In politieke partijen gaat veel geld om. Geld dat gebruikt wordt voor het ontplooien van allerhande activiteiten, die variëren van vorming en scholing van kader tot feesten en feestvergaderingen. Op zo een grote schaal als bijvoorbeeld in Duitsland, zal het Surinaams bedrijfsleven waarschijnlijk de politieke partijen in Suriname niet anoniem hebben gesteund bij de afgelopen landelijke verkiezingen en verkiezingen die daarvoor hebben plaatsgevonden. In Suriname bestaat er heel veel onduidelijkheid over de financiering van de partijen. Het ontbreekt vooral aan openheid over de giften: er is weinig tot geen controle op de giften die politieke partijen krijgen. Daar komt nog bij dat er geen wetten zijn die de financiering van politieke partijen in Suriname regelt. Er zijn verschillende manieren waarop politieke partijen in Suriname aan hun geld c.q. financiën komen en partijen worden op verschillende manieren gefinancierd. Ledencontributie, sponsoring, “partijbelasting” van de volksvertegenwoordigers en giften zijn enkele manieren. De bronnen van inkomsten van een politieke partij kunnen we onderverdelen in interne en externe bronnen. Tot de interne bronnen kunnen worden gerekend, lidmaatschapsgelden, salarisafdrachten en fondsenwerving. Tot de externe bronnen kunnen worden gerekend giften en sponsoring.
Het is publiek geheim dat vele politieke partijen in Suriname het op een akkoordje gooien met ondernemers, industriëlen en zakenlieden: mocht de partij de verkiezingen winnen en de regering formeren, dan worden die donateurs van de partij ruimschoots bedacht. Bij aannemers gaat het dan om het ‘gegund’ krijgen van werken bijvoorbeeld via het ministerie van Openbare Werken, zonder de normale procedures van gunning in acht te nemen. Bij zakenlieden gaat het om het verkrijgen van belangen in ondernemingen van de staat op preferentiële basis, bijvoorbeeld het verkrijgen van een goudconcessie. En zo kunnen er meerdere voorbeelden bedacht worden. Voorbeelden die in feite de kiemen zijn van corruptie in Suriname. Juist bij giften heb je een belangenverstrengeling tussen politieke partij en gever.
De discussie over openheid van partijgiften in bijvoorbeeld Nederland kwam in 1999 goed op gang. Er ontstond in die periode veel commotie rond de VVD, omdat de VVD-voorzitter verklaarde dat de partij steun zou zoeken in de zakenwereld om de verkiezingscampagne van 2002 te financieren. Daar schrok de samenleving van op. In Suriname is dat waarschijnlijk meer regel dan uitzondering.
Alhoewel politieke partijen gehouden zijn (meestal krachtens hun statuten), om financiële jaarverslagen te produceren en daarmee verantwoording af te leggen, is dat meer een soort dode regel waarvoor men een bevriende accountant vraagt een ‘kloppend’ verslag uit te brengen.
Hoe zou de samenleving een betere inzage kunnen verkrijgen in het financieel gebeuren van een politieke partij? Als de gang van zaken in andere landen wordt nagetrokken, zijn er een paar mogelijkheden. De eerste mogelijkheid betreft de subsidiering van politieke partijen door de Staat. Vanwege de essentiële functie van politieke partijen in een vertegenwoordigende democratie, is overheidssubsidie geboden. Subsidie (mits op de juiste wijze ingericht) zijdens de overheid maakt partijen minder afhankelijk van bijdragen van belangengroepen zoals aannemers en zakenlieden. Belangengroepen oefenen achteraf druk uit op de partij om de door hen ‘geïnvesteerde’ gelden terug te krijgen in het zoveelvoudige. Op zichzelf vormt deze werkwijze een haard van corruptie. De partij komt in een chantabele positie te verkeren of werkt maar al te graag mee vanwege de eigen belangenbehartiging. Alle leden en kiezers koesteren de wens dat de koers van politieke partijen door hun bepaald en gestuurd moet worden. Dat garandeert de onafhankelijkheid van een partij.
Over het voorstel van een wet op de financiering van politieke partijen sprak Dagblad Suriname met staatsrechtgeleerde August Boldewijn. “Het mag nooit zo zijn dat politieke partijen gefinancierd worden door allerlei ‘grijze’ dubieuze organisaties. Dit heeft als implicatie dat dit soort organisaties macht gaan uitoefenen in de politiek en krijgen ze ook de kans hun dubieus verkregen gelden wit te wassen. Om dit te voorkomen is het aan te raden dat de Staat politieke partijen financiert. Dit voorstel heeft de Democratie Unit (DU) in maart 2011 in conceptwet aangeboden aan het parlement. Het concept is sinds de indiening drie jaar terug, nooit in behandeling genomen. Kennelijk heeft het geen prioriteit”, zegt Boldewijn. De DU heeft voorafgaand aan de formulering van deze conceptwet een aantal ontmoetingen gehad met politieke partijen en maatschappelijke organisaties om een breed draagvlak te creëren.
Boldewijn zegt dat de meeste politieke partijen, waaronder de NDP en de Pertjajah Luhur (PL), voorstander waren van dit voorstel van de DU. De bestuurskundige zegt dat de financiering uiteraard niet zonder meer zal gebeuren. De partijen zijn gehouden aan het indienen van een begroting. Daarnaast zullen de Rekenkamer en het parlement controle moeten uitoefenen op de besteding van de middelen. Boldewijn zegt voorts hierop dat alle organisaties dus ook privaatpublieke verplicht zijn overheidsmiddelen te verantwoorden. Onafhankelijke accountants kunnen zich niet beroepen op het geheime karakter van de middelenbesteding van hun cliënten. Er is verplichte rapportage naar de Clad, die weer rapporteert naar de Rekenkamer. Het is bekend dat in Nederland en de Verenigde Staten partijen die aan de macht zijn gekomen, de gelden krijgen voor het financieren van sociale activiteiten, zoals het uitvoeren van programma’s voor kwetsbare groepen als armen, kinderen en vrouwen. Dit wordt beschouwd als een bijdrage in het ondersteunen van de sociale ontwikkeling’, aldus bestuurskundige August Boldewijn.
Concluderend zou gesteld kunnen worden dat in de financieringswet in ieder geval zouden moeten worden meegenomen het openbaar maken van namen van de geldgevers; giften mogen niet anoniem blijven. Ook moeten vermeld worden controle op mogelijke belangenverstrengeling, verantwoordingsplicht van politieke partijen met betrekking tot hun inkomsten en sancties bij niet naleving van de wet. Met een stringente naleving en toezicht op de naleving van zo een wet zouden dubieuze giften en de daarmee gepaard gaande corrupte praktijken binnen en van politieke partijen die aan de macht komen, een halt kunnen worden toegeroepen. Alhoewel president Bouterse het steeds heeft over zijn kruistocht tegen corruptie, lijken juist ontwerpwetten die de corruptie zouden moeten indammen, de minste prioriteit te genieten van het huidig kabinet.
Dagblad Suriname heeft tevergeefs de andere actoren van dit proces trachten te spreken: de minister van Binnenlandse Zaken kon niet worden bereikt, terwijl de waarnemend voorzitter van DNA vooralsnog geen commentaar wenste te geven. Bij de Rekenkamer kreeg de krant ook geen antwoord.
Muireall Ross