Druk regering drijft media tot overlevingsstrategie

De persvrijheid staat in Suriname nu meer onder druk, als de situatie vergeleken wordt met die tijdens de vorige regeerperiode onder Ronald Venetiaan.  “Alles  bij  elkaar  opgeteld  is  er  nogal  wat  veranderd  in  de  verhouding  tussen  de  pers  en  de overheid”, aldus de conclusie in een onderzoeksrapport uitgevoerd onder begeleiding van de Hogeschool van Amsterdam door laatstejaarsstudent Regilio Kouwenhoven.
Zelfcensuur
Journalisten  ervaren dat er ‘steeds  sprake  is  van zelfcensuur in Suriname, maar dat het wel minder wordt’. ‘Werknemers bij de staatsmedia zijn niet zeker van hun baan als zij kritisch zijn over de regering.’ Er zou, in tegenstelling tot het beleid van de vorige regering, nu sprake zijn van een echte staatszender. Op deze zender zijn ook programma’s te zien waar het regeringsbeleid verheerlijkt wordt. ‘De Surinaamse bevolking is zich niet altijd bewust van het feit dat dit geen onafhankelijke journalistiek is’, concludeert het rapport.
Overlevingsstrategie
Tegelijkertijd concludeert het rapport dat de verhoogde druk op de media gezond kan zijn en het niveau van de journalistiek naar een volwassen niveau kan tillen. Uit  interviews met politici, overheidsfunctionarissen en journalisten bleek dat bijna niemand zich écht beknot voelt in zijn persvrijheid. Men heeft nog het gevoel  dat men kan zeggen wat men wil. Het rapport komt tot een overlevingsstrategie waartoe de media onder de nieuwe situatie gedwongen zijn. Deze nieuwe strategie wordt een kat-en-muis-spelletje genoemd: betrokken partijen vinden altijd weer een oplossing om het mediawerk te kunnen doen. Aan de andere kant komt de onderzoeker ook tot de conclusie dat de media feller, zo niet alerter zijn geworden. Bij zijn aantreden in 2010 zei de president expliciet een ‘goede verstandhouding’ met de pers na te streven.
Geen vijandige klimaat
De onderzoeker kwam niet tot een vijandige journalistieke klimaat in Suriname. Tot die conclusie komt men, omdat juridische  stappen  of expliciete  intimidatie  naar  journalisten toe niet zijn geconstateerd. In de studie is als voorbeeld van de verandering van de situatie aandacht besteed aan maatregelen, waaronder uitsluiting, door regeringsfunctionarissen toegepast tegen Dagblad Suriname, De West en Apintie. Het verzet tegen de veranderde situatie heeft erin geresulteerd dat nu door  journalisten  scherper  gelet wordt op  subtiele  veranderingen.  Alhoewel van een vijandige klimaat geen sprake is, ziet de onderzoeker in  de  gewijzigde  Amnestiewet een  signaal ‘dat de strafrechtelijke vervolging van moorden op journalisten geen prioriteit heeft bij deze regering’.
Ministers mijden media
Het rapport komt voorts uit op een conclusie die erop duidt dat onze ministers niet graag met de media communiceren of concreter gezegd, dat ze minder  openstaan voor  informele  communicatie.  De  overheidsinformatie  wordt gedoseerd gegeven in de schaarse gevallen waar daarvan wel sprake is. Journalisten moeten nu meer moeite en tijd stoppen om informatie van ministers los te krijgen. Er is sprake van tegenwerking soms wanneer journalisten op zoek zijn naar informatie. Het rapport memoreert dat  de  regering  Bouterse als  speerpunt van beleid  had om  ordening  aan  te  brengen  in  de ministeries. Informatievoorziening zou daar ook bij horen.
Ala ogri etja wang bung
Die extra alertheid van de media echter resulteert in een ‘grondiger vorm van journalistiek’. Het rapport concludeert dat het veranderde landschap voor sommige journalisten en media positief  uitpakt. Voor sommige  uiterst  kritische  journalisten is het negatief. Het rapport noemt een positieve bijkomstigheid van de centralisatie  van  de  overheidscommunicatie. Terwijl aan de ene kant journalistieke  producties die door de overheid als smadelijk of lasterlijk gezien worden, weersproken worden in overheidsprogramma’s, ervaart de journalist een druk om het journalistieke werk grondiger te doen.  De veranderingen in het beleid zorgen ervoor dat journalisten creatieve oplossingen verzinnen om toch hun werk te doen. De veranderingen hebben de journalisten alerter gemaakt. ‘Ze laten zich horen als ze zich benadeeld voelen. Vroeger lieten ze het maar gaan.’
Verstrengeling uitgever en redactie
Commerciële  media-eigenaren worden in het rapport niet gespaard. Zij zouden teveel invloed uitoefenen  op  de  journalisten.  ‘Door  het  ontbreken  van  een  duidelijke  scheiding  van  redactie  en eigenaar, heeft dat invloed op de journalistieke inhoud. Sommige media-eigenaren gebruiken hun redacties ook als politieke actor.’
Ontbrekende overheidsmaatregelen
De  regering  lijkt  er  weinig  aan  te  doen  om  grote  stappen  te  maken  in  het  verbeteren  van  de persvrijheid, meent de onderzoeker.  Het  instellen  van  een  mediaraad,  die  de  kwaliteit  van  de  journalistiek  in  Suriname zou moeten vergroten, is nog lang niet aan de orde. Zowel de regering als de journalisten zouden er op dit moment nog geen behoefte aan hebben, concludeert de onderzoeker. Waar de journalisten wel behoefte aan hebben, zoals toegankelijke informatie, wordt niets gedaan.
 

error: Kopiëren mag niet!