De minister van Buitenlandse Zaken, Winston Lackin, krijgt een dikke onvoldoende voor het buitenlands beleid dat hij voert. Deze onvoldoende krijgt hij van de VHP- parlementariërs Sheilendra Girjasing en Chandrikapersad Santokhi naar aanleiding van de kandidaatstelling van assistent secretaris-generaal van de OAS, Albert Ramdien, voor de post van secretaris generaal. De regering heeft besloten in plaats van de Surinamer Albert Ramdien, een vertegenwoordiger van buurland Guyana naar voren te schuiven. Beide parlementariërs uitten hun afkeuring hierover. ‘Dit is vreselijk en het diepste punt voor mijn land waar een eigen zoon naar het offeraltaar wordt gebracht voor een land waarmee je nog in een grensconflict zit. Ik snap het beleid van de regering niet. Ook snap ik niet waarom men kiest voor een tweede positie, terwijl wij de mogelijkheid hebben om de eerste positie te bekleden.’ Het zou een primeur worden voor Caricom om de hoogste functie van secretaris-generaal in te vullen.
‘Ik begrijp dit totaal niet. De regering praat over hoe nationalistisch ze is en dat Surinamers topfuncties zullen bekleden op internationaal niveau. Maar niets hiervan is waar’, aldus Girjasing. Hij zegt dat de Buza-minister een falend beleid voert. Als voorbeeld haalt hij aan de ondersteuning van ambassadeur Henry Mac Donald van wie tevoren al was gezegd dat hij niet geschikt was voor de positie. Toch werd hij voorgedragen op een internationale positie en door ondeskundigheid heeft hij het niet kunnen halen. ‘Dat was al een schande voor ons land. Ramdien heeft 8 jaren lang de op één na hoogste functie bekleed, omdat hij die kwaliteiten heeft en gewoon de beste man is’, zegt Girjasing. Hij zegt dat de regering verantwoording moet afleggen over deze beslissing.
Ook Santokhi vindt dat het standpunt van de regering verkeerd is. Hij zegt dat deze actie van de regering alleen maar uitwijst dat de minister van Buitenlandse Zaken helemaal geen kennis draagt en onvoldoende vermogen heeft een goed buitenlands beleid te voeren. ‘Op basis van mijn informatie kan ik zeggen dat Ramdien voldoende ondersteuning krijgt bij de Caricom-lidstaten, maar ook andere lidstaten van het westelijk halfrond. Bovendien heeft Suriname totaal geen lobbywerk gedaan, dat heeft Ramdien zelf moeten doen. De minister heeft totaal geen vermogen en komt dan zonder een motivering en zonder beweegredenen aankomen met de ondersteuning naar buurland Guyana, waar niet eens gestart is met het lobbywerk en met campagne. Er klopt iets niet’, aldus Santokhi. De VHP’er vindt dat het nu het juiste moment is voor Caricom om een toppositie te bekleden. ‘Wij krijgen al de volle ondersteuning van buitenaf en wie laat het afweten? Alweer Suriname. De minister praat veel over topposities die bekleed moeten worden door Surinamers, maar wanneer het aankomt op daden, dan is niets hiervan waar. Er gaat nu een gouden kans voor Suriname op een goedkope manier de mist in. Dit is niet goed voor ons image en het buitenlands beleid van Suriname’, aldus Santokhi. De VHP’er zegt dat alleen de presidenten van Suriname en Guyana kunnen vertellen wat er is besproken en waarom deze beslissing is genomen.