Terwijl vrij recent nog parlementariërs van de NDP kritisch opmerkten dat voorzichtigheid geboden moet zijn bij de naturalisatie van vreemdelingen, waarvan een groot deel Chinezen, vernemen wij met verbazing dat de president tijdens Chinees Nieuwjaar aangeeft dat het allemaal gemakkelijker gemaakt moet worden voor deze groep om de arbeidsmarkt te betreden. Wij hopen dat het hier gaat om een type uitspraak, waarop de president later dus terugkomt en het nuanceert. Niet dat wij iets hebben tegen de burgers van China die hier naartoe komen op zich, maar bij ons gaat het om een inconsistentie die in de politieke plannen en wensen te bespeuren is. Er wordt alom gewaarschuwd voor de tweede golf van kolonisatie nu met als imperialistisch land China. Waar de Europeanen het deden met wapens en nu nog geen kans voorbij laten gaan om met wapengekletter in voormalige koloniën te paraderen, doet China het met de zogenaamde ‘soft diplomacy’. Mensenrechtenissues, corruptie en het afwezig zijn van good governance zijn geen obstakels. Als je je kapot wil maken, mag je dat gerust doen volgens de Chinezen, zolang je maar bereid bent samen te werken. Een ‘bakshish’ wordt in de deals ingecalculeerd, men betaalt het graag en dat is niets anders in Suriname. Weinigen slaan het hier af, maar degenen die een bundel geld afslaan, beseffen niet dat terwijl ze nationaal een award verdienen, zij aan de andere kant de aanbieder beledigen. Dat is de gap die bij de corruptie duidelijk blijkt. Een gegeven tyuku moet geaccepteerd worden. Kortom de druk op onze arbeidsmarkt is steeds groter aan het worden. Waren de Chinezen vroeger uitsluitend klein winkeliers, nu zijn ze ook bouwvakkers, stratenmakers, schilders, landbouwers en veetelers. Het gevaarlijke hierin is dat de nieuwe Chinezen in slavernijachtige toestand kunnen leven, zoals vaker aangehaald over Suriname in de country report van de USA States Department. Die zeggen dat er hier slaven voorkomen in de bouw en constructie. Wij zien dat niet, wij willen dat niet zien. En deze werkers zullen, als versoepeld werkvergunningen worden uitgegeven, concurreren met Surinamers die heel anders leven, hier hun leven plannen en hun kinderen opvoeden en hier ook oud zullen worden. Van de Chinezen wordt gezegd dat Suriname voor een deel een springplank is. De vraag is waarom de president nu opeens vindt dat er in Suriname veel meer Chinezen moeten komen. Beseft de president wel dat na een aantal jaren legaal verblijven in het land vanuit de vreemdelingenwetgeving een soort aanspraak ontstaat op de Surinaamse nationaliteit? Heeft de regering geen plicht om de Surinaamse identiteit te helpen beschermen met een restrictief toelatingsbeleid. In juli 2011 nog merkte de voorzitter van de commissie van rapporteurs bij een naturalisatie, Rabin Parmessar van de NDP, op dat de regering een visie moet hebben en deze ook presenteren over de bevolkingspolitiek. Ook deze regering heeft geen bevolkingspolitiek gepresenteerd aan de bevolking, niet in het regeerakkoord, noch in de regeringsverklaring. Parmessar keek kritisch naar de mensen die toen genaturaliseerd werden. Het was geen hoog geschoold kader. Van de honderd volwassenen die toen genaturaliseerd waren, bleek 80% slechts de lagere school doorlopen te hebben. Nu wordt een andere taal gesproken, maar de MC heeft de gunst van de kiezer gewonnen met krassere taal wat betreft het toelatingsbeleid. In het MC-NDP-verkiezingsprogramma wordt, in het kader van ‘economische politiek’, aangegeven dat de partij voorstander is van soepele doch beperkte toelating van vreemdelingen, indien zij op basis van hun kennis, technische opleiding en ervaring een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van het land. Nu zegt de president dus zonder meer dat de reguliere werkvergunningen soepel moeten worden afgehandeld. Het is de president wellicht ontgaan, maar het was in zijn eerste periode toen hij aan de macht was in de jaren ’80 toen hij zelf het Decreet Werkvergunningen invoerde, overigens geheel in lijn met de talloze landen die alzo hun eigen burgers op de arbeidsmarkt voorkeur geven. De bedoeling van het nog steeds geldige decreet is voorkeur geven aan de Surinaamse burgers. Pas als er geen Surinamers te vinden (zullen) zijn, dan pas komen vreemdelingen aan de beurt. Dat is de essentie van elk werkvergunningen- en ook het toelatingsbeleid, het draait vanwege zijn karakter om het maken van onderscheid en om het geven van voorkeur. Nu laat de president blijken dat Surinamers niet meer op de arbeidsmarkt beschermd moeten worden. Geldt dat omdat Surinamers zogenaamd lui zijn? Het kan ontbreken aan de werkethiek, maar bij die vergelijking moet men niet kijken naar de Chinezen, dat is geen vergelijkingsmateriaal. Die heren komen uit een communistisch land en leven hier soms onder slavernijachtige omstandigheden als sardines in een blik.
De MC-NDP zei in haar verkiezingsprogramma dat met het oog op de huidige situatie van groeiende immigratie en vooral ook met betrekking tot de gevolgen van verdere immigratie door de voorgenomen snelle economische ontwikkeling van ons land, het noodzakelijk geworden is de immigratiewetgeving aan te passen aan de nieuwe omstandigheden. ‘Want hoezeer wij ook buitenlandse investeerders, ondernemers en arbeidskrachten verwelkomen ter ondersteuning van onze ontwikkeling, Surinamers zullen onder alle omstandigheden op de eerste plaats dienen te blijven en altijd de voorkeur genieten’, staat letterlijk in het verkiezingsprogramma. ‘Alleen daar waar Surinamers niet beschikbaar zijn, zullen buitenlanders toegelaten moeten worden’, staat er voorts duidelijk in. Wat de president nu zegt omtrent de versoepeling is dus strijdig met zijn eigen verkiezingsbelofte en vooralsnog ook met de wet. Het MC-NDP-verkiezingsbelofte geeft ook aandacht aan het behoud van de Surinaamse identiteit. ‘De nieuwe immigratiewetgeving zal voorts zodanig zijn van inhoud, dat voorkomen wordt dat het maatschappelijke evenwicht en de sociale harmonie in onze samenleving door de immigratie verstoord wordt’, is beloofd. De MC-NDP heeft beloofd alleen immigranten toe te laten ‘die een meerwaarde betekenen wat betreft kennis en vaardigheden die hier of zwak of niet aanwezig zijn. In het regeerakkoord onderkent deze politieke coalitie dat ondanks ‘ons land de potentie heeft om een rijk en welvarend land te zijn’, er toch ‘vele mensen in ons land zijn die leven in armoede vanwege zeer lage inkomens’ en ‘open en verborgen werkloos zijn’. Nu rijst de vraag of met het opengooien van de arbeidsmarkt voor Chinezen bij de vleet, zonder voorkeur voor Surinamers (en nu ook Caricom-staatsburgers) de regering iets positief doet om de armoede te helpen verlichten en de werkloosheid te helpen opheffen. Het lijkt er niet op. De discrepantie tussen de verrassing van zondag bij Chinees Nieuwjaar en de politieke beloftes is compleet. Bij nader inzien hopen wij dat de president wel nuanceert, anders zal hij wetgeving drastisch moeten omgooien.