De Thaibokser, Lothar A., riskeert acht jaar cel wegens het toebrengen van zwaar lichamelijke letsels aan een peuter. De vervolging, in de persoon van Nirmala Maikoe, achtte het feit wettig en overtuigend bewezen. Dit mede op grond van de verklaring van de buurjongen, Joshua, en de bevindingen van de kinderarts. De verdachte heeft volgens het Openbaar Ministerie de 3-jarige jongen zodanig mishandeld dat het kind totaal verlamd en verblind is geraakt. Uit de verklaring van Joshua, die het verhaal van de stiefzoon van de verdachte heeft vernomen, blijkt dat Lothar het kind tot twee keren toe had geslagen, omdat hij gierig en gulzig at. Frappant in deze zaak is dat de verklaring van de buurjongen en de bevindingen van de arts elkaar ondersteunen. Uit de bevindingen van de arts blijkt dat het kind hard geslagen is op het hoofd, waardoor er bloedingen in de hersenen zijn ontstaan. Het kind is thans afhankelijk van anderen. De ouders van de 3-jarige konden hem niet verzorgen en droegen de zorg over aan de verdachte.
Advocaat Murwin Dubois achtte de bewijsmiddelen van de vervolging onvoldoende. Hij verzocht de rechter om de verdachte te willen vrijspreken. Volgens de verdediging heeft de buurjongen niets waargenomen. Hij vernam dit alles van de stiefzoon van de verdachte. De advocaat geeft aan dat de verdachte nagelaten heeft om het kind gelijk medisch te laten onderzoeken. Echter maakte de verdachte gebruik van eigen deskundigheid. Pas op de volgende morgen werd het kind gebracht naar een arts. De verdediging overhandigde stukken over hersenbloeding. Volgens de raadsman heeft het OM zich gefocust op de mishandeling. De advocaat concludeerde dat het kind ook op een andere wijze de letsels kon hebben opgelopen. Volgens de raadsman is er geen grondig onderzoek gedaan met betrekking tot epilepsie. Hij gaf aan dat de vervolging haar requisitoir gebaseerd heeft op het feit dat het kind vermagerd en verwaarloosd eruit zag. De raadsman blijft erbij dat de bewijsmiddelen van het OM onvoldoende zijn en vraagt daarom vrijspraak. Op 19 april doet de kantonrechter uitspraak in deze zaak.
Saskia Bandhan