Sociaal zekerheidsstelsel neemt vlucht

Het sociaal zekerheidsstelsel staat al minimaal vanaf het begin van de jaren ’70 op de agenda van de Surinaamse politiek. Het sociaal zekerheidsstelsel regardeert een aantal ministeries en departementen in Suriname blinken nu eenmaal niet uit in het samenwerken. Zelfs als ministeries tot een en dezelfde politieke partij ‘behoren’, gaat samenwerken moeilijk. Het sociaal zekerheidsstelsel is altijd op de agenda geweest, maar in de jaren ’90 en het eerste decennium van de nieuwe eeuw was het enigszins gezakt op de politieke agenda. Zonder een departementoverstijgend structuur dat eraan trekt, komt zo een structuur niet tot stand. Voor het eerst wordt nu door de autoriteiten zelf zwaar getild aan een sociaal zekerheidsstelsel. In de media wordt bericht dat ook de werkgevers en de werknemersverenigingen in het Tripartiet Overleg zwaar tillen aan het sociaal zekerheidsstelsel. Enige dagen terug was het de president zelf die toch wel in details heeft getracht in te gaan op de verschillende aspecten van dit stelsel en dat de uitvoering niet te lang op zich moet laten wachten. In de media was ook gemeld dat de vp zich persoonlijk zou inlaten met het nu daadwerkelijk opzetten van dit stelsel. De president legde direct de link met het sociaal akkoord dat is beloofd aan de burgerij. Het is voor het eerst dat de president zich buiten formele settings als de jaarrede of de oktoberrede uitlaat over een sociaal zekerheidsstelsel. Opvallend in het interview was ook dat de president erkende dat in een goed programma als de naschoolse opvang, personen die de ruimte zien de zaak verpesten door een njang te gaan maken. De president moet harde maatregelen treffen tegen degenen die in deze misbruik van de zaak maken.
Hier hebben wij vooral bij evaluaties van het overheidsbeleid aangegeven dat het bij ons nog ontbreekt aan de sociale zekerheid. Met een stelsel begrijpen wij dat de sociale zekerheden aan elkaar worden gekoppeld, waardoor uitkeringsniveaus op elkaar zijn afgestemd en een groot efficiënt systeem ontstaat. Het stelsel impliceert dat een aantal zekerheden deel uitmaken van het stelsel. Daarbij moet worden voorkomen dat de overheid het systeem puur bekostigt, zonder dat dit stelsel geld genereert. De bedoeling moet zijn dat het overgrote deel van de bevolking bijdraagt aan een systeem dat zichzelf in stand houdt. Een deel van de burgers en ingezetenen zal niet in staat zijn bij te dragen en zal alleen trekken uit het systeem. Voor het in stand houden van een sociaal zekerheidsstelsel moet ernaar gestreefd worden dat alle burgers en ingezetenen daaronder vallen en zoveel mogelijk daartoe bijdragen en wel progressief. Dat betekent dat de problematiek van de formele en de informele sector gerelateerd zijn aan het sociaal zekerheidsstelsel. Als uitgegaan wordt van een systeem waar iedereen met een inkomen aan bijdraagt, dan moeten alle inkomens transparant zijn. De regering zal ook pogingen moeten ondernemen dat de informele sector getransformeerd wordt tot de formele sector. Volgens schattingen zijn veel personen in Suriname werkzaam in de formele sector. Het sociaal zekerheidsstelsel zal afhangen van de controle die uitgevoerd moet worden. Controle-instituten moeten adequaat bemand, competent en integer zijn om te controleren dat iedereen binnen het systeem valt. Er zijn aspecten uit het sociaal zekerheidsstelsel die al in uitvoering zijn in Suriname en andere delen die nog moeten worden uitgebouwd. We noemen als eerste de ziektekostenverzekering. Een significant deel van de samenleving heeft een door de belastingbetaler gefinancierde on- en minvermogenkaart. De president zei onlangs in het kader van het sociaal zekerheidsstelsel dat het systeem zwaar vervuild is en dat er personen profiteren van de voorzieningen die daarvoor niet in aanmerking moeten komen (zgn. ‘personen met een D-Max’). Een deel van de burgers heeft een SZF-verzekering vanwege een overheidsbaan en een deel een dokterskaart vanwege de werkgever. Het zijn meestal de werkgevers die een afspraak met een bond hebben die een dokterskaart hebben. Voor werknemers die niet gedekt worden door een bond en zelfstandigen moet in het systeem plaats worden ingeruimd. Die moeten ook gedekt worden en hetzelfde geldt voor gezinsleden. Hetzelfde kan min of meer ook gezegd worden van de pensioenen. Op de website van de Centrale Bank van Suriname blijkt dat er slechts een handjevol pensioenfondsen bestaat in tegenstelling tot de honderden bedrijven die emplooi bieden aan tienduizenden arbeiders. Ook hier geldt dat voor landsdienaren en bedrijven met een bond meestal pensioenen zijn geregeld naast het staatspensioen (AOV). Veel arbeiders zijn daarom als aanvulling op hun AOV verplicht om meestal in de security branche te gaan werken. In de informele sector worden ook geen pensioenen uitgekeerd. Een ander deel van het sociaal zekerheidsstelsel is de uitkering die gegeven moet worden bij ongevallen van arbeiders. Niet alle ondernemers laten hun arbeiders verzekeren. Met name in de informele sector worden er geen verzekeringen gesloten. Het komt wel eens voor dat burgers niet meer kunnen werken, omdat zij betrokken raken in een ongeluk of chronisch ziek of permanent invalide worden. Voor zulke burgers is er een uitkering vanuit Sociale Zaken, die bijlange na niet voldoende is om te voorzien in het levensonderhoud. In het sociaal zekerheidsstelsel moet er aandacht zijn voor de uitkeringen aan deze groep burgers. Door de politiek wordt vaak aangehaald dat AOV is verhoogd, maar het niveau van de uitkeringen is zeker vatbaar voor verbetering. Een uitkering die ook geregeld moet worden, is de zwangerschapsuitkering. Bij de landsdienaren en arbeiders in bepaalde grote bedrijven worden vrouwen niet ontslagen als zij in de verwachting zijn. In de meeste bedrijven moeten vrouwen zelf zien hoe aan geld te komen voor de periode waarin zij in de verwachting zijn en als ze na de bevalling niet kunnen werken. Een laatste aspect van het sociaal zekerheidsstelsel dat wij aanhalen, is dat van de uitkering aan werklozen. Deze groep is tot nu toe aan zichzelf overgelaten, hetgeen criminaliteit in de hand kan werken. Deze uitkering moet samen gaan met een plicht om te solliciteren en beschikbaar zijn voor vacatureoproepen.
We zien dus dat een heleboel onderdelen van het sociaal zekerheidsstelsel niet in werking zijn in Suriname. Ons land is een middeninkomensland en een zekerheidsstelsel moet zeker in werking worden gesteld met optimale bijdrage van iedereen die daartoe in staat moet zijn. Het is een zeer positieve zaak dat de president het sociaal zekerheidsstelsel koppelt aan het sociaal akkoord. Dit stelsel is evenwel gekoppeld aan het aanpakken van de informele sector, het bevorderen van investeringen en het promoten van de productiviteit. Met de betrokkenheid van de sociale groepen moet het opzetten van zo een stelsel lukken, met monitoring van de president persoonlijk.

error: Kopiëren mag niet!