In Suriname heeft men vaak geen andere keus dan zich maar neer te leggen bij de vele gevallen enkel en alleen omdat men er moedeloos van wordt. Dat is dan ook de reden waarom er geen verandering komt in vele onsmakelijke situaties in dit land.
Een voorbeeld uit mijn dagelijks leven. Een aannemer heeft voor mij gewerkt voor de bouw van een pand. Een klein contract wordt opgemaakt waarin staat dat er voor een bepaald bedrag het pand moet worden afgebouwd en opgeleverd. Uiteindelijk vertrekt de aannemer zonder het pand af te bouwen, dus halfjes achterlatend. Twee jaar later komt er plotseling een brief van de deurwaarder. De aannemer heeft een rechtszaak aangespannen en vordert in totaal USD 30.000. En hij specificeert het ook nog: USD 9.000 is het restant geld conform het contract, want ik heb hem verboden verder te bouwen en USD 19.000 daarbovenop, omdat hij meerwerk heeft gedaan. Heel opmerkelijk is dat. De opdracht is niet ten volle uitgevoerd, maar er is wel een heleboel meerwerk opgesomd. Daarbij worden dan viertal werkzaamheden opgesomd. Het frappante is ook nog dat de aannemer aangeeft dat het schilderwerk niet was afgesproken, maar dat hij dat wel heeft gedaan. Ik heb toen in mijn verweer bewijzen geleverd dat ik zelf een schilder heb moeten inhuren, omdat hij op een gegeven moment had geweigerd om het schilderwerk te doen. Maar jammer, want de rechter heeft bij de behandeling van mijn zaak dit alles gewoon opzij geschoven. Het was voor haar de moeite niet waard om het te bekijken of te bestuderen. Erger nog, mevrouw de rechter heeft het kennelijk niet eens nodig gevonden om de man te vragen welke actie hij in de twee jaar had ondernomen om zijn geld te krijgen. Hij heeft in feite geen enkele actie ondernomen. En toch meent hij recht te hebben of aanspraak te maken op USD 30.000. Ra Ra, hoe kan dat nou?
Mevrouw de rechter heeft het kennelijk ook niet nodig gevonden om een specificatie te vragen waaruit blijkt dat het zogenaamd uitgevoerde meerwerk daadwerkelijk correspondeert met het bedrag van USD 19.000. Mevrouw de rechter heeft het kennelijk ook niet nodig geacht om de man te confronteren met het feit dat uit bewijsmateriaal duidelijk blijkt dat de man gelogen had voor het schilderwerk. Mevrouw de rechter heeft het kennelijk niet nodig geacht om de man te vragen op grond waarvan hij tot de conclusie is gekomen, dat het hem verboden is om verder te gaan met het werk. Mevrouw de rechter heeft het kennelijk niet nodig gevonden de man te confronteren met het feit dat hij zich niet aan zijn contractuele verplichtingen heeft gehouden.
Dan komt het mooiste: er is een comparitie van partijen geweest, maar men kan mij nergens aantonen of bewijzen waaruit zou moeten blijken dat ik ben opgeroepen. Maar de comparitie heeft wel plaatsgevonden en ik ben veroordeeld en wel uitvoerbaar bij voorraad, zonder dat ik daarvoor was opgeroepen. Ik begrijp daar nu echt niets van. De rechter heeft gewoon geen oren naar mijn verweer. De schade is inmiddels opgelopen tot SRD20.000.
Uit eigen onderzoek heb ik kunnen vernemen dat deze zelfde aannemer inmiddels al 4 ondernemers in zijn greep heeft. Ze zijn allemaal de dupe geworden van de sluwe handelwijze van deze aannemer. Iedereen heeft hem door, alleen de edelachtbare rechter niet. En niemand kan de rechter tot andere gedachten bewegen. Maar als zovelen zitten met hetzelfde probleem, dan moet er iets goed mis zijn.
De vraag is dan ook: Hoe serieus moet ik de rechtbank nu nemen? Ik heb al vrijwel alles geprobeerd om in hoger beroep proberen aan te geven dat er hier allicht sprake is van een rechterlijke dwaling, maar ja, hoe moet je een rechter daarvan overtuigen. Moet je weer even een paar jaar wachten, totdat de schade heel hoog is opgelopen en dan zaken gaat terugvorderen? Geweldig is onze rechtspraak toch.
Zou ik de schade kunnen verhalen op de rechter wegens grove nalatigheid?
Het toeval wil dat deze mevrouw de rechter vaker in opspraak is geweest, omdat haar wijze van rechtspreken vele advocaten en ook anderen die nauw bij de rechtspraak betrokken zijn, de wenkbrauwen doet fronsen.
We houden ons liever bezig met het verbieden van roken, dan de deskundigheid binnen onze rechtspraak aan een kritische beschouwing te onderwerpen.
Welkom in ons geliefd Suriname.
Rebien