Suriname heeft nog geen rampenbeheersingswet. Het wordt tijd dat een wettelijke basis primaire aandacht geniet, getuige de enorme materiële en financiële schade die recente calamiteiten met zich hebben meegebracht . Waarnemend fractieleider Andre Misiekaba van de MC stelde het belang van een rampenbeheersingswet aan de orde bij de behandeling van de ontwerpwet betreffende Suriname’s formele toetreding tot het ‘Cdema-verdrag’. Dit verdrag regelt de onderlinge ondersteuning van de verdragspartijen bij de preventie, bestrijding en nazorg bij rampen. Cdema geldt als het regionaal rampenbeheersingsinstituut. Suriname beschikt volgens Misiekaba nog steeds niet over een wet, ondanks het feit dat zich in het recente verleden rampen van omvang hebben voorgedaan. Misiekaba bracht in herinnering de grote materiële en financiële gevolgen die de recente rukwinden en de felle brand aan de Zwartenhovenbrugstraat tot gevolg hadden. Er zijn volgens de parlementariër twee conceptwetten rampenbeheersing, één van het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR) en één van Cdema, die allebei nog in voorbereiding zijn.
Misiekaba deed het voorstel om in het kader van de Cdema-overeenkomst het NCCR wettelijk te benoemen als het nationaal coördinatiepunt van alle nationale hulporganisaties. De gecoördineerde hulpverlening blijft nog altijd uit in gevallen van een ramp. Als voorbeeld gaf de parlementariër het niet betrekken van het NCCR bij de felle brand aan de Zwartenhovenbrugstraat, ondanks het rampenorgaan zijn hulp aangeboden had aan het Korps Brandweer Suriname bij de brandbestrijding. Het NCCR beschikt niet alleen over specifieke kennis over het optreden bij een calamiteit, maar ook over mankracht en materieel om uit te rukken bij branden van dergelijke omvang. Het NCCR had reeds vroeg na de brandmelding aangegeven stand-by te zijn met militairen en een bluswagen.
Misiekaba deed ook het voorstel om te werken naar één centraal alarmnummer voor calamiteiten. De verschillende hulpdiensten hebben elk hun eigen nummer, namelijk de politie (115), de brandweer (110), de kinderhulplijn (123) en het NCCR (520840). Het assembleelid pleitte voor een centraal nummer, dat gecoördineerd wordt vanuit een instituut van specialisten die de hulpverzoeken verder geleidt naar de specifieke hulpdiensten.