De Staat derft naar alle waarschijnlijkheid een heleboel aan inkomsten door gebrekkige planning. Dit zegt BEP-parlementariër Ronny Asabina over de huidige status van ‘s landsfinanciën. Bewindslieden zijn schriftelijk door Financiënminister Adelien Wijnerman aangezegd te letten op hun uitgaven. Volgens Asabina kan dit te maken hebben met het feit dat de Staat of te weinig inkomsten heeft binnengehaald of dat de overheid juist teveel heeft uitgegeven dan zij heeft ontvangen. Dat is precies het gevolg van een slechte planning. Volgens Asabina derft de Staat momenteel miljoenen aan inkomsten door de vele vrijstellingen aan invoerrechten die worden verleend aan onder andere productiebedrijven die kapitaalgoederen moeten importeren en ondernemingen in de ICT-branche. De Staat heeft naar alle waarschijnlijkheid niet behoorlijk kunnen incalculeren hoe dit gat gecompenseerd zal worden. Het gaat om gigantische bedragen die in de miljoenen SRD’s lopen, die de Staat derft. Simpelweg omdat bedrijven geen belasting betalen op de invoer van goederen benadrukt Asabina. Het is bekend dat veel productiebedrijven aangesloten zijn bij de Asfa.
Maar ook de kleine producent, zoals de landbouwer, krijgt vrijstelling als hij erom vraagt. Er zijn volgens de BEP-parlementariër zelfs bedrijven die tax holiday krijgen en dus over een lange periode, 10 tot 15 jaar, geen invoerrechten hoeven te betalen. Ook met de belastingkorting van SRD 50 die gegeven wordt aan loontrekkers, loopt de staat maandelijks SRD 60 miljoen aan inkomsten mis. Asabina zegt dat de vorige regering ook dit fiscaal beleid had, maar in 2007 een pas op de plaats maakte met de verdere uitvoering daarvan. Deze regering heeft het in haar volle breedte uitgevoerd. ‘De vrijstelling van het betalen van invoerrechten en de loonbelastingkorting worden gefinancierd met meeropbrengsten uit de exporten van goud en olie. Het is jammer dat er geen duidelijk beleid is met betrekking tot de te verwachten spin-off van deze vrijstellingsmaatregel voor de productiesector.’
Volgens Asabina zou het moeten resulteren in verruiming van het besteedbaar inkomen van de samenleving. ‘Bedrijven besparen een heleboel aan onkosten door geen invoerrechten te betalen waardoor dit leidt tot verlaging van de kostprijs. Hierdoor zouden producten voor de consument goedkoper moeten zijn. Maar dat gebeurt niet.’ Het is voor het BEP-assembleelid duidelijk dat de Staat bij het doorvoeren van de vrijstellingsmaatregel voor bedrijven geen rekening heeft gehouden met beïnvloedbare en niet beïnvloedbare factoren en nu in de puree zit. ‘Vorig jaar was er evenwel een toename in de binnengehaalde penningen, maar dat heeft niets te maken met het feit dat meer personen of bedrijven voldaan hebben aan hun belastingverplichtingen. De stijging van inkomsten had te maken met de gestegen wereldmarktprijs voor de exportstoffen olie en goud, waardoor Staatsolie en Iamgold veel meer konden afdragen.’