Misstanden geconstateerd door OAS in Suriname

Door de Inter-Amerikaanse Commissie voor Mensenrechten (IACHR) zijn naar aanleiding van een oriëntatiemissie enige weken terug ettelijke omstandigheden geconstateerd, die duiden op een haperende mensenrechtensituatie in het land. De OAS-commissie boog zich niet over het hele mensenrechtenspectrum, maar had overwegend als nadruk de situatie van de vrouwen en de Inheemse en Tribale Volken (ITV) in Suriname. De conclusies en opmerkingen, die getrokken en gemaakt zijn door de OAS, impliceren dat er veel huiswerk te verrichten is door de verschillende ministeries. De IACHR kwam tot haar bevindingen na gesprekken met ook hoge regeringsvertegenwoordigers en het ngo-veld. Met betrekking tot de ITV merkte de IACHR op dat uitvoering van het Moiwana-vonnis, wat betreft de demarcatie en het verlenen van landrechten, nog niet vlot. In de eerste plaats moet hier opgemerkt worden dat in Suriname volgens de internationaal gangbare normen vastgesteld worden welke de Inheemse en Tribale gemeenschappen wel zijn op basis van het principe van zelfidentificatie en hoe groot deze gemeenschappen zijn. De fout moet niet gemaakt worden om slechts uit te gaan van een naam die Inheems of in de Marrontaal is of dat het woord ‘dorp’ deel uitmaakt van de benaming van de woonplaats. In de loop der jaren zijn een heleboel voormalige dorpsgemeenschappen gemoderniseerd en verstedelijkt. Er zijn geen functionerende tribale gezagsvormen meer, noch functioneert het tribale recht in deze plaatsen. Evenmin gaat men aantreffen een zogenaamde tribale economie waarmee de leden van die gemeenschappen zich uitsluitend bezighouden. De modernisering is in deze gemeenschappen te ver doorgevoerd en het zal moeite vergen wil men bepaalde van deze ‘dorpen’ nog aanmerken als Tribale en Inheemse gebieden. Bovendien heeft de voortschrijdende urbanisatie, steeds betere infrastructuur en de goudwinning en de bosbouw ook hun tol geëist.  De demarcatie is onderdeel van het Moiwana-vonnis, maar het moet wel tegen de achtergrond van de stand van zaken in 2013 worden bezien, in tegenstelling tot het onderdeel van de schadevergoeding die gewoon moet worden uitgevoerd. Ook het aspect van de collectieve landrechten moet genuanceerd worden bekeken in het kader van de veranderde omstandigheden in het jaar 2013. Een situatie die al een hele tijd speelt, is dat van de kwikvervuiling van het (grond)water en de flora en fauna in het binnenland. Deze issue heeft de aandacht van waarschijnlijk alle ambassades van westerse landen die hier aanwezig zijn. Er is hulp aangeboden, maar er komt geen schot in de zaak wat betreft het introduceren van milieuvriendelijke mijntechnieken in Suriname. Een NDP’er zou als vertegenwoordiger van een bedrijf de milieuvriendelijke technieken en de daarbij horende apparatuur hier aan het bevorderen geweest zijn. Voorts behoort het ook tot het takenpakket van de Commissie Ordening Goudsector. Er zijn mijnscholen gepland in het binnenland, maar het is allemaal nog toekomstmuziek. Er komt in deze zaak weinig schot, terwijl de vergiftiging van ons land maar doorgaat. De IACHR benadrukte in haar bevindingen de niet volgens de internationale procedures noodgedwongen verhuizingen van gemeenschappen die in het binnenland wonen. Benadrukt werd het principe dat bekend staat als FPIC (free prior informed consent), hetgeen erop neerkomt dat de regering lokale woongemeenschappen eerst volledig informeert en consulteert, voordat ze overgaat tot het sluiten van contracten met allerlei bedrijven voor exploratie en exploitatie. Recentelijk is 0.6 miljoen hectare aan een politiek gelieerde persoon gegeven voor zogenaamde exploratie. Zijn daarover consultaties met relevante woongemeenschappen geweest? Bovendien heeft de regering ook de taak om woongemeenschappen en structuren te versterken, waardoor er geen misbruik wordt gemaakt door beter ontwikkelde stedelingen of buitenlanders of dat er intern corruptie plaatsvindt. We denken dan aan de buitenlanders die in het uiterste zuiden van het land opeens recent goud aan het zoeken waren. De IACHR noemde als problemen in het binnenland ook kinderarbeid en seksueel geweld tegen vrouwen in de mijngebieden. Wat het laatste betreft, is er huiswerk voor de minister van Justitie en Politie. Dit probleem had aandacht van de laatste NF-minister op dit departement. Deze minister heeft het geluk om bijvoorbeeld structuren voor mensenhandel op het ministerie aan te treffen, maar hij moet de zaak gemotiveerd houden en niet juist demotiveren. Een heel belangrijk punt dat de IACHR maakte in haar bevindingen, was de onvoldoende aandacht die de verschillende culturen, gewoontes en talen krijgen in het Surinaams onderwijs. De Unesco pleit al geruime tijd meertaligheid en aandacht voor de verschillende moedertalen. Voor het bepaalde gemeenschappen wordt zelfs meertalig onderwijs bevorderd. In Suriname gaat de Surinaamse overheid uit van de assimilatiepolitiek met een absolute dominante rol voor het Nederlands en de Nederlandse cultuur. In lijn met hetgeen de oppositie stelt, constateert ook de OAS dat er meer aandacht besteed moet worden aan slachtofferzorg in Suriname. Problemen die erkend worden door de samenleving als nationale tekortkomingen, zoals lage politieke participatie van vrouwen, afwezigheid van een zwangerschapswetgeving, een verschil in beloning tussen mannen en vrouwen en slechte gezondheidszorg met als gevolg zwangerschapscomplicaties, vielen de IACHR ook op. Deze punten moeten door de regering worden opgelost. De OAS-commissie komt tot de slotsom dat er discriminatie en geweld bestaat tegen personen met een bepaalde seksuele oriëntatie (LGBT’s). Biza moet een beleid hierop ontwikkelen. Opmerkelijk zijn de kanttekeningen die door DNA-leden zijn gemaakt die afkomstig zijn uit het binnenland over dit onderwerp. Deze opvattingen zijn vooral internationaal nu niet te verdedigen en zullen leiden tot veroordelingen.
Zo’n OAS-exercitie zou dankbaar door de regering moeten worden gebruikt om versneld te werken aan een aantal oplossingen om zodoende het internationale imago op te vijzelen.

error: Kopiëren mag niet!