De voorzitter van de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (Asfa), Rahied Doekhie, markeert een ‘gestegen productiviteit’ van Surinaamse bedrijven als één van de opvallendste pluspunten van 2012. ‘Ruim 80 bedrijven zijn in het afgelopen jaar gecertificeerd en hebben hiermee niet alleen hun productiviteit verhoogd, maar ook een betere positie voor zichzelf gecreëerd om een sterkere rol te spelen op de regionale markt’, zegt de Asfa-topper. Een minpunt waar het bedrijfsleven al jaren mee worstelt, is het douaneapparaat dat nog steeds niet afgestemd blijkt te zijn op ontwikkelingen in het bedrijfsleven. ‘Alhoewel de focus van dit apparaat gericht is op het faciliteren van het bedrijfsleven, lukt dat nog niet helemaal, daar de fysieke haveninfrastructuur niet meewerkt aan een sneller importeren van grondstoffen, evenzo een vlottere export van Surinaamse producten. Alhoewel de tijden voor afhandeling verruimd zijn, moet er nog veel meer gedaan worden aan de omgeving.’
Ofschoon het Wereldbank-rapport inzake ‘doing business’ alles behalve lovend is over Suriname, is Doekhie de mening toegedaan dat het zakendoen in ons land veel beter is dan de voorgaande jaren. Hij brengt in herinnering de oprichting van een nv in twee weken en een snellere afhandeling van bedrijfsvergunningen. Indicatoren die niet verbeterd zijn en die meegenomen worden in de Wereldbank-meting, zijn volgens Doekhie onder meer grond en kapitaal die onvoldoende beschikbaar zijn voor het opzetten of uitbreiden van bedrijven.
Het in 2012 opgestarte ‘structureel overleg’ tussen Asfa en vicepresident Robert Ameerali creëert volgens Doekhie de mogelijkheid om duurzaam te werken aan verbetering van het bedrijfslevenklimaat in Suriname. Op reguliere basis wordt de stand van zaken het bedrijfsleven rakende geëvalueerd. Volgens de Asfa-topper zijn Surinaamse producten in zijn algemeenheid in kwaliteit en uitstraling verbeterd. Dit heeft als effect dat Surinaamse bedrijven gemakkelijker durven op de buitenlandse markt te gaan. ‘We doen het goed met nicheproducten op de Caricom-markt zoals water en vruchtensappen, evenzo met diensten zoals verzekeringen en verfproducten.’