De Federatie van Organisaties van Leerkrachten In Suriname (Fols) herdenkt op donderdag 10 januari 2013 het feit dat zij 45 jaar geleden werd opgericht. Op deze belangrijke dag moeten alle onderwijsgevenden op basis- en voj-niveau in Suriname, maar in het bijzonder de jonge leerkrachten – zij die voornamelijk na 2005 in dienst zijn gekomen – heel goed beseffen dat de Fols in de 45 jaren op verschillende momenten strijd heeft moeten leveren om de arbeidsvoorwaarden te verbeteren. Niets is haar door geen enkele werkgever (lees regering) cadeau gegeven, noch primaire- noch secundaire arbeidvoorwaarden. Dit meldt de organisatie in een persbericht.
Een korte terugblik geeft aan dat het politieke klimaat rond de periode van de oprichting niet zo gunstig was voor de ontwikkeling van de vakbeweging. De voorloper van de Fols – de Samenwerkende Onderwijzersorganisaties- die al vóór 1968 actief was, had reeds in 1966 een eendaagse staking gehouden. De staking werd opgeschort nadat de Samenwerkende Onderwijzersorganisaties met de toenmalige premier Pengel een aantal afspraken had gemaakt. Een van de belangrijkste afspraken was dat er aan status- en salarisverbetering voor onderwijsgevenden zou worden gewerkt. Ook de staking van 3 februari 1969 en de periode februari-maart 1973 is nog vers in het geheugen van een groot deel van de generatie die nu met pensioen is, maar in de voorste linie hebben gelopen van de strijd.
Bij de proclamatie van de Fols in 1968 was Harold Rusland president van de Fols en maakten de volgende bonden deel uit van de Fols: Christelijke Onderwijs Vereniging Broederschap, Surinaams Onderwijs Genootschap, Vereniging van Leraren bij het Middelbaar en Kweekschoolonderwijs, Katholieke Onderwijzers Kring, Bond van het Leraren bij het Huishoud en Industrieel Onderwijs en Vereniging van Leraren bij het Technisch Onderwijs.
Anno 2013 verkeert de Fols in haar zoveelste strijd om positieverbetering van de onderwijsgevenden. Deze strijd die met een nationale zusterorganisatie wordt gevoerd, dreigt in een spanningsveld terecht te komen met de regering. Bij deze strijd om positieverbetering gaat het om het aanpassen van de ‘partiële onkostenvergoeding voor permanente educatie’ in het kader van de positieverbetering van de onderwijsgevenden.
Hoewel de federatie beseft dat zij op zondag 9 december 2012 met een slechte opkomst van de leerkrachten te doen had, betekent het niet dat de strijdlust om positieverbetering van het op trekken van de ‘partiële onkostenvergoeding voor permanente educatie’ is afgenomen.
De Fols heeft binnen de 45 jaren er ook voor gezorgd dat de contacten met andere onderwijsorganisaties zich niet hebben beperkt tot de Surinaamse landsgrenzen. Het vakbondswerk heeft met zich meegebracht dat de federatie net als andere vakorganisaties zich ook over de landsgrenzen moest oriënteren. De bedoeling is om onder andere op het gebied van vakbondsscholing binnen de onderwijsorganisatie zich te richten op aspecifieke onderwijs-issues, zoals schoolreglementen, financiën en bekostiging van scholen en onderwijsinhoudelijke zaken. In dit kader is er al vanaf 2004 contact met de Algemene Onderwijsbond (AOb). Met ruim 87.000 leden is de AOb de grootste onderwijsvakbond van Nederland en komt op voor de belangen van leden in alle onderwijssectoren van po tot en met hbo.
Tot het ledenaantal van Fols behoort het merendeel van de leerkrachten die onderwijzen op basis- en voj-niveau en lid zijn van volgende lidorganisaties van de Fols: de Surinaamse Openbare Onderwijzersbond (SOB), de Katholieke Onderwijzers Bond, de Christelijke Onderwijzers Bond “Broederschap” (COB), de Islamitische Onderwijzers Bond (IOB), de Bond van Leraren bij het Technisch Onderwijs (BLTO), de Bond van Onderwijzers Sanathan Dharm (BOS) en de Onderwijzersbond Arya Dewaker (OAD).