‘Guyana is agressief bezig geweest om Suriname voor schut te zetten met verkeerde informatie over de kandidaatstelling binnen de OAS.’ Dat zegt een diplomatieke bron aan Dagblad Suriname. Naar verluidt zouden de Guyanezen een campagne op touw hebben gezet met gebruikmaking van informatie, die zogenaamd door onze president en onze minister van Buitenlandse Zaken aan hen zou zijn doorgegeven. De Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken zou continue geïnformeerd zijn over dit bedrog, ‘maar heeft nooit protest aangetekend’, meldt de bron. ‘Integendeel heeft hij meegewerkt aan het belang van Guyana.’
De bron weet zich ervan overtuigd dat ‘Caribische landen boos zijn op Guyana, waarvan functionarissen aan iedereen in Washington DC vertellen dat Ramdien geen steun heeft van de Surinaamse regering’. ‘Guyana zou in diplomatieke kringen ook het gerucht hebben verspreid dat president Bouterse niet in Ramdien gelooft en dat de Caricom de OAS-topper ook niet zou ondersteunen voor de functie van secretaris-generaal.’ Deze leugens zouden volgens de bron aan diplomaten en diplomatieke werkers van Trinidad en Jamaica zijn verteld. Daags terug zou Buza-minister Winston Lackin hebben verklaard dat de Surinaamse regering meer heil ziet in het ondersteunen van een Guyanese voordracht voor de assistent secretaris-generaal-post dan het ondersteunen van de Surinamer Ramdien voor de hoogste post, omdat deze regionaal weinig draagvlak zou hebben. Deze opmerking heeft een lawine van kritiek veroorzaakt in zowel Suriname als Caricom.
Uit zijn diplomatieke ervaringen weet de bron de krant te vertellen dat het gevolg van de leugenachtige campagne van Guyana met Surinaamse betrokkenheid – met name de uitspraken van Buza-minister Lackin – is dat ‘de autoriteit, het gezag en het respect van de Surinamer Ramdien binnen de OAS enorm zijn aangetast’. ‘Het zal zeer intern en diplomatiek zeer moeilijk worden voor Ramdien om de komende 2 ½ jaar te functioneren. Het is een inbreuk op de diplomatieke codes, dat uitgerekend een minister van Buitenlandse Zaken een hoge functionaris van de OAS publiekelijk bespreekt en zijn gezag aantast, een gezag dat ten principale gebaseerd is op de steun die hij heeft van de lidlanden van de OAS.’
De minister van Buitenlandse Zaken van Guyana bezoekt een dezer dag de OAS om verder te lobbyen. ‘Internationaal is daarmee dan het signaal gegeven dat dit land loyaal is aan zijn doelstelling. Waar is de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken geweest om statements te maken om de Surinamer Ramdien te ondersteunen?’ De diplomatieke bron vindt het frappant en ongepast dat onze Buza-minister aangeeft dat de regering hoge posities van Surinamers ambieert en dit eerder ook aan de OAS-topper kenbaar maakt ten aanzien van de OAS-mogelijkheden, ‘maar niet op het veld gaat om actief steun te mobiliseren op basis van de ongetwijfeld uitmuntende credentials die de geprezen assistent secretaris-generaal heeft.’
De diplomaat weet Dagblad Suriname te vertellen dat de zaak in het belang van Suriname en de Caricom nog te redden valt. ‘Paramaribo heeft nog de ruimte om haar standpunt te herzien en duidelijk aan te geven dat er geen vertrouwensbreuk bestaat tussen de Surinamer Ramdien en de regering. De ambassadeur moet uitgenodigd worden door de Surinaamse regering, waarbij aangegeven moet worden op een professionele manier waarom de topfunctie niet alleen geambieerd, maar ook met een strategie gerealiseerd kan worden’, aldus de bron.
De uitspraken van Buza-minister Lackin hebben volgens de diplomatieke bron een verklaring. ‘De minister is geheel onterecht alleen afgegaan op informatie van zijn collega in Guyana, die er duidelijk belang bij had om hem op een verkeerd spoor te zetten.’ De vraag blijft voor hem wel open waarom Lackin persoonlijk ‘het voortouw neemt om campagne te voeren tegen een hoge functionaris bij de OAS in plaats van juist campagne te voeren voor hem als Surinamer’. De bron maakt Dagblad Suriname voorts attent op het communiqué dat traditioneel door de staatshoofden van Caricom wordt gepubliceerd na de sluiting van de intersessional ontmoeting. In dit document wordt nergens aangegeven dat kandidaten zijn voorgedragen voor functies en nog minder dat er ondersteuning is verleend. Ten slotte merkt de diplomaat op dat naast Guyana nu ook Belize heeft aangegeven belangstelling te hebben voor de functie van assistent secretaris-generaal. ‘Caricom is nu al verdeeld, dus de kans dat Guyana de tweede functie realiseert, is ook kleiner geworden’, aldus de bron.