Niet alleen in de hoofdstad Paramaribo hebben mensen solidariteit betuigd in verband met Wereldaidsdag afgelopen zaterdag; ook het district Brokopondo heeft voor de zevende keer een loop georganiseerd met jongeren en ouderen van Klaaskreek. De loop werd georganiseerd door Stichting Lobi Kandra Waka. Voorzitter Ernie Esperenca is heel tevreden met de opkomst. Immers, er waren enkel honderden jongeren en ouderen aanwezig die onder begeleiding van een brassband enkele kilometers te Klaaskreek hebben gelopen. Ook de parlementariër Ronny Asabina deed enthousiast mee met de loop. Hij werd door de organisatie benaderd en aangezien het vraagstuk hiv/aids in het district nog in een taboesfeer is, vond hij het noodzakelijk ook te praten met de bewoners.
Asabina zegt dat alhoewel de voorlichting over hiv/aids goed is, hij ziet dat het niet het juiste effect heeft. Het vraagstuk zou in een sfeer van zwarte magie worden gehouden in het district. ‘We weten niet precies hoeveel mensen in Brokopondo zijn overleden aan hiv/aids, maar harde informatie is dat een belangrijk deel van de geïnfecteerden bestaat uit sociaal zwakkeren en we weten dat de Marrons voor een groot deel uit sociaal zwakkeren bestaat. We willen dat het vraagstuk uit de taboesfeer wordt gehaald, omdat men de ziekte koppelt aan ‘wisi’ en zwarte magie en dat moeten we allemaal voorkomen. Ik bedoel niet dat als je bent besmet, je dat wereldkundig moet maken, maar dat je op de juiste manier de ziekte aanpakt, want anders komen er meer besmette gevallen. De drempel is de taboesfeer en die moeten we doorbreken. Er hapert niets aan de voorlichting’, aldus Asabina.
Het DNA-lid meent dat juist omdat men er niet over praat stigma en discriminatie ontstaan, omdat in de kleine gemeenschappen men juist weet wie besmet is. ‘Men praat niet hierover. Er ontstaat meteen een drama als blijkt dat iemand besmet is met de ziekte, terwijl mensen die aan kanker lijden bijvoorbeeld sneller doodgaan dan mensen met hiv.’
De voorzitter van de districtsraad van Brokopondo, Marlon Rens, vindt dat er juist meer voorlichting moet komen, om te beginnen op de verschillende scholen. Asabina zegt dat hij eens heeft meegemaakt dat het hele dorp in rep en roer was toen bleek dat een dertigjarige jongeman aan aids was komen te overlijden. ‘Men reageerde heftig, iedereen was paniekerig en er werden over en weer dingen geuit.’ De parlementariër meent dat de voorlichting zodanig moet zijn dat de verschillende dorpsbewoners er gemakkelijk over praten en niet geheimzinnig doen.
Asabina zegt dat het goed is om kinderen in het binnenland te onderwijzen in dit vraagstuk. ‘We zien dat ouders niet meer zoveel uren moeten doorbrengen met hun kinderen, omdat die op de naschoolse opvang zitten. Het zou een goed idee zijn, om tijdens de naschoolse opvang enkele lessen hieraan te besteden’, aldus Asabina.