De directeur van het bureau Nationale Veiligheid is tijdens zijn persconferentie zeker niet geslaagd in zijn missie om aannemelijk te maken dat de aankoop van 75 auto’s voor het kabinet van de president te maken had met enige dringendheid of verbonden is aan een noodzaak tot spoedeisend handelen. Maar het ligt niet aan de directeur, omdat het ook aan de president het kennelijk niet zou lukken om de zaak te verkopen. Dat komt simpelweg omdat er in het geheel geen dringende reden was om af te wijken. Als gelet wordt op de levering van de auto’s in juni 2011 dan had gerust een openbare aanbesteding kunnen zijn gehouden. Er hebben zich geen calamiteiten voorgedaan als die veroorzaakt door de natuur. Er hebben zich ook geen nationale of grensoverschrijdende zaken in de omringende landen voorgedaan die een aankoop van 75 auto’s met spoed zouden moeten rechtvaardigen, zodanig dat er geen tijd te verliezen moest zijn. De directeur heeft getracht om aannemelijk te maken dat een voorval heeft geleid tot de snelle deal. Deze conclusie kunnen wij trekken omdat de functionaris aangaf dat er zich weer een noodsituatie voordoet, hij weer zou afwijken of doen afwijken. Dat is dus tegenstrijdig in het verhaal van de directeur. Daarmee is tegelijkertijd dus aangekondigd dat er meer afwijkingen op tilt zijn. Wat is de noodsituatie waar de directeur het over had? Opmerkelijk is in dit kader dat inmiddels meer dan een jaar was verstreken voordat de 75 auto’s mochten worden betaald. De directeur had het erover dat de stukken zijn blijven liggen. De vraag rijst dan waarom zaken in RvM zijn blijven liggen als de noodzaak zo dringend was dat men geen tijd te verliezen had met openbare inschrijvingsprocedures. Er zijn drie situaties waarbij de president gebruik maakt van de mogelijkheid om van openbare inschrijvingen af te wijken. In de eerste plaats moet het gaan om een calamiteit die haar oorzaak vindt in de natuur of door veiligheidsbedreigende ontwikkelingen nationaal of regionaal. In de tweede plaats moet het gaan om strategische inkopen van defensiemateriaal met name materiaal dat ook te maken heeft met software in relatie tot intelligence. In de derde plaats zou men ook kunnen denken aan inkopen van kennis (in de vorm van apparatuur) die uitermate schaars is en beschermd is door patenten. De aankoop van de 75 auto’s staat met geen van deze zaken in verband. Er zullen nog meer van zulke aankopen door het kabinet komen. De directeur zei immers dat de 75 voertuigen een druppel op de gloeiende plaat zijn. Hoeveel meer is er nodig? Waarom gaat men nu niet op tijd te werk om de beschuldiging te vermijden?
Voor wie de voertuigen zijn, is ook een vraag. De directeur leek zich te verspreken en het alleen te hebben over het kabinet. Later herstelde hij zich door ook het KPS, douane en andere diensten erbij te betrekken. Hij verduidelijkte dat een deel van de auto’s voor het kabinet is. Welk deel is dat precies? Is er een dringende noodzaak op het kabinet voor auto’s? Het aantal 150 voortvluchtige criminelen is door de directeur als noodsituatie aangehaald voor de aankopen. Niet is aangetoond in hoeverre de 75 auto’s hebben bijgedragen aan het inrekenen van een groot deel van deze criminelen. Waarom worden een heleboel nieuwe aankopen aangekondigd?
De directeur slaagde er voorts niet in om de schuld te schuiven in de schoenen van de vorige regering. Die regering zou niet genoeg middelen hebben opgebracht op de begroting om de voertuigen te kopen. Maar in 2011 was de nieuwe regering al in full swing. Bovendien zijn de aankopen in 2012 goedgekeurd dus had dit wel op de begroting kunnen worden opgebracht. En men had de afspraak dat na een jaar zou worden betaald.
De diensten die de functionaris opnoemde doen ons voornamelijk denken aan stabiele pick-up trucks en voertuigen om het ruige werk te doen. Maar nu blijkt dat er ook luxevoertuigen zijn en niet weinig, omdat de directeur dat anders niet zou nalaten om te zeggen. Voor wie zijn de luxe voertuigen bestemd? Hoeveel luxe voertuigen zijn gekocht?
Een slotopmerking die bij deze ook gemaakt moet worden is de opmerking van de functionaris dat als leiding gegeven moet worden men leiding moet geven. Die opmerking wekte de indruk alsof een president zich niet hoeft te storen aan wet en regels wanneer hij knopen moet doorhakken. Dat is een ongezonde tendens in een rechtstaat en teleurstellend als het komt uit de mond van een top regeringsfunctionaris. Dat belooft voor de komende tijd nog wat van hetzelfde en dan zal er kennelijk geen persconferentie worden belegd. Vermeldenswaard in dit geval is dat niet een bedrijf maar meerdere autohandelaren auto’s en motorfietsen hebben geleverd, ook zonder openbare aanbesteding.
Net als bij eerder public spendings die veel heisa veroorzaakten, maken we weer mee dat de regering er niet in slaagt om het een en ander te verantwoorden. De innerlijk tegenstrijdige verklaring van de functionaris heeft de toets der doelmatigheid en rechtmatigheid niet doorstaan. De Staat moet in deze als handhaver van de orde en het recht correct handelen. Wanneer de comptabele regels zijn overtreden en de regering zonder grondige reden afwijkt, treft in deze de regering blaam. Er is veel ruimte voor de CBvS-president, de minister van Financiën en de Financien-commissie in DNA om wat fout gaat weer recht te trekken. Met regeren komt immers verantwoorden en dat moet grondig en deugdelijk gebeuren.