“De regering zal alle moeite moeten doen om een staatsgoudmaatschappij op te richten, naar het model van Staatsolie”, zegt BEP-assembleelid Waldi Ajaiso aan Dagblad Suriname. De parlementariër heeft er grote moeite mee dat de exploitatie van het kostbare mineraal uit handen wordt gegeven aan multinationals. “Als we het kunnen met olie, dat moeilijker te winnen is, dan zouden wij best zelf het goud kunnen exploiteren”, zegt het DNA-lid. Ajaiso roept de regering op toe te zien dat niet alle goud wordt weggedragen naar het buitenland. “We moeten zelf desnoods met ingehuurde deskundigheid nagaan waar het goud zich ondergronds bevindt en delen van deze gebieden met goudvoorraden onbenut laten. Het moet bewaard worden. Niet alles moet voor exploitatie worden weggegeven. Dat levert ook geld op van internationale milieuorganisaties.”
Ajaiso vindt dat er te licht wordt omgegaan met de sociale en milieuaspecten van het concept goudovereenkomsten met de goudmultinationals Surgold en Iamgold. Hij is er voorstander van dat eerst de milieueffectenstudie wordt uitgevoerd als de goudovereenkomsten bekrachtigd worden. De parlementariër waarschuwt voor schadelijke invloeden op lang termijn op de natuur in het binnenland door grootschalige mijnbouwoperaties. De bewoners van het binnenland zijn nu reeds van oordeel dat de zware rukwinden die enkele dorpen hebben geteisterd 2 weken terug, het gevolg zijn van de schadelijke effecten van mijnoperaties op de natuur.
Beklemtoond dient te worden dat de notie van een Surinaamse goudmaatschappij geen novum is binnen deze regeerperiode. Vorig jaar gaf president Bouterse te kennen dat hij “droomt” van een goudmaatschappij voor Suriname. Bij die gelegenheid zei hij dat we moeten durven besluiten te nemen met alle onzekerheden erbij. Het jaar daarvoor nog gaf hij aan dat een eigen Surinaamse goudmaatschappij operationeel maken een van zijn idealen is. Desondanks lijkt, gegeven de realiteit van de dag ,de realisatie van dit ideaal en deze droom van de president nog verre toekomst muziek te zijn.