In het jaar 2000 is het ministerie van Openbare Werken met enkele erfgenamen van Mataw Janki een ruil overeengekomen. Hierbij is het perceel, dat toebehoorde aan de erfgenamen, te weten het perceel groot 41,5 ha gelegen aan de Parakreek in het district Wanica, geruild. Het perceel staat nu bekend als de vuilstortplaats Ornamibo.
Nu na 12 jaren hebben niet alle erfgenamen in ruil voor hun aandeel een ander stuk grond van de overheid gehad, terwijl de overheid dagelijks gebruik maakt van hun perceel. De erfgenamen zijn in een gevecht verwikkeld, zonder enig resultaat. De kantonrechter heeft er reeds een vonnis gewezen, waarbij de Staat veroordeeld werd om binnen 3 maanden een perceel toe te wijzen aan de erfgenamen op straffe van een dwangsom. Volgens een van de erfgenamen is de dwangsom reeds lang opeisbaar. Bij hen is het echter niet om het geld te doen.
De erfgenamen hebben de afgelopen maand in een schrijven een laatste verzoek aan de minister van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer (RGB) gedaan. Het stuk perceel staat nog steeds op naam van de erfgenamen. Juridisch zijn zij nog steeds de eigenaren. Zij hebben aan de minister kenbaar gemaakt dat indien niet binnen een maand na het schrijven zou worden gereageerd, zij de toegang tot dat terrein zouden barricaderen. Inmiddels is de tijd verstreken en de erfgenamen maken zich op om op zeer korte termijn acties te ondernemen.