De behandeling van de twee gouddeals in DNA startte gisteren met gekibbel tussen de oppositie en de coalitie. Niet lang nadat de voorzitter van de commissie van rapporteurs, Rabin Parmessar, begon met zijn spreekbeurt, werd hij in de rede gevallen door de oppositieleden Lekhram Soerdjan, Radjkumar Randjietsing en Mahinder Jogi van de VHP en Guno Castelen van de SPA. Ook coalitielid Amzad Abdoel van de megacombinatie liet zich niet onbetuigd. Volgens de oppositieleden vertelde Parmessar reeds aan het begin van zijn spreekbeurt een sprookjesverhaal over de voordelen van de gouddeals voor Suriname. Volgens Parmessar zullen de nieuwe goudovereenkomsten Suriname in staat stellen op jaarbasis van een goudproductie van ruim 12.000 kg naar ruim 27.000 kg per jaar te gaan met de mogelijkheid om dit te brengen tot ruim 30.000 kg. ‘We praten over meer dan een verdubbeling. Het gaat om bijkans 18.000 kg goud meer voor Suriname’, aldus Parmessar. Volgens de commissievoorzitter zal door deze verdubbeling Suriname in staat zijn om maximaal profijt te trekken. Hij zegt dat op jaarbasis ruim 4.700 kg goud zal behoren tot het Surinaams aandeel. Het enige dat afgetrokken zal worden voordat Suriname zijn aandeel krijgt, zijn de kapitaal- en operationele kosten die ook nog aan strikte regels zullen worden onderworpen’, aldus Parmessar. Hij zegt dat Suriname verder zelf mag bepalen wat met het goud gedaan zal worden.
Volgens Parmessar zal Suriname bij de nieuwe overeenkomsten wel inzage hebben in het goudgebeuren en een 30 % aandeel bezitten in de business. Ook haalde de parlementariër aan dat door de deals aan te gaan er na 3 jaar 1.500 permanente arbeidsplaatsen zullen worden geschept. ‘Bij de opstart van de mijnbouwactiviteiten zullen terstond 5.000 personen aan werk geholpen worden gedurende 3 jaar.’ Midden in zijn spreekbeurt werd Parmessar geïnterrumpeerd door de oppositie die vond dat hij bezig was een sprookjesverhaal te vertellen. ‘We hebben geluisterd naar de voorzitter van de commissie die deze twee wetten heeft voorbereid en doorgenomen en we zien dat de voorzitter een beeld schetst dat reeds aan de poort al Suriname een aandeel zal hebben van 30% en dat ze goud zal krijgen. Ik wil vragen waar dit alles is geregeld. Verder zegt hij dat alleen de kapitaalkosten en operationele kosten zullen worden afgetrokken. Het verschil is dat er altijd al kosten moeten worden afgetrokken voordat men tot betaling overgaat. We moeten altijd operationele kosten, kapitaalkosten en personeelskosten betalen’, merkte Castelen op. Hij vroeg zich af of er een feasibility studie was gemaakt ten aanzien hiervan.
VHP-parlementariër Mahinder Jogi vroeg aan de commissievoorzitter wanneer hij van plan was te vertellen welke inspanning Suriname zich moest getroosten om het resultaat te bereiken welke Parmessar schetste. ‘Wij kraken de wet niet af, we willen een goede wet en een goede behandeling van de wet. Laten wij geen tijdbom plaatsen onder de Surinaamse samenleving’, aldus Jogi in zijn interruptie.
Radjkoemar Randjietsing dreef de spot met de opmerking van Parmessar dat er reeds bij de poort een aandeel voor Suriname klaar ligt. ‘Kan hij ons vertellen hoe de poort van Suriname eruit ziet en waar het geld vandaan zal komen? Van waar heeft hij die informatie? Ik zie iets heel anders in de overeenkomst. Waar staat dat wat hij daar zegt?’, vroeg Randjietsing. De VHP’er zei aan Parmessar dat hij de juiste informatie moest delen met de gemeenschap. Na zijn interruptie vroeg DNA-voorzitter Jennifer Simons zowel de leden van de oppositie als coalitie om zich rustig te houden en vooral op een zakelijk wijze kritiek te leveren op het concept van de goudovereenkomsten.
Megacombinatie-parlementariër Amzad Abdoel zei in zijn interruptie dat de aankondigingen van Parmessar als muziek in de oren klinkt, echter wilde hij van hem weten of er een studie is gemaakt ten aanzien van de arbeidsplaatsen. ‘Is er een studie gemaakt ten aanzien hiervan. Is er een analyse gemaakt over welke mensen met welke achtergronden aangenomen zullen worden? Heeft de regering hierop ingespeeld, en als er tekorten zijn van arbeiders, hoe gaan we deze opvangen? Zijn er voorbereidingen getroffen om arbeiders uit andere landen te halen en zijn er voorbereidingen genomen om Surinamers maximaal de gelegenheid te geven om de arbeidsplaatsen in te vullen?’ Verder vroeg Abdoel aan Parmessar of er ook een studie was gemaakt over de milieuschade die gepaard gaat met de mijnbouwactiviteiten. Hij merkte op dat er ook middelen zullen moeten worden gereserveerd om de schade te herstellen en vroeg hoeveel geld Iamgold heeft gestopt om de schade te herstellen die tot nu toe zijn gemaakt door de activiteiten die door het bedrijf zijn uitgevoerd. Parmessar gaf als antwoord dat hij later in zijn spreekbeurt terug zou komen op de antwoorden. De vergadering werd daarna geschorst voor enkele ogenblikken.