De CLO heeft zich tot de regering gewend met kanttekeningen met betrekking tot ‘onderstand’. CLO-voorzitter Ronald Hooghart schreef dat de vakcentrale dagelijks wordt geconfronteerd met de kwestie van ‘onderstand’ in het bijzonder aan gewezen landsdienaren. ‘In een eerder aan u gericht schrijven hebben wij als advies kenbaar gemaakt dat het redelijk en billijk zou zijn het maximumbedrag van onderstand van SRD 248 op te trekken naar SRD 600’, schrijft de ambtenarenvakcentrale. ‘Het argument is dat in het bijzonder de schoonmaaksters vaak langer dan 35 jaar hun krachten aan de overheid hebben gegeven, maar vanwege de slechte ontwikkeling binnen de administratie van de overheid, niet in aanmerking zijn gekomen voor het ambtenarenpensioen en nu genoegen moeten nemen met SRD 248, hetgeen zeer onredelijk te noemen is.’
In een missive van 13 oktober 1987 heeft de toenmalige vicepresident, Jules Wijdenbosch, duidelijk aangegeven dat allen die een werkverband hadden met de overheid, een aanstelling moesten verkrijgen, memoreert de CLO. ‘We merken echter op dat het uitvoeringsbesluit hiertoe nimmer naar buiten is gekomen, waardoor met name de schoonmaaksters als groep in het algemeen de dupe is geworden van deze wanprestatie binnen de administratie van de overheid.’ Deze fouten en vele anderen kunnen vaak niet goed rechtgetrokken worden, meent de CLO. Een redelijke aanpassing kan tenminste de steeds groter wordende ontevredenheid doen verkleinen.
De CLO doet een dringend beroep op de regering om het daarheen te leiden dat in het kader van redelijkheid en billijkheid de misstappen van de overheid enigszins worden terug gedrongen. ‘Wij vragen u alle soortgelijke gevallen mee te nemen naar de RvM ten behoeve van een oplossing, als het kan, nog voor 31 december 2012. We zijn ons bewust van het feit dat ook u begaan bent met het lot van de “mofina wan”, de belangrijkste reden van het onderhavige’, aldus de CLO.