De dalende goudprijs op de wereldmarkt brengt een positieve uitvoering van beide gouddeals in gevaar. Dat merkte VHP-parlementariër Chandrikapersad Santokhi gisteren op tijdens de voortzetting van de behandeling van beide gouddeals in DNA. ‘De goudprijs is op dit moment nog hoog, maar begint al te dalen. Een verder daling van de goudprijs op termijn is niet uit te sluiten. In dat geval zullen de inkomsten enorm afnemen met grote negatieve gevolgen voor de winst en dus minder of zelfs geen uit te keren dividend. Het is onduidelijk of met dergelijke scenario’s ook rekening is gehouden bij de onderhandelingen. Of is men slechts uitgegaan van een positief scenario met de hoge goudprijzen? Indien niet, waar ligt het break-evenpoint in deze overeenkomt voor een rendabele exploitatie? Bij welk scenario sluit de mijn?’, aldus Santokhi in zijn betoog. Ten aanzien van de particpatie van Suriname via een nieuw op te zetten NV RoS merkte hij op dat op dit moment geheel onduidelijk is hoe dit praktisch zal worden vormgegeven. ‘Er zijn veel vragen hierover gesteld. Wie gaan de aandelen van dit bedrijf bezitten? Gaan de aandelen op termijn worden verkocht en indien ja, aan wie? Hoe zal NV RoS het kapitaal nodig voor de participatie mobiliseren? Via leningen, uitgeven van aandelen, stortingen door de Staat? Kan er duidelijkheid en transparantie verschaft worden over opzet en bemanning van RoS NV’, vroeg de VHP’er aan de regering.
Over de overeenkomst met Gross Rosebel Mines zei Santokhi dat het contract betrekking heeft op een joint venture voor slechts de uitbreiding van de bestaande overeenkomst. In de overeenkomst wordt aangenomen dat het scheiden van opbrengsten en kosten van de bestaande en de nieuwe goudopbrengsten mogelijk zal zijn. ‘ Is het daarom niet mogelijk dat Iamgold geneigd zal zijn zo veel als mogelijk kosten (van de bestaande operations) door te boeken naar de joint venture, mede gelet op de hogere productiekosten in de bestaande operaties. Heeft Suriname de capaciteit om op deze scheiding voldoende toezicht en controle te houden? En hoe gaat Suriname dat doen?’, aldus Santokhi.
Ten aanzien van de overeenkomst met Surgold vroeg Santokhi aan de regering op basis van welke voorwaarden er een initiële inbreng vanuit Suriname tot stand is gekomen. ‘Welk bedrag is dit? Kunt u gedetailleerd aangeven hoe dit bedrag tot stand is gekomen? Wat is de accounting basis hiervoor? Welk deel van de kosten worden door Suralco gedragen. Waar is dit terug te vinden in het Suralco kostenoverzicht?’
De kans is er waarschijnlijk dat Suralco haar aandeel verkoopt aan Newmont, omdat zij niet van plan is om in Suriname te blijven, deelde de VHP- parlementariër mee. ‘Klopt het dat Suralco met haar 7 miljoen inbreng bij terugtrekking met een meervoud van miljoenen vertrekt, o.a. met de inbreng van Suriname, zonder wat ervoor te doen? Indien Suralco haar profit royalty verkoopt, welke zijn de opties? En wat is de commerciële waarde van deze profit royalty? Wat kunnen de consequenties zijn?’, aldus de VHP-parlementariër.
Het DNA-lid had ook kanttekeningen met betrekking tot de financiële deelname in het Newmont-Surgold project en de risico’s voor de natie. ‘Indien de Staat deelneemt en beslist om een financiële investering te plegen in het project, is het imperatief dat risico’s worden afgedekt indien de goudprijs in de toekomst zich ongustig onwikkelt? Suriname heeft drie opties voor het investeren in het project, te weten: 100% investering met eigen vermogen , een combinatie van eigen en vreemd vermogen en 100 % investering met vreemd vermogen.’ Als Suriname gaat voor eigen vermogen wil Santokhi weten hoe Suriname aan het geld zal komen en/of diasporakapitaal hierbij inbegrepen is. ‘De kosten voor het aantrekken van buitenlands kapitaal voor Suriname zal hoger zijn dan voor Newmont. ‘Newmont kan vreemd vermogen verkrijgen tegen een rentevoet van 3,5% vanwege haar rating van BBB +, terwijl het verwachtbaar is dat Suriname een aanzienlijk hoger percentage zal moeten betalen voor vreemd vermogen.Terwijl ratings zijn gestegen voor Suriname, zijn wij nog steeds op een BB-niveau. Het is niet realistisch te verwachten dat wij een upgrade zullen verkrijgen naar een BBB-niveau in de nabije toekomst. Ook heeft Suriname nooit een staatsobligatie geplaatst op de internationale kapitaalsmarkt’, vervolgde Santokhi.
De parlementariër stelde aan het einde van zijn betoog aan de regering voor om de mogelijkheid te bekijken dat een paragraaf wordt opgenomen als side letter, als bijlage of een intentieverklaring, waarbij Suriname en Newmont overeenkomen om ook samen te werken op het gebied van het aantrekken van buitenlands kapitaal en het plaatsen van Surinaamse aandelen op een internationale beurs teneinde de kosten van het aantrekken van buitenlands kapitaal te kunnen drukken.