Bij de behandeling van de Huisvestingswet gisteren in DNA, heeft de oppositie gehakt gemaakt van de ontwerpwet. Onder andere vond de parlementariër Radjkoemar Randjietsing dat in de wet de regering zelf aangeeft dat het plan geen huisvestingsplan is, maar een uitgangspunt voor het uit te voeren beleid. De parlementariër haalde aan dat nergens in het plan wordt aangegeven hoe de huizen eruit zullen zien, hoeveel het gaat kosten en hoe de mensen het allemaal gaan betalen. Details over de financiële zaken trof hij niet aan in het plan. De algemene conclusie van de oppositie was dat het gepresenteerde huisvestingsplan zelfs niet de intentie heeft wet te zijn of om als wet te gelden. ‘Daarvoor ontbreekt er veel aan dit document. Het is een interessant discussiestuk van waaruit de regering, al dan niet na het aanhoren van het parlement, kan destilleren waar haar prioriteiten zullen liggen voor de ontwikkeling van regelgeving.’
Volgens de oppositie is het van belang om ook te kijken naar ‘het actieplan’ in het document. Van geen van de te operationaliseren instrumenten is een deugdelijk document aangaande regelgeving gepresenteerd. Wat de tijdindicatie betreft, komt dit document niet verder dan 2013. ‘Waarom dan ambitieus zeggen dat het een 20 jaar actieplan is? Als er hier een deugdelijke tijd- en werktabel wordt geproduceerd, dan zal blijken dat er nog veel moet worden gedaan aan dit wetsvoorstel om een deugdelijk en werkbaar instrument te worden.’
Volgens de oppositie heeft de overheid voorheen niet slechts aan volkswoningbouw gedaan. Zij heeft terdege instrumenten operationeel gemaakt om particulieren te stimuleren. ‘Het plan bestrijkt 5 jaar. Waar is het tijdpad dat concreet aangeeft wat in de 5 jaren wordt gerealiseerd?’ De oppositie adviseert de regering om ten minste met een goed uitgewerkt plan te komen zodat het kamerbreed gedragen kan worden. ‘Het Planbureau kan een aanzet hiertoe geven. Die aanzet kan integraal of gedeeltelijk worden overgenomen door de regering. Het gepresenteerde document komt van het Planbureau en licht op zijn best zijn visie toe. Helaas, zeer algemeen opsommend zonder sterke kwantitatieve onderbouwing en dominant vanuit de optiek wat tot nu toe niet gebeurd of gerealiseerd is.’