De minister van Ruimtelijke Ordening, Grond- en Bosbeheer, Ginmardo Kromosoeto, heeft enige dagen terug een overzicht gepresenteerd van krachtens de Wet Bosbeheer verleende (houtkap)rechten op domeingrond en Bosbouwstatistieken. Dit, naar aanleiding van vragen die gesteld zijn door de DNA-leden bij de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblée. Met betrekking tot de zogenaamde (houtkap) rechten die krachtens de Wet Bosbeheer op domeingrond verleend zijn, gaat het om exploratievergunningen, concessies, gemeenschapsbossen / houtkapvergunningen en vergunningen tot incidentele houtwinning. Het overzicht dat minister Ginmardo Kromosoeto ten behoeve van de DNA presenteerde, behelst verleende (houtkap)rechten tot 17 december 2012. De minister gaf ook mee de bosbouwstatistieken vanaf het jaar 2000 tot het eerste halfjaar van 2012 alsmede een overzichtsstatus van bosbouwterreinen.
Het overzicht toont onder meer een constant stijgende trend van de export van rondhout vanaf 2007 van 9.9 duizend kubieke meter naar ca 90 duizend kubieke meter in 2011 en bij een constante trend waarschijnlijk meer dan 110 duizend kubieke meter uiteindelijk in 2012. In deze periode vertienvoudigde de waarde van het geëxporteerde rondhout. De export van gezaagd hout geeft een wisselvallig beeld waarbij er zeker geen sprake is van groei. Worden rondhout, vierkant bekapte palen, letterhout en gezaagd op een hoop gegooid, dan is in de export ook een groei te zien. Daarbij houdt de groei van het volume niet zuiver gelijke tred met de waarde van het geëxporteerde hout.
Opvallend in het overzicht van concessies is dat Lumpex Suriname NV de grootste concessie heeft groot 150.000 ha, gevolgd door Epro NV met 127.000 ha. Opvallend in de lange rij is DNA-lid en AC-leider Ronny Brunswijk in de top 10 met 2 concessies van totaal meer dan 15.000 ha. Het DNA-lid behartigt als wetgever aan de ene kant het algemeen belang van milieubescherming en is aan de andere kant zelf betrokken in het rooien van bomen. Opvallend zijn ook de incidentele houtkapvergunningen van China Zhong Heng Tai Investment (52.500 ha) en Brokopondo Watrawood International (onder water gelopen hout in het meer: 115.663 ha). Omtrent het Chinese bedrijf is eens betwijfeld of het bedrijf hoofdzakelijk agrarische of bosbouwplannen heeft in Suriname. Het meest opvallend is dat de statistieken van de RGB-minister geen cijfers omvatten over maatregelen genomen door de ondernemers zelf in de richting van het duurzaam maken van bosexploitatie.