Robbert H. heeft als werknemer van de Energiebedrijven Suriname (EBS) gediend en was bekend met de zaken binnen het bedrijf. Hij wordt ervan verdacht materialen zoals masten, bedradingen en lampen te hebben weggenomen van EBS.
Het Openbaar Ministerie vond dat de verdachte de goederen onrechtmatig heeft toegeëigend, echter kon zij het overtuigend bewijs hiervoor niet leveren. Er zijn twee getuigen gehoord die in het nadeel van de verdachte een verklaring hebben afgelegd. De openbare aanklager, Nirmala Maikoe, achtte heling wettig en overtuigend bewezen en eiste hiervoor een straf van 12 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk.
Advocaat Oscar Koulen gaf aan dat de mensen gefraudeerd hebben tegen de verdachte. Zij hebben een kostencalculatie gemaakt waarbij er geen causaal verband gelegd kan worden. EBS heeft volgens de advocaat geen monopolie over de goederen die zijn gebruikt bij het installeren. Een getuige, een politieman, heeft gezien dat de man aan wie de verdachte het installatiewerk had gegeven, met lading thuis bij de verdachte was geweest en bepaalde materialen bij hem had achtergelaten vanwege ruimtetekort. ‘Dit wil niet zeggen dat mijn cliënt de materialen heeft verduisterd’, stelde Koulen. De verdediging verzocht de rechter om zijn cliënt van de gehele tenlastelegging vrij te spreken.
De kantonrechter heeft de uitspraak aangehouden en doet uitspraak op 26 april. Robbert mocht naar huis met de mededeling weer aanwezig te zijn op de volgende zitting.
Saskia Bandhan