Door de Stichting 8 december 1982 werd er afgelopen zaterdag een herdenkingsdienst gehouden en een bloemenhulde gebracht bij het Nationaal Monument Bastion Veere 8 december 1982. ‘Rechtvaardigheid, de weg naar vrede’, was het thema tijdens de herdenkingsbijeenkomst van de 15 slachtoffers van 8 december 1982. Geheel zwijgend en in een zeer sombere sfeer liepen de nabestaanden met hun bloemen de trap op van het Fort om bij het monument aan te komen voor de activiteiten. Een ieder diep verzonken in zijn eigen gedachten. Tranen wellen op in de ogen van enkele nabestaanden die precies weten dat 30 jaar geleden hun geliefden op precies de zelfde weg hadden gelopen om op een gruwelijke wijze aan hun eind te komen.
Speciaal voor deze herdenking zijn de zoon en dochter van de vermoorde zakenman, Robby Sohansing, afgereisd naar Suriname. Voor zoon Sihansingh was het de tweede keer, terwijl de dochter na 30 jaren de moed kon opbrengen om aanwezig te zijn bij een herdenkingsactiviteit. Ondanks dat er nu 30 jaren zijn verstreken, had zij het heel moeilijk. Zij was op van de emoties en kon de pers niet te woord staan.
Eddy Daal, de broer van vakbondsleider Cyrill Daal, zegt dat hij na 30 jaren elke ochtend met veel pijn in zijn hart opstaat. Het lijken geen dertig jaren. ‘Voor mij lijkt het nog precies als de dag van gisteren.’ Het leed, de pijn en het verdriet zullen hem voor de rest van zijn leven achtervolgen. Hij geeft aan dat er aangegeven wordt dat zij broer betrokken zou zijn bij een tegencoup van Bouterse, maar dat is volgens hem een grote leugen. ‘Mijn broer was een heel zachtaardige man. Hij kon niet eens een revolver houden, hoe zou hij dan een coup plegen.’ Daal zegt dat kort voor hij uit huis vertrok hij de president, de hoofdverdachte in deze zaak, op de radio hoorde aangeven dat hij de verantwoording op zich neemt van het gebeurde. Hij vraagt zich af waarom hij de verantwoordelijkheid dan niet letterlijk op zich neemt.
Net als vorig jaar was ook oud- militair Ruben Rozendaal aanwezig tijdens de herdenkingsactiviteiten. Vorig jaar zorgde zijn plotselinge aanwezigheid voor veel tumult. Rozendaal behoort tot een van de verdachten van de 8 decembermoorden. Rozendaal kwam met dispensatie uit het ziekenhuis om aanwezig te zijn bij de herdenkingsdienst.
Rozendaal zegt dat hij vorig jaar besloot om zijn mond te openen, omdat hij niet met een ‘hebi’ wil weggaan. ‘Die hebi wil ik ook niet voor mijn kinderen achterlaten.’ Bij de oud-militair zijn een duim en twee tenen geamputeerd. Hij zegt dat hij nooit suikerziekte had, maar dat men niet moet vergeten dat er heel veel gebeurt tussen hemel en aarde, hiermee doelend op de Wet van Karma. Rozendaal bevestigt dat hij de mensen was gaan ophalen, maar nooit had geweten dat zij vermoord zouden worden. Naar zijn zeggen was Andre Kamperveen een verre oom van hem. ‘Ik zou mijn oom toch niet zijn gaan ophalen, als ik wist wat er met hem zou gebeuren?’ Hij geeft aan dat hij de opdracht had uitgevoerd, met de hoop op een beter Suriname. Hij was ten tijde van het gebeuren nog jong en ‘ik snapte er niets van’. De zieke verdachte zegt dat als hij iemand wilde doden, hij dat eerder had gedaan, omdat hij in de gelegenheid was om het hele politiekorps aan de Keizerstraat neer te schieten. ‘Maar dat heb ik niet gedaan.’ Hij ontkent ten stelligste een moord te hebben gepleegd of beraamd.