‘Waar staat de Hindoestaanse gemeenschap na 140 jaar?’. Sandew Hira, probeerde deze vraag te beantwoorden tijdens een lezing van de Kenniskring dinsdagavond in Lallah Rookh. Het antwoord was verrassend, maar stemde ook tot nadenken. Volgens Hira wordt het tijd dat er niet meer met een ‘concurrerende bril’ naar anderen wordt gekeken, maar met een van ‘samen optrekken’.
Hira dook in de geschiedenis en analyseerde de ontwikkeling van de Hindoestaanse gemeenschap aan de hand van de economie. Na de immigratieperiode deed de Hindoestaan overwegend aan landbouw. De ontwikkeling dwong haar echter om ook in de ambtenarij een plaats te bemachtigen. Volgens Hira was het voor de coup van 1980 duidelijk dat om vooruit te komen het ambtenarenapparaat beheren zeer belangrijk was. Immers, de overheid was de grootste drager van ontwikkeling. Na de coup veranderde dit beeld radicaal. Niet de overheid, maar het ondernemerschap werd de drijvende kracht.
Intussen wordt de scoop nu verlegd naar onderwijs en intellect. De Hindoestaanse gemeenschap heeft zich steeds kunnen handhaven door precies in te spelen op die trends. Vandaag de dag zijn Hindoestanen voldoende vertegenwoordigd in het onderwijs en de ambtenarij. Volgens Hira is echter de drijfsfeer steeds een van ‘concurrentie’ geweest. De gedachte was: ‘als de andere groep vooruitkomt, betekent dat mijn ondergang’. De wetenschapper greep terug naar de discussie tussen Jnan Adhin en Eddy Bruma. Adhin sprak over ‘eenheid in verscheidenheid’, terwijl Bruma naar ‘een natie’ ging. De visie van Adhin was ‘een van tolerantie, maar laat me in mijn waarde’, terwijl Bruma‘een natie, een cultuur’ wilde waarin eigenlijk de Creoolse cultuur domineerde.
Hira vindt dat de concurrentiegedachte plaats moet maken. ‘Als een Marron een hartchirurg wordt, is dat ook een vooruitgang voor de Hindoestaan. We moeten de talenten in bij alle groepen ten volle benutten, want de vooruitgang bij de ene groep is een voordeel voor de andere groep.’ En de tijd dringt. Omdat volgens Hira vroeg of laat alle bevolkingsgroepen een elite klasse zullen hebben. De Marron maakt een inhaalslag op economisch gebied. De concurrentiegedachte komt in gevaar.
Foto:Sandew Hira