Het probleem van het slavernijmonument

Het is jammer dat het slavernijmonument maar niet komt, want 2013 zou daarvoor wel een goed jaar zijn. Vooropgesteld natuurlijk dat men zich houdt aan lustrumjaren. Als dit laatste nu weer speelt, is het goed weer even terug te gaan in de geschiedenis. Tijdens de voorbereiding van respectievelijk 120 jaar Hindostaanse immigratie en 130 jaar Keti Koti, waren twee
vertegenwoordigers (BSM en MH) van de Stichting Hindostaanse Immigratie (SHI) gestapt naar de Heerenstraat waar het Directoraat Cultuur toen was gehuisvest. Men ging voor een gesprek met de werkgroep Keti Koti onder leiding van dr. André Kramp. Deze werkgroep had haar secretariaat bij het Directoraat dat toen onder leiding was van mevrouw Alexander-Vanenburg. Omdat de SHI al een toezegging had van de Suralco voor het gieten van haar monument in aluminium, kwam zij met het voorstel om van deze grote geste van Suralco gebruik te maken en meteen twee monumenten te laten maken. Dat van Baba en Mai en dat van de slavernij. De SHI ging nog een stapje verder en stelde de werkgroep Keti Koti voor, haar ook financieel te zullen helpen, volgens het bekende christelijke principe ‘wij zijn toch kinderen van een vader’. Het voorstel van de SHI werd echter door de heer Kramp, onder dankzegging voor haar komst, afgewezen met de woorden ‘wij gaan het zelf doen’. Ik dacht er goed aan te doen dit voorval weer onder de aandacht te brengen van de initiatiefnemers van het huidige slavernijmonument met de simpele woorden, hoe ongaarne ook, ‘Twintig jaar geleden had u door ons niet geholpen willen worden…maar nu heeft u nog steeds geen monument!’
Benjamin S. Mitrasingh

error: Kopiëren mag niet!