Het Openbaar Ministerie (OM) heeft gisteren zijn tweede beurt vervuld in de strafzaak tegen L.D., haar zoon S.D. en nog een andere medewerker A.A. werkzaam bij Vreemdelingenzaken. Het drietal wordt ervan verdacht verblijfsvergunningen te hebben vervalst. Alle drie verdachten zijn eerder in vrijheid gesteld. Verdachte A. is spoorloos. De openbare aanklager heeft tegen de moeder en haar zoon elk een celstraf van 12 maanden, waarvan 9 voorwaardelijk met afrek en een proeftijd van 3 jaar geëist. Tegen A. vorderde hij een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 10 voorwaardelijk met aftrek.
S.D. zou hebben verklaard dat zijn moeder van niets op de hoogte is. Hij zou in samenwerking met A. de verblijfsvergunningen valselijk hebben opgemaakt. De moeder was ook werkzaam als ambtenaar op de afdeling Vreemdelingenzaken van het ministerie van Justitie en Politie. Zij hebben 8 verblijfsvergunningen buiten de normale procedure om afgehandeld. Hiervoor hebben zij gelden in ontvangst genomen. Volgens Nanhoe zou men voor een vergunning SRD 500 hebben betaald. Later is S.D. teruggekomen op zijn verklaring. De officier achtte het feit wettig en overtuigend bewezen en persisteerde bij zijn eerste beurt. De verdachten hebben oude stempels gebruikt die niet meer gebruikt worden. Op de volgende zitting zal de advocaat de gelegenheid krijgen om te reageren. De verdachten werden aangezegd om aanwezig te zijn.
Saskia Bandhan