Suriname is de afgelopen 3-4 weken in de ban van het ene na het andere schandaal, waarbij sprake lijkt te zijn van ongestrafte corruptie van hoge overheidsfunctionarissen. Steeds meer begint het erop te lijken dat de regering geen stappen zal kunnen ondernemen tegen corruptie, omdat haar eigen ministers en functionarissen, die men niet zou aanpakken, in de praktijken betrokken zijn. De aankondiging van de president wordt nu geïnterpreteerd tegen de tijd waarin die gedaan was: een moeilijke opstartfase waarbij niet duidelijk was hoeveel obstakels binnen en buiten landsgrenzen lagen. Inmiddels is alles duidelijk en was veel ophef en achteraf bekeken ook veel voorzichtigheid vanuit de president voor niemendal. Veel beloftes om rustiger wortel te schieten, hadden achteraf bekeken niet hoeven te worden gedaan, zoals die met betrekking tot de aanpak van de corruptie. De aankondiging van de president van een ‘kruistocht tegen corruptie’, was een ‘slip of the tongue’ omdat je niet tegen je eigen huis ten strijde kan trekken. Regeren in Suriname betekent immers het voorrecht om ongestraft corruptie te kunnen plegen. Fundamentele stappen hebben andere regeringen niet gezet dus waarom zou deze het opeens wel moeten doen? Met die beredenering in het begin – het niveau waarop wij u zitten – had men even goed zich kunnen inbedden in 2010. Surinaamse regeringen en het gekoppelde politieke systeem hebben altijd op corruptie gedraaid. Corruptie wordt gevraagd door de keizers en met corruptie houden politici zich in stand. Opmerkelijk in dit verband is de cable die in het kader van wikileaks lekte. Het was een cable van de Amerikaanse ambassade naar het thuisfront uit de periode Venetiaan 3 (2007). Geschreven werd dat er epidemische vormen van kleinschalige corruptie is in Suriname. De ambassade zou toen hebben geschreven dat grote corruptiezaken het nieuws halen, maar kleinschalige corruptie onvermeld blijft. Bovendien zou er sprake zijn van ontkenning van het bestaan van corruptie. Grond werd beschreven als een vaak voorkomend betaalmiddel bij corruptie. Opmerkelijk is dat de gelekte cable een prominent oppositielid toen en nu coalitielid aanhaalt die aan zijn voetballers zou hebben gezegd dat hij aan hen genoeg land zou geven als hij in 2010 president zou worden, hetgeen uiteindelijk toch niet gebeurde. Wat de ambassade ook opviel, was de (‘a rare show of solidarity’) een zeer zeldzame manifestatie van solidariteit tussen oppositie (NDP) en coalitie (NF) bij het onduidelijk en innerlijk tegenstrijdig verklaren en het terugsturen van de anticorruptiewet naar het indienende Justitie en Politie. De cable merkte op dat het onduidelijk was of de gezamenlijke terughoudendheid van het parlement om de anticorruptiewet te behandelen, te maken had met zelfverdediging of met legitieme bezwaren. In 2007 werd geconcludeerd dat corruptie een geaccepteerde praktijk blijkt in Suriname. De Amerikanen analyseerden dat corruptie een inkomstenbron is en een wijze om bureaucratie inefficiëntie te omzeilen. Ze voorspelden dat de corruptie in Suriname zal blijven bestaan zolang ca. 50% van de formele werkpopulatie emplooi vindt in de publieke sector. Observaties van ‘buitenstanders’ houden ons een spiegel voor. We stellen ook, evenals de Amerikanen, al een hele tijd dat de anticorruptiewet in 2007 getorpedeerd is gezamenlijk door de coalitie en de oppositie. Geen van de groepen had er baat bij. De situatie is nu niet veranderd. Nu is er ook geen draagvlak voor een waardige anticorruptiewet. Men kan een onthoofde anticorruptiewet gaan behandelen wanneer de druk hoog zou worden, maar dan loopt men het risico dat buitenparlementair kritiek zal opkomen dat de wet gekortwiekt is en dat de jaarlijks rapportageplicht zoals het Inter-Amerikaans verdrag tegen corruptie dat vereist, weg wordt gelaten. In DNA zal men dan met de mond vol tanden staan. Zelfs in het parlement kan men van een miniem deel van de DNA eventueel kritiek kunnen krijgen dat het concept gesaneerd is tot een symbolische stuk. Inzichten in de internationale regelgeving en de verschillende versies van de anticorruptiewet die in DNA op tafel hebben gelegen bestaan er genoeg. Die wetenschap bij de bevolking en de transparantie zijn de bottleneck van deze regering om een anticorruptiewet in DNA te brengen.
Suriname is inderdaad zoals metingen dat wijzen en missies naar het thuisland schrijven een corrupt land. Een oorzaak is het nagenoeg ontbreken van intelligentsia. Vanuit onze universiteit worden geen kritische vakmensen afgeleverd, maar derdewereldburgers die op zoek zijn naar een stuk brood om te surviven. Zwakkelingen zien zich genoodzaakt om zich aan te melden in de politiek, omdat alzo een baan sneller gegarandeerd is. Heel weinig personen met verondersteld denkniveau is neutraal. Als dat het geval is, holt men achter het geld aan. Vakgenoten bundelen zich niet in Suriname om de regering of het bedrijfsleven kritisch te sturen met statements en rapporten.
Onder deze gegeven gebreken in de Surinaamse democratie merken wij dat de oppositie, om een of ander reden, een aantal zaken die rieken naar klassieke corruptie in de afgelopen weken hebben aangekaart. Het gaat om het kopen van grond, het uitgeven van gronden en bepaalde rechten op gronden, het betalen van dubieuze overuren en het opdragen van werk of aankoop van goederen door de Staat. De burger dreigt de tel nu kwijt te raken, zo snel volgen de dubieuze zaken zich op. Opmerkelijk is dat nu zelfs de vp in de zaken betrokken raakt met zijn kabinet. Nieuw in de corruptiekwestie van Suriname is ook de betrokkenheid van staatsmediapersonen in een nv waarbij men voor al dan niet verricht werk 350.000 SRD laat betalen. Tijdens deze regeerperiode kan straks wellicht blijken dat men wat de corruptie betreft toch wel innovatief is geweest en bakens heeft verzet.