Dagblad Suriname verneemt dat een aantal onderwijsinspecteurs zijn ontslag heeft ingediend. De inspecteurs zijn ontevreden, omdat het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (Minov) de rechtspositie van deze medewerkers zou ondermijnen. De voormalige minister had bij de beëdiging in januari 2012 beloofd dat de arbeidsvoorwaarden van de inspecteurs zouden worden aangescherpt en het salaris zou worden aangepast. ‘De inspecteurs verdienen in reële zin minder dan de leerkrachten die zij moeten controleren. Het Fiso-beloningssysteem heeft deze frictie in de hand gewerkt. Fiso heeft namelijk de positie van de onderwijsgevenden die voor de klas staan, met honderden SRD’s opgetrokken, terwijl de onderwijsinspecteurs op hetzelfde niveau zijn gebleven. De in het vorige jaar beëdigde groep stond voor haar indiensttreding bij de inspectie nog voor de klas. De overschakeling van het onderwijs naar de bureaudienst betekende dat zij niet meer in aanmerking komen voor een aantal secundaire voorzieningen.’ De 25 % opslag die hen zou zijn toegezegd bij de beëdiging, zou een redelijke compensatie zijn voor het verlies van de incentives.
Het is nog niet duidelijk hoeveel personen Inspectie gaan verlaten en terugkeren naar het onderwijs. Het ontslag betekent in elk geval wel dat de onderwijsinspectie vanaf het komend schooljaar (2013/2014) weer geconfronteerd zal worden met een schrijnend tekort aan kader. ‘Het is jammer dat de pogingen van ex-minister Sapoen om dit tekort op te heffen, door het huidige beleid weer teniet worden gedaan. De inspectie was jarenlang uitgehold. Door de gebrekkige voorzieningen en het povere salaris had 90 % van de inspecteurs bij glo, voj en vos de dienst verlaten.’