De directeur van het kabinet van de vicepresident heeft de KPMG Assurance Services NV uitgenodigd een offerte te doen voor een project dat aangeduid wordt als ‘Project Sociaal Zekerheidsstelsel Suriname’. Na de uitgebrachte offerte eind oktober 2012 wordt de opdracht door de directeur van het genoemd kabinet van de vp bevestigd en gegeven. Deze opdracht aan KPMG heeft voor de nodige ophef gezorgd in de samenleving, mede vanwege het feit dat het om een duur adviesproject gaat, alsmede vanwege de procedure die (niet) is gevolgd en het feit dat de opdrachtnemer KPMG geen concurrentie te dulden heeft gehad bij het verwerven van dit lucratief project. Zulke aanbestedingen hebben doorgaans altijd een corruptiegevoeligheid, waarvan het risico groter wordt aan de hand van het objectief gemeten corruptieniveau. Het project omspant 197 adviesdagen en 8 materiele fasen. Als eerste zal men de bereidwilligheid tot een sociaal zekerheidsstelsel vaststellen en de huidige situatie peilen en beschrijven. De volgende 4 stappen behelzen het uitwerken van een gemeenschappelijke visie en uitgangspunten, stappenplan, het ontwerpen van een sociaal zekerheidsstelsel en het ontwerpen van een beheersstructuur voor het op te zetten stelsel. Vervolgens wordt het toezichthoudend orgaan uitgewerkt, de blauwdruk van de uitvoeringsorganisatie gemaakt en de begroting uitgewerkt.
Het project is opgedragen voor omgerekend maximaal SRD 1.319.900, waarbij niet inbegrepen omzetbelasting. Dat betekent dus dat omzetbelasting erbovenop kan worden gedeclareerd. Het project is uitgesmeerd over 8 maanden. Volgens het betaalschema krijgt KPMG een kwart van het bedrag al bij de opstart van de werkzaamheden (voorschot). Maandelijks wordt dan een factuur ingediend, die maximaal ca SRD 173.326.87 mag zijn waarbij ook omzetbelasting van 5% wordt gedeclareerd. Het voorschot wordt wat de laatste 2 maanden betreft verrekend. De opdrachtgever (kabinet vp) geeft de opdracht op basis van een missive van de Onderraad Aanbesteding en Gunning van 29 november 2012.
Het onderhavige bedrag overschrijdt de comptabel voorgeschreven grens voor betrokkenheid van de Raad van Ministers wel, maar is onder de verruimde grens van SRD 1.5 miljoen, waardoor de vereiste van openbare aanbesteding niet aanwezig is. Een ingewijde geeft aan dat het opdragen van het werk goedgekeurd is in een Orag-stuk dat gericht is aan de minister van Binnenlandse Zaken en niet aan het kabinet van de vp. ‘Officieel mogen ze de Orag niet benaderen voor goedkeuring van een werk dat ze zou willen opdragen. Het indienende ministerie is Binnenlandse Zaken, omdat de kabinetten van de president en de vp en de DNA vallen onder de begroting van Biza.’ Onduidelijk blijft echter of het kabinet van de vp werken mag opdragen en als opdrachtgever mag optreden. Werken uitvoeren ten behoeve van het kabinet van de vp is wel wat anders dan het uitvoeren van werken met dit kabinet als opdrachtgever. ‘De directeur van het kabinet vp heeft waarschijnlijk in opdracht van de vp getekend, omdat zij de trekker zijn van dit project. Maar hij is ook onderdeel van Biza, dus wettelijk kan dat’, meent een ingewijde.
Een andere ingewijde in dit type consultancy meent dat ‘het bedrag veels te hoog is, omdat dit zeker maximaal US$80.000 kost’. Zij acht het mogelijk dat er hier sprake is van ‘prijsafspraken’. Zij meent echter te weten dat geen enkele wet de bevoegdheid geeft aan de directeur van een kabinet om stukken te tekenen van deze aard. ‘De vp heeft geen bevoegdheid om hem te machtigen. De enige persoon die dat mag, is de leiding van Algemene Zaken op Biza. In elk geval blijkt niet dat de Orag de directeur van het kabinet van de vp heeft gemachtigd om de opdracht formeel te geven en de stukken te tekenen’, aldus de bron.