De Verrekijker………. Wilfred H. Molly Haastige spoed………..!

Naast het zeer terechte verwijt dat wij in Suriname het niet  zo nauw nemen met het begrip “onderhoud” blijkt ook nog waar te zijn dat wij onvoldoende voorbereid te werk gaan bij de start van een nieuw project bijvoorbeeld. Aan vindingrijke ideeën ontbreekt het ons niet, maar aan de haast die wij daarbij aan de dag leggen blijkt dan duidelijk het gebrek aan onvoldoende voorbereiding. Haastige spoed is zelden goed! Het project komt hierdoor nooit goed uit de verf. Aan nauwkeurigheid wordt niet gedacht. Men denkt slechts aan de populariteitsfactor waarvan men met volle teugen verwacht te zullen genieten!
Als schoolvoorbeeld zitten wij thans met het prachtig initiatief van de populaire naschoolse opvang. De gebreken die zich thans blijken op te stapelen kunnen niet onder de noemer kinderschoenen geplaatst worden. Daarvoor zijn de tekortkomingen en gebreken veel te groot. Als er ook nog komt bij kijken dat de leiding inderdaad van oordeel is dat alleen en uitsluitend partijmensen bij deze aan hun trekken mogen komen, dan is het hek van de dam. Het is dan ook nog tegenstrijdig aan de leus van de president. Die spreekt immers telkens van met z’n allen.
Nagenoeg elke dag komt men tot de nuchtere ontdekking dat er niet voldoende is nagedacht over de ordening van dit op zichzelf mooie project. Zowel administratieve als wel tekortkomingen in de praktijk dienen zich zodanig aan dat men eerder zou moeten denken aan liever een voorlopig stopzetten van het gehele project dan aan de vele correcties die gepleegd dienen te worden. Belangrijke regels om te voorkomen dat er onder de leveranciers gemanipuleerd wordt met de noodzakelijk te leveren goede voeding, ontbreken ten enenmale. Ook aan de controle daarvan missen wij de nodige bevoegdheden die in elke goede samenleving als normen en waarden worden aangenomen! Kortom, op de keper beschouwd, laten de vele tekortkomingen een beeld zien dat al heel makkelijk als een chaos gekarakteriseerd zou kunnen worden.
Wij hebben in de vijftiger jaren een min of meer armoedige periode in Suriname gekend waarbij er voedsel verstrekt werd door de overheid aan leerlingen van de lagere scholen. Een zekere heer Stomp was belast met het  bereiden  van het voedsel dat met smaak werd klaar gemaakt. Thans zijn de mogelijkheden in vergelijking met toen veel groter om beter smakelijker voeding te bereiden. Helaas wordt er nu meer gedacht aan blad (geld) maken dan aan goed en menswaardig voedsel. Wat een tijd! Wat een type mensen!
Het is onvoorstelbaar hoe Surinamers vandaag aan de dag weten te knoeien aan het voedsel dat bestemd is voor de jeugd van ons land. Men gaat gewoon gewetenloos tekeer alsof men niet met mensenkinderen te doen heeft. Aan de vooraf gesproken leveringstijd van het voedsel alsook nog de juiste hoeveelheid houdt men zich zo goed als nooit. Men gaat van een verkeerde gedachtegang uit dat men lid is van een bepaalde politieke partij en de controle op hem of haar niet van toepassing mag zijn. Wie schopt de controleur om inzage op mijn handelen te eisen wordt ook nog in bijzijn van de betrokken controleur gezegd.
Met deze denkwijze die riekt naar een zeer ongezonde levenswijze komen wij niet verder. Er zal desnoods met de harde hand opgetreden moeten worden tegen deze soort figuren en die  zoveel mogelijk uitsluiten van een dergelijke broodwinning. Misdadigers worden ze in deze kleine gemeenschap genoemd.
Het niet op tijd na komen van de overheid aan de verplichtingen jegens de leveranciers is een ander chapiter dan wij momenteel voor ogen hebben. Het wordt bovendien reeds uit ten treure via de pers besproken zonder dat er tekenen van verbetering in deze zijn opgetreden. In dit speciale geval van de naschoolse opvang willen wij het daarom slechts hebben over de zorg van de overheid met betrekking tot de grote verantwoordelijkheid die zij met dit mooi project op zich genomen heeft. Slechte heelmeesters maken stinkende wonden. Morgen is het meestal te laat voor herstel. Een goed advies gericht aan de minister van Onderwijs en haar staf is dat er steekproefsgewijs dagelijks controle wordt uitgeoefend over de kwaliteit van het geleverde werk en de geleverde  voeding. Is de naschoolse opvang bedoeld als het verlengde van de vaste schooluren? Worden er ’s middags lessen verzorgd, of moet de tijd doorgaan als een periode van extra begeleiding van de kinderen? Wat te doen als ouders geen gebruik maken van de mogelijkheid van naschoolse begeleiding? Lopen zij dan het risico dat hun kinderen achter raken met de aangeboden normale leerstof op school?
Het zou goed zijn als het ministerie meer openheid van zaken geeft. Is er misschien ook een speciale coördinator  voor dit project aangesteld die ten alle tijde bereikbaar is als er zich problemen voordoen? Laatst nog waren er klachten over het geleverde voedsel, wat doet het ministerie met dit signaal.
Al met al is het een goed project dat door vele werkende ouders met open armen is ontvangen. Maar dan moeten de leerkrachten ook wel weten wat van hen verwacht wordt.
Aan het eind van dit schooljaar zullen wij bij de evaluatie merken of dit  project wel of niet voldaan heeft aan de verwachtingen. De schoolresultaten zullen daartoe het bewijs moeten leveren.

error: Kopiëren mag niet!