Het slachtoffer van de roof en verkrachting van afgelopen dinsdag en haar dochter zijn beiden getraumatiseerd. Dat zegt het slachtoffer zelf in een interview aan Dagblad Suriname en in een gesprek met VHP-parlementariër Sheilendra Girjasing. De VHP’er heeft gisteren een bezoek gebracht aan het gezin bestaande uit vader, moeder, zoon en dochter. Dinsdag werd de vrouw op een brute manier beroofd en verkracht door rovers. Ze vertelt dat ze die avond alleen met haar dochter in haar woning was, terwijl haar zoon bij zijn vriendin was gaan slapen en haar man een taxirit was gaan rijden. Toen ze op de deur hoorde kloppen, dacht ze dat haar zoon thuis was aangekomen. ‘Ik hoorde geklop op de deur. Ik deed de deur open en zag twee zwart gemaskerde mannen. Het eerste wat ik hoorde was: ‘If yu bari m’o sutu kiri’, terwijl ik een pistool tegen me gedrukt kreeg. Er werd aan mij gevraagd waar mijn man was. Ik zei dat hij niet thuis was, waarna één van de mannen in de andere kamers is gaan kijken. Ze hebben me toen aan mijn haren vastgehouden en onder schot gehouden en gebracht naar de voorkamer. Hierna hebben ze mijn dochter opgetild en gebracht naar de voorkamer. Mijn dochter sliep. De mannen hebben haar op de grond gegooid. Zij dacht dat haar broer haar had opgetild. De mannen hebben haar uitgekleed, haar handen en voeten vastgebonden, haar mond geplakt en lieten haar op de grond liggen. Toen ze pogingen ondernamen om haar te verkrachten begon ik te gillen. Ik zei: ‘maak mij dood, neem alles van mij, maar laat mijn dochter, doe haar niets’. Ze hebben haar toen weer gekneveld en begonnen mij te slaan en te schoppen. Daarna hebben ze me verkracht en vroegen hierna naar mijn tas. Ze hebben mijn geld uit mijn portemonnee weggehaald en mijn portemonnee op mij gegooid. Daarna hebben ze mij ook gekneveld en samen met mijn dochter onder het bankstel vastgebonden. Mijn dochters mond was dichtgemaakt, gelukkig hadden ze de mijne wel niet dichtgemaakt. Voordat ze weggingen zeiden ze: ‘bel a sma en taki dat un klaar a feit’. Ik heb even gewacht waarna ik met mijn tanden mijn handen heb vrijgemaakt. Ik belde mijn zoon op en het enige wat ik zei was: ‘bel 115, we zijn beroofd en verkracht’. Ik weet niet hoe ik naar het ziekenhuis ben gebracht’, aldus het slachtoffer. Ze zegt dat ze zich zorgen maakt om haar dochter die nu in shock is en niet meer durft thuis te blijven en alleen te gaan baden. Het meisje wordt eind deze maand 8 jaar en is intussen bij haar oudere zus. De moeder vertelt dat haar dochter begeleid wordt.
Ook het slachtoffer heeft behoefte aan begeleiding en zegt dat ze geen mannen meer kan uitstaan. ‘Ik was helemaal gek geworden toen ik thuis aankwam en mijn vrouw en mijn dochter zo aantrof’, zegt de echtgenoot die ook zijn tranen niet kan bedwingen. ‘Ik voel me niet lekker, ik kan niet werken. Mijn dochter was een vrolijk kind. Nu wil ze niet thuis blijven. Ze zei altijd als ik thuis aankwam: ‘papa we gaan dit doen en we gaan dat doen’, nu zegt ze niets meer en wil ze alleen weggaan. Ik herken haar niet meer’, aldus de vader.
De vrouw moet voor slachtofferhulp zelf instituten opzoeken. Intussen is ze twee dagen thuis. Girjasing: ‘Ik heb reeds eerder aangekaart dat de minister van Justitie en Politie het accent verkeerd legt en zich teveel bezig houdt met daders, terwijl het slachtoffer aan een kant wordt gelaten en nu is wederom het bewijs geleverd dat het zo is. Wat ik hier heb meegemaakt wens ik geen enkele vrouw toe. Het kan je moeder zijn, je dochter, je nicht of je zus. Het is vreselijk dat een zevenjarig kind moet zien hoe haar moeder wordt verkracht’, zegt Girjasing. Hij vindt het erg dat de slachtoffers zelf moeten rennen voor hulp, terwijl de overheid en het Bureau Slachtofferhulp deze hulp zelf moeten aanbieden. Het DNA-lid zegt dat er een totaal pakket voor slachtoffers moet worden samengesteld zodat zij tot in de puntjes de begeleiding krijgen die ze horen te krijgen. ‘Kijk nou eens. De mevrouw is mishandeld en verkracht, de dochter is in shock en dan moeten ze op de koop toe zelf hun ambulance bekostigen en drempelkosten betalen bij het ziekenhuis. Ik denk dat we slachtofferhulp opnieuw moeten definiëren’, aldus Girjasing.