‘Bedrijven willen het land betalen, niet een persoon’ Een reactie van VCS

De VCS is verbluft over de onverantwoordelijke uitspraken van dhr. Ronald Hooghart waarbij hij bedrijven en ambtenaren ongecontroleerd beschuldigt en zwart maakt. Het ministerie van Justitie en Politie moet meer “ballen” tonen en eens gaan optreden. Het ministerie verzaakt al een poos zijn plicht met betrekking tot het onder controle houden en ordenen van de kansspelindustrie. Nu worden zijn  ambtenaren (het ministerie zelf) beschuldigd van fraude. Uitgerekend Suribet, die zich gecommitteerd heeft aan een donatie van SRD 30.000 aan de SVB, vaker haar sociale verantwoordelijkheid heeft getoond en een samenwerking heeft met de American Paralympic Committee, de overkoepelende sportorganisatie van de medemens met een handicap voor geheel Zuid-Amerika, moest het ontgelden. Dhr. Hooghart gedraagt zich als een verwend kindje, dat nu zijn zakcentje kwijt is. Als dhr. Hooghart bijvoorbeeld van elk van de 25 bedrijven (casino en loterij) SRD 5.000 ontvangt per maand, is dat bijkans SRD 125.000 per maand. Waar gaat dit geld naar toe? De overheid ontvangt het niet. Wie krijgt hoeveel en waarvoor? In het conflict dat Hooghart een poos geleden met een casino had, stelde de VCS  dat als Hooghart verklaart dat hij dit al tientallen jaren doet, hij dan mogelijkerwijs in de afgelopen 12 jaar SRD 8 tot 10 miljoen geïnd zou hebben. Nu meer bedrijven weigeren illegale betalingen aan hem te verrichten en de centjes niet meer binnenkomen, wordt er wild gereageerd. Bedrijven zijn wanbetalers en ambtenaren frauderen. Het ministerie van Financiën wordt niet gekend, stelt hij. In elke vergunning verstrekt door het ministerie van Justitie en Politie, wordt gesteld “gelezen advies ministerie van Financiën”. Heer Hooghart kan maar niet begrijpen dat de Nationale Loterij niet wordt gekend, omdat het wettelijk niet meer bestaat. Voorts staat in geen enkele loterijwet dat een loterijbedrijf de Nationale Loterij moet betalen voor haar diensten. Stel je voor dat zodra de politie bij de burger  langskomt, die burger daarvoor moest betalen! De overheid betaalt dit soort diensten via de belastingen van de burgers. Betalingen afdwingen zonder dat het mag, wordt ‘afpersen’ genoemd in justitiële kringen.
 
De diensten van de Nationale Loterij bestaan uit het vaststellen van de wijze waarop de trekking zal plaatsvinden en de plaats van de trekking. De plaats van de trekking is in eerste instantie het kantoor van de Nationale Loterij, maar daarvan mag worden afgeweken.
 
De plaats en de methode van trekking worden bij de vergunningsaanvraag behandeld. De wet geeft aan dat een trekking pas geldig is indien de politie daarbij aanwezig is. De afwezigheid van een functionaris van de Nationale Loterij heeft dus zeker geen invloed op de geldigheid van een loterijtrekking. De functionarissen van de Nationale Loterij bezoeken wel de trekkingen en zijn vanwege het publiekelijke karakter van een trekking, dan ook welkom. Maar geld vragen voor het willen bezoeken van een trekking is onwettig.
 
De wet met betrekking tot het instituut voor toezicht en controle kansspelen in Suriname is in De Nationale Assemblee aangenomen en in juni 2009 afgekondigd (SB 2009 no. 78). In deze wet staat (art. 3 lid b) dat het nieuwe instituut op basis van de Loterijwet 1938, Hazardwet 1962 en andere bestaande wettelijke regelingen de taak heeft op toezicht en controle van kansspelen in Suriname. De Nationale Loterij bestaat wettelijk niet meer. Al haar taken zijn overgeheveld naar het Toezichthoudend en Controle-instituut Kansspelen (Gaming Control Board). Uiteraard vinden wij dat de overheid niet zo met de NLS, met name haar personeel, mocht omgaan. Mr. Alwin Baarh, die inmiddels één van de deskundigen is op het gebied van wetgeving in kansspelen, heeft in een studierapport aangetoond dat nergens bepaald is dat de NLS betaald moet worden. Het is een dienstverlening vergelijkbaar met de politie. Ook de VCS kreeg dit juridisch advies. De vereniging heeft derhalve elk kansspelbedrijf dat om advies heeft gevraagd, geadviseerd om niet uit te betalen aan de NLS, omdat het niet kan en niet mag. Uitgangspunt hierbij is: ‘we betalen het land en niet een persoon’. Een rechtszaak zou hier een oplossing zijn, ook omdat het ministerie van Justitie en Politie hier duidelijk faalt om op te treden. Echter betwijfelt de VCS of Hooghart naar de rechter stapt. Dit is volslagen domheid of bluf. De VCS vraagt wederom aandacht voor het voorkomen van onbehoorlijk bestuur, waarbij de overheid ‘conflict of interest’ toestaat. De NLS is deelnemer in het Griekse bedrijf Intralot en krijgt inkomen daaruit. Dus de andere loterijbedrijven zijn de concurrenten van NLS. Maar de NLS moet deze bedrijven (haar concurrenten) controleren (“pot’ pus’pusi fu luku merki”).
 
De vereniging verwacht van het ministerie van Justitie en Politie, dat:
– het eerst de wetten ordent, voor de kansspelindustrie te ordenen;
– de wetten rekening houden met politieke uitgangspunten, de sociale effecten, de economische waarde, het juridische kader, toekomstige uitdagingen binnen deze industrie en de nationale doelen;
– de taak, zoals in de wet gesteld, doet uitvoeren door het Toezichthoudend en Controle-instituut en dit instituut leven ingeblazen wordt;
– onderwijl duidelijkheid brengt in de positie van, de betalingen aan en uitspraken gedaan door de Nationale Loterij Suriname en de verantwoording en allocatie van deze gelden in de jaarverslagen (onderzoek naar miljoenen SRD de afgelopen 12 jaren), die wettelijk verplicht zijn voor dit soort instituten;
– het zo snel mogelijk uitspraak doet over het afdwingen van betalingen door dhr. Hooghart.
Ten slotte merkt de VCS op dat dhr. Hooghart moet beseffen dat elk bedrijf zijn reeds gedane betalingen kan terugvorderen via de rechter.
Jules Ramlakhan (voorzitter VCS)

error: Kopiëren mag niet!