De Verrekijker……… Wilfred H. Molly Een zwarte bladzijde in onze geschiedenis!

Tijdens de jaarwisseling heeft een aantal zaken ons ernstig bezig gehouden zonder dat wij direct wisten wat toch zo merkwaardig was dat onze gedachten daardoor zodanig konden worden beheerst. Totdat het in een flits tot ons doordrong dat het in dit geval het verband was tussen goed en kwaad. Het was de dag van 25 februari 1980, de dag van de zogenaamde revolutie verantwoordelijk voor de beheersing van onze gedachten. Een dag die met zowel vette letters als cursief gedrukte, vermeld staat op de eerste zwarte bladzijde van ‘Suriname’s nooit te vergeten verdrietige tijden’. Voor de doorsnee Surinamers over het algemeen zeer ongewoon, zelfs doodvreemde zaken. Voor ons doen een ver van ons bed, onbekende gebeurtenis die wij voorheen alleen maar van krantenberichten uit het buitenland kennen. Voorwaar, een onvoorstelbare gebeurtenis in ons land.
De meeste vrouwen, in de kom van de stad, grotendeels marktbezoekers – zich van geen kwaad bewust – raakten volkomen de kluts kwijt door de ontstane situatie. Bepaalde taxichauffeurs maakten hiervan gretig gebruik en veelal misbruik, van de toestand en hanteerden abnormale prijzen. Hoe sneller men zijn of haar huis kon bereiken, hoe beter en men betaalde grif de gevraagde prijs voor een korte  of lange taxirit.
Iedere gewapende militair waande zich de leiding te hebben van het land en bezondigde zich aan allerlei ongeoorloofde handelingen die door het niet beter wetende wanhopig volk maar gedwee werd geaccepteerd. De op democratische wijze gekozen en regerende leiders, parlementsleden en andere notabelen werden of opgepakt en gedwongen ergens opgebracht als een gevangene of gesommeerd thuis te blijven tot nader order. De chaos in het land werd beheerst door de grote vrees voor het ernstige dat zou kunnen gebeuren, binnen de kortste keren tot een gedwongen rustperiode.
Intussen hadden enkele ministers – die zich wisten schuil te houden bij familieleden en of vrienden – zich vrijwillig aangemeld. De goedmoedige gezellige sfeer die er bij dit vredelievend volk sinds jaar en dag heerste, was abrupt veranderd in een alom heersend gevoel van onbehagen. Het verbod, bekend als “geen samenscholing”, zorgde ervoor dat de last, beter gezegd de overlast van de hangjongens – vooral op de volkswoningbouwprojecten – opvallend minder werd. Het maatschappelijk draagvlak is vanaf die tijd niet meer op gang gekomen zoals wij dat jarenlang eerder gekend hebben. Zelfs sport was verboden. Een besluit overigens dat ongetwijfeld veel afbreuk heeft teweeg gebracht in de kwaliteit van vooral ons voetbalgebeuren. Ook de andersoortige verenigingen zoals de verschillende zangkoren en dansverenigingen werden zwaar getroffen door de streng ingestelde avondklok. Menige laatkomer van een familiebijeenkomst, na een sterfgeval, werd op straat opgepakt en voor tenminste enkele dagen vergast  met een onaangenaam verblijf in het kampement aan de Verl. Gemenelandsweg.
Binnen afzienbare tijd werden o.a. eenvoudige halfwas militaire sportinstructeurs bevorderd in hogere rangen en prijkten met gouden sterren op de schouders als te zijn afgestudeerden van de militaire academie. De volksmilitie werd ingezet na het in leven geroepen te zijn en vele onder hen bleken naderhand mislukte burgers in de samenleving te zijn, die nota bene een wapen op hun schouders droegen die zij nauwelijks goed wisten te hanteren. Die lui waren meer te zien in de directe  omgeving van de EBS aan de Saramaccastraat en in de buurten van ziekenhuizen en internaten. Het politieapparaat werd bij een bepaalde gelegenheid onvoorstelbaar zwaar vernederd om daarna ook nog zeer ernstig in de gaten gehouden te worden. Hun hoofdkwartier aan de Waterkant behoorde intussen door brandstichting tot het verleden en de cellenhuizen die aldaar waren ondergebracht, herbergden door de brand voor enige tijd een aardig aantal doden. Kortom, het politiekorps kende vanaf dat moment een vrij lange tijd van een totaal verwaarloosd korps met zo goed als geen zeggenschap met betrekking tot de orde in het land.
De persvrijheid was aan banden gelegd en de ongebonden vrije journalisten werden eveneens streng in de gaten gehouden. Afluistervinken hadden een gouden tijd en rapporteerden leugens en halve waarheden aan de gewapende nieuwe leiders die hun oren gewillig daarvoor te luisteren legden. Die onhoudbare situatie keerde, gelukkig voor ons land, langzaam maar zeker ten goede terug. De sporters mochten beetje bij beetje opnieuw de sportaccommodaties bezoeken. Duidelijk bleek dat ons voetbal totaal was vernietigd. Gelukkig bleek alles weer op gang te zullen komen en vooral de ijverige gang naar de stembus is rustig verlopen. Opvallend was toen ook dat de  uitslag lang niet zo gunstig was voor de wapendragers, de zgn. revolutiemakers. Het electoraat veegde hen met sterren en al weg met een in de wereld eerder ongekend verschil in stemmenaantal.
Op de keper beschouwd is deze droevige dag in onze geschiedenis heus geen dag om vreugdevol te herdenken. Velen vinden het besluit van welke regering dan ook om deze dag wel te herdenken ongegrond en oneerbiedig. De fatale 8 decemberdag wordt trouwens toch ook niet gevierd of herdacht. Het land verkeert op die dag overigens zeer terecht in diepe rouw en dat wordt middels kerkdiensten o.l.v. de Organisatie voor  Gerechtigheid en Vrede herdacht.
 

error: Kopiëren mag niet!