Suriname is een klein land, maar dat wil men gelukkig de laatste tijd niet meer horen. We zijn nu een groot land, maar dat moet ook komen met een attitude. Surinamers houden zich primair bezig met hun familie en met de landszaken pas wanneer het hun direct regardeert, dus wanneer het hun (meer) geld kost, zoals bij de pomp of in de supermarkt. Hoe het aan toe gaat met internationale conferenties mag de gemiddelde Surinamer geen zier schelen. Het heeft wel zijn aandacht wanneer dure dienstreizen aan de orde zijn. Bij terugkeer wil men van conferentiegangers het antwoord hebben op de volgende vraag: ‘hoeveel geld heb je meegenomen voor Suriname’. Men denkt in Suriname nog niet in termen van ‘geven’, alleen in termen van ‘meenemen’. En als je geen verstand hebt van internationale conferenties, dan moet men eerst geïnformeerd worden voordat men zich in de operationele zaken van zo een conferentie inlaat. Eigenlijk zou het gênant zijn om voor internationale conferenties, het volk eens voor te lichten over enige vaste procedures. Wanneer het volk een bepaalde ontwikkeling mist, is het een risico om een grote internationale conferentie naar je land te halen. Wij hebben enige dagen terug de zogenaamde ACP-EU Joint Parliamentary Assembly afgesloten in Suriname. Het moment dat je een internationale conferentie hebt, gaan er vertegenwoordigers uit bevriende naties en vertegenwoordigers uit minder bevriende naties het land bezoeken. Die vertegenwoordigers komen met garanties dat ze in elk geval hun recht van vrije meningsuiting gaan kunnen uitoefenen. Wat de heren en dames hier gaan verklaren, is in principe geen verklaring ‘in mijn land Suriname’, maar op een internationale conferentie die toevallig in jouw land wordt gehouden. De buitenlanders hebben niet gepopeld om naar jouw land te komen, maar jij hebt hemel en aarde bewogen om de mensen hier naartoe te halen, omdat het ook goed zou zijn voor het land. We halen dit aan in het kader van aanhoudende reacties van hysterische dames en enkele heren, die enkele buitenlandse vertegenwoordigers (dem wit’mang) het land uit willen hebben ‘trappen’, omdat ze de deur gesloten hebben gehouden voor ‘hun coalitieleden’. Deze personages beseffen niet dat een internationale conferentie een bepaalde vorm van immuniteit impliceert voor de vertegenwoordigers. Stukken terrein in het land worden net een ambassade, een stuk land waar Suriname tijdelijk wel effectieve controle blijft uitoefenen voor de individuele veiligheid van de conferentiegangers, maar tijdelijk ook minder soevereiniteit heeft. Dat komt mee met een internationale conferentie. Dus de inrichting van een vergadering kan maken dat een ‘wit’mang’ in ‘mijn land’ honderden keren voor de media komt en vrijelijk dingen verklaart die onvriendelijk zijn tegenover de ACP (inclusief Suriname). Op een internationale conferentie heerste er een andere dynamiek. Voorzitters, presidenten, voorvoorzitters, vicepresidenten en woordvoerders worden gekozen precies zoals ze in ‘Timboektoe’ zouden worden gekozen. Er wordt geen rekening gehouden met de gevoeligheden van een land. De vergaderprocessen vinden normaal voortgang, zonder dat acht wordt geslagen dat men in Suriname is en dat een president is voortgekomen uit de NDP. Het is allemaal niet persoonlijk bedoeld en de wereld draait niet om Suriname. Tot dat besef moet een aantal Surinamers komen. Veel heisa is ontstaan omdat Europarlementariërs alleen met de Surinaamse oppositie hebben willen praten. Dat heeft men niet gedaan omdat men informatie uit Suriname ontbeert en dus nu het risico liep eenzijdig geïnformeerd te zijn. De informatie over bijvoorbeeld de Amnestiewet van recent is allang en breed bekend, vandaar dat het ook op de agenda was van deze ‘side event’. De meeting in de marges van de ACP-EU-meeting over de Amnestiewet met de oppositieleden, weegt helemaal niet op tegen de echte agendapunten van de ACP-EU-meeting. Veel Surinamers hebben geen benul wat er allemaal aan technische zaken is besproken, hoe follow-up is gegeven aan bestaande overeenkomsten en hoe toekomstige overeenkomsten worden voorbereid. Men is blijven steken in de meeting met de oppositie.
Gezegd moet worden dat Europarlementariërs zelf mogen bepalen hoe ze zich laten informeren en hoe ze hun informatie on site bevestigd willen zien. Eenmaal in het land kunnen de Europarlementariërs als groep, maar ook individuele landen, hearings houden met personen en maatschappelijke groepen naar wens. De Staat heeft pas belang om in te grijpen als er een vermoeden is dat de vergaderingen dienen om het staatsgezag omver te werpen, dus wanneer plannen daartoe worden beraamd. De Europeanen hadden even goed alleen tot de coalitie kunnen praten, zonder de oppositie erbij. Gezegd moet worden dat weer bevestigd is dat Nederland de sympathisanten van een bepaalde partij niet koud laat. Er is een haatverhouding tussen die partij en Nederland en dan is liefde niet ver om de bocht. We zeggen weer dat er dus een zeer dunne scheidslijn bestaat tussen liefde en haat. De haat (dus de liefde) tussen die partij die nu reageert en Nederland gaat zo diep, dat men zelfs in de kleur van het nagellak en in de make-up van bepaalde Nederlandse parlementariërs, een anti-Surinaamse houding ziet. Deze bezetenheid met Nederland is pathologisch, het is ziekelijk. En weer is men dus in het verlengde bezig geweest vijanden in huis te zoeken. Er zijn immers regeerstijlen die het nodig hebben dat er innerlijk vijanden zijn. Net als tijdens militaire regimes mondiaal het nodig was dat er complotten waren met staatsvijanden die aangepakt mochten worden. Er zijn regimes die niet kunnen zonder conspiratietheorieën. Deze zijn zelfs een overblijfsel van autoritaire regimes.
Toegelaten verklaringen van partijsympathisanten die hebben willen schoppen en trappen, geven aan dat een volgende keer Surinamers beter ingelicht moeten worden dat een internationale conferentie een heel ander karakter heeft dan een DNA-vergadering. Het is een schande dat personen op de staatsradio hebben kunnen verklaren dat zij gasten liever hadden eruit getrapt. Dat geeft aan dat we nog een klein land zijn dat men nog niet veel verstand heeft van internationale conferenties, meetings in de marges (waartoe men de volledige vrijheid heeft) en de andersoortige jurisdictie van de Staat in de vergaderruimten. Door sympathisanten van de grootste coalitiepartij wordt beweerd dat een aantal oude politieke partijen in dienst zijn van de ex-kolonisator. Of dat waar is weten wij niet. Wat wij echter heel duidelijk weer hebben gemerkt, is een stuk bezetenheid vanuit die kant zelf met Nederland. En dat is een ongezonde zaak in het kader van een evenwichtig oordeel over onze problemen.