde voertuig (kentekennummer) alleen. Anderen kunnen dus alleen als werknemer van de vergunninghouder betrokken zijn in het openbaar vervoer. De TCT-minister zegt dat als de vergunninghouder de route niet meer onderhoudt, hij de vergunning moet inleveren. De vraag rijst hoe nieuwe mensen in de sector en degenen die hun ‘wagenpark’ willen uitbreiden, zullen kunnen komen aan een vergunning. Volgens de uitleg van de minister komt het erop neer dat een vergunninghouder die vanwege leeftijd of gezondheid of een andere reden niet meer bereid is zijn bus te rijden of te laten rijden, hij de vergunning inlevert in eerste instantie. Daarna zou hij een potentiële koper kunnen vragen om vergunning aan te vragen voor de bus die hij bereid is te kopen. Bij TCT moet dus aannemelijk worden gemaakt dat de potentieel nieuwe eigenaar in staat zal zijn om de bus te kopen en om gebruik te maken van de vergunning. Of moet de aanvrager van een vergunning eerst aantonen dat hij al de eigenaar is van een/de bus? Belangrijk is om na te gaan wat de richtlijnen van het ministerie van TCT zijn om zo een aanvraag van iemand die een bus wil kopen of deze al heeft gekocht te beoordelen. Kan de minister van TCT een vergunning voor een bus, waarvan de vergunning door de verkoper is ingediend, weigeren? Waarom wij dit punt maken is omdat volgens de uitleg het moeilijk zal worden voor zelfstandige nieuwelingen om de sector te komen vernieuwen. Het is bekend dat het ministerie volgens zijn eigen verklaringen zit met een aantal aanvragen van kinderen en familieleden die de vergunning van zieke en verouderde bushouders willen overnemen. Het besef moet er ook bestaan bij het ministerie dat werkzaam zijn in de sector ook als een voortzetting van de familietraditie wordt gezien. Waar er voor meerdere bussen vergunningen zijn uitgegeven, willen ouders en kinderen dat de jonge generatie het bedrijf overneemt. TCT moet zich ook hierover buigen en objectief naar de zaak kijken. Verkopen van de vergunning moet niet mogelijk zijn, maar het overdragen via het ministerie van TCT moet wel kunnen. Het ministerie van TCT moet vanwege zijn verantwoordelijkheid inderdaad nagaan of de verzoeker geschikt en in staat is/zal zijn om de hoedanigheid van vergunninghouder te dragen. In elk geval moet er geen sprake zijn van willekeur zijdens de minister van TCT voor gevallen waar iemand een vergunning teruggeeft aan het ministerie, omdat iemand anders de bus van de betreffende route zou willen overnemen. Er zijn nog geen massale klachten bekend over weigering van verzoeken vanuit TCT, hetgeen de indruk wekt dat nieuwe vergunningen van ‘overnemers’ wel worden uitgegeven. Of kan het zijn dat nieuwe kopers praktisch eigenaar zijn, maar voor TCT een werknemer van de vergunninghouder. Wat de advertentie betreft, is het nuttig om op te merken dat het adverteren voor de verkoop van een bus wel alleszins mogelijk is. Adverteren van de verkoop van een vergunning draagt een aspect van misleiding in zich. Het is noodzakelijk dat TCT niet alleen de nadruk legt op de restricties, maar ook de mogelijkheden. Het beleid moet uitnodigend zijn voor nieuw elan. Maar bovenal moet er sprake zijn van transparantie en objectief van tevoren vastgestelde criteria. Wat de minister ook aanbevolen kan worden, is dat de minister zijn top zodanig opleidt en traint dat busvergunninghouders herkenbare ondernemers worden en niet wezensvreemd zijn aan de dienstverleners op het ministerie. Het ministerie moet leren oog te hebben en gevoelig te zijn voor de bezwaren die er bestaan in de sector. In het kader van de bezuinigingen en de belasting van het milieu zou de regering gebruik van het openbaar vervoer en het laten staan van de privé auto moeten aanmoedigen. Zover is onze regering nog niet. Het ministerie heeft een hele tijd geworsteld met het uitgeven van nieuwe vergunningen. Tegelijkertijd waren er grote bezwaren over het gebrek aan wetshandhaving in de sector en het ontbreken van efficiënt optreden van TCT-ambtenaren. De sector heeft wat de zogenaamde overdracht van vergunningen betreft, te maken met het belangrijke onderwerp van het voorkomen van vergrijzing in de sector. Maar er zijn nog hele grote vraagstukken in het openbaar vervoer die aangepakt moeten worden. Een daarvan is de mind shift die moet komen bij de vergunninghouders. Het wordt tijd dat ze zichzelf als zelfstandige ondernemers zien en dat TCT ze ook als zodanig behandelt. In de diensterlening zijn er nog grote stappen te zetten. Het wagenpark lijkt in het openbaar vervoer sterk te zijn verouderd. De nieuwe bussen die op de Surinaamse straten rijden, worden niet ingezet in het openbaar vervoer, maar behoren toe aan busbedrijven die op een andere wijze hun diensten verlenen aan bijvoorbeeld bedrijven. Het openbaar vervoer is niet voorspelbaar en betrouwbaar. De particuliere lijnbussen komen niet steeds op dezelfde tijd op dezelfde plek om passagiers op te halen. De klantvriendelijkheid is ook een aandachtspunt welke allang is aangehaald evenals de veiligheid. Er is nu een stappenplan openbaar vervoer. Ook was herziening van de beschikking ‘Regeling Vergunningsvoorwaarden Autobusdiensten’ aan de orde. Er zou ook een studie uitgevoerd worden om een betrouwbare dienstregeling te introduceren. De stappen die gezet moeten worden op het ministerie om een meer dienstbaar openbaar vervoer te bewerkstelligen, zijn enorm. Het ministerie moet nu schakelen naar een hogere versnelling.