Van de dierenwereld is bekend:‘kom nooit tussen een leeuwin en haar welpen, zij zal je verscheuren”. Met een variant hierop kan ook van de mensenwereld worden gezegd “kom nooit tussen sommige presidenten en hun stoel, zij zullen je vernietigen”. Sommige mensen vereenzelvigen zich zodanig met hun functie dat zij die als hun persoonlijk eigendom beschouwen; zij zijn onder geen enkel beding bereid om die functies over te dragen aan anderen. In de geschiedenis van de mensheid zijn er voorbeelden te over van de ziekelijke gehechtheid van personen aan hoge functies zoals het presidentschap van een land. Alle middelen en methoden zoals fraude, bedrog, referenda en eenpartijstelsels in de politieke arena, maar ook intimidatie, geweld en zelfs moord worden aangewend ter behoud van die functie. Voor zover kan worden nagegaan was de Romeinse Keizer Julius Caesar de eerste leider die zijn termijn ongelimiteerd verlengde toen hij zichzelf in 45 voor Christus benoemde tot “Perpetual Dictator”, dus ‘Eeuwigdurende Dictator’ of beter gezegd Dictator- voor-het- leven . Echter, heden ten dage wil niemand zich meer dictator noemen, dus wordt gesproken van President-voor-het-leven. Het voorbeeld van Julius Caesar vond navolging toen Napoleon Bonaparte in 1802 benoemd werd tot “Eerste Consul- voor- het- leven”. Sedertdien hebben wereldwijd velen soortgelijke titels geadopteerd en of gekregen. Enkele voorbeelden uit de 20e eeuw zijn: Idi Amin van Oeganda, die in 1979 naar het buitenland vluchtte; Joseph Broz Tito in Joegoslavië, die in functie stierf in 1980; Habib Bourgiba van Tunesië, die middels een coup in 1987 werd afgezet; Jean Bedel Bokassa van de Centraal Afrikaanse Republiek, die zichzelf tot Keizer kroonde in 1976 en 1979 werd afgezet; François Duvalier van Haïti, die in 1971 in functie stierf; Francisco Macias Nguema van Equatoriaal Guinee, die 1979 werd afgezet; Sukarno de eerste president van Indonesië, die 1967 werd afgezet. Uit het zeer recente verleden herinneren wij ons de verdreven leider Saddam Hussein van Irak, verjaagd door een militaire invasie in 2003 en opgehangen op 30 december 2006. Als gevolg van een soort straatdemocratie werden verjaagd: Ben Ali van Tunesië in januari 2011; Hosni Mubarak van Egypte in februari 2011; Ali Abdullah Saleh van Jemen die de macht in februari 2012 overdroeg aan zijn vicepresident en Moammar al Gaddafi van Libië, die met behulp van buitenlandse troepen op 20 oktober 2011 werd gevangen genomen en gedood. De ironie wil dat de meeste presidenten die zichzelf tot President-voor-het-leven hadden uitgeroepen er niet slaagden die functie hun leven lang te bekleden. Sommigen werden lang voor hun dood afgezet i.c. weggejaagd, anderen werden vermoord, enkelen zoals Duvalier en Tito en Hafez al Assad van Syrië slaagden er wel in, in functie te zijn tot een natuurlijke dood daaraan een einde maakte. In ons buurland Guyana manipuleerde Forbes Burnham het kiessysteem van zijn land zodanig dat hij tot zijn dood in 1985 de macht wist te behouden.
Presidenten/regeringsleiders die natuurlijke dood stierven
Gegevens vanaf de 18e eeuw tot heden leren ons dat in totaal circa 226 presidenten en of staatshoofden/ regeringsleiders stierven tijdens de uitoefening van hun functie. Hierbij zijn niet inbegrepen koningen, keizers, emirs en sultans; ook niet staatshoofden/ regeringsleiders, die een gewelddadige dood stierven. Enkele markante namen van presidenten en regeringsleiders die in de “line of duty” stierven zijn: Vladimir Lenin van de toenmalige Sovjet Unie in 1924; Kemal Atatürk van Turkije in 1938; Franklin Delano Roosevelt van de Verenigde Staten van Amerika in 1945; Jawaharlal Nehru van India in 1964; Gamal Abdel Nasser van Egypte in 1970; Franҫois Duvalier van Haïti in 1971; Juan Perón van Argentinië in 1974; Mao Zedong van de Volksrepubliek China in 1976; Jomo Kenyatta van Kenia 1978; Joseph Broz Tito van het voormailige Joegoslavië in 1980; Eric Williams van Trinidad & Tobago in 1981; Ayatollah Ruhollah Khomeini van Iran in 1989; Cheddy Jagan van Guyana in 1997; Hafez al Assad van Syrië in 2000; Kim Jong –IL van Noord Korea in 2011 en John Atta Mills van Ghana in 2012.
In deze rij past de op 5 maart 2013 overleden president Hugo Chavez van Venezuela niet helemaal, want hij stierf niet als president maar als presidentselect. Chavez die onafgebroken ruim 14 jaar aan de macht is geweest, kon vanwege ziekte niet ingezworen worden voor zijn vierde termijn als president van Venezuela.
Presidenten en regeringsleiders die vermoord zijn tijdens de uitoefening van hun functie
Voor zover bekend zijn een totaal van 194 presidenten/staatshoofden en regeringsleiders vermoord en of geëxecuteerd, inclusief de 43 Byzantijnse/Romeinse Keizers, onder wie Julius Caesar en Caligula en 5 Kaliefen, onder wie de volgens de Soennieten Vierde Rechtgeleide Kalief, Ali ibn Abi Talib, de schoonzoon van de Profeet. Enkele namen van bekende, presidenten/ staatshoofden die zijn vermoord: Abraham Lincoln van de Verenigde Staten van Amerika op 15 april 1865; Anastasio Somoza Garcia van Nicaragua op 21 september 1956; John F.Kennedy van de Verenigde Staten van Amerika op 22 november 1963; Sheikh Mujibur Rahman van Bangladesh op 15 augustus 1975; William R.Tolbert van Liberia in 1980; Anwar Sadat van Egypte op 6 oktober 1981; Samuel Doe van Liberia die gruwelijk werd vermoord en gedeeltelijk opgegeten op 9 september 1990; Laurent-Desiré Kabila van de Democratische Republiek Congo op 18 juni 2001. Enkele namen van vermoorde regeringsleiders zijn: Liaquat Ali Khan van Pakistan op 16 oktober 1951; S.W.R.D. Bandanaraike van Ceylon (het huidige Sri Lanka) op 26 september 1959; Hendrik Verwoerd van Zuid Afrika op 6 september 1966; Indira Gandhi van India op 31 oktober 1984; Olof Palme van Zweden op 28 februari 1986; Rajiv Gandhi op 21 mei 1991; Yitzhak Rabin van Israël op 4 november 1994. In het algemeen kan worden gesteld dat het niet vaak voorkomt dat presidenten en regeringsleiders doodgaan tijdens de uitoefening van hun functie. President Obama is de 44ste president van de Verenigde Staten, maar hij is de 43ste persoon die deze functie bekleedt. Van deze 43 verschillende personen die het presidentschap van de Verenigde Staten hebben bekleed, zijn acht gestorven in de ‘line of duty’, In Suriname is dat vanaf de zelfstandigheid nooit gebeurd. De meerderheid van Amerikaanse presidenten hebben twee termijnen die functie bekleed, maar James K. Polk, James Buchanan en Rutherford B. Hayes, hadden geen belangstelling voor een tweede termijn, één verklaarde zelfs het Witte Huis een verschrikkelijke plaats te vinden om er te wonen. In de meeste landen zijn er in de grondwet limieten vastgelegd ten aanzien van de duur van het presidentschap. Normaliter kan worden gesteld dat de meerderheid van presidenten zich houden aan die grondwettelijke termijnen. In Frankrijk heeft zich enkele jaren geleden zelfs een ontwikkeling voorgedaan, waarbij president Jacques Chirac de presidentiële termijn van 7 jaar middels wijziging in de grondwet heeft teruggebracht naar 5 jaar. Aan het einde van zijn eerste termijn van 7 jaar en direct na zijn herverkiezing begon Jacques Chirac in mei 2002 aan zijn tweede en laatste termijn van 5 jaar als president van Frankrijk. Maar er zijn presidenten die zo verslaafd raken aan de executieve macht dat zij niet bereid zijn die op te geven. Middels wijziging van terzake vastgestelde termijnen blijven zij zich vast klampen aan die hoge stoel tot de wetten van het leven daar een eind aan maken. Zij vallen dood neer of worden vermoord of weggejaagd. President Paa Seika (Siaka) Stevens van Sierra Leone verklaarde eens dat “ geen enkel menselijk wezen ooit met de vinger naar hem zou kunnen wijzen en zeggen dat hij de ex-president was”. De Surinaamse grondwet biedt alle ruimte voor de vervulling van deze Seika wens, want er zijn geen limieten gesteld aan de termijn van het presidentschap in ons land. Het is de vraag of bij de aangekondigde grondwetswijziging het leiderschap groot genoeg zal zijn om een termijnbeperking in te voeren ter bescherming van de democratie.
Rudie Alihusain