‘De behandeling die oudere burgers van bepaalde ziekenverzorgers in de verschillende tehuizen krijgen, is niet om over naar huis te schrijven.’ Volgens een stagiaire worden deze burgers, die rust nodig hebben, vaker afgesnauwd door de verzorgers of gewoon links gelaten. De stagiaire is al enkele maanden in een bepaald tehuis werkzaam. De situaties waarmee zij in deze maanden werd geconfronteerd, zijn alles behalve plezierig. Zij vindt het heel erg dat de meeste ziekenverzorgers het niet zo nauw nemen met de verzorging van de oudere burgers. ‘Alsof dat niet genoeg is, krijgen de bejaarden bijna dagelijks hetzelfde ontbijt opgediend. Het is elke ochtend weer ‘broodje pindakaas’. Er is nauwelijks variatie en dit terwijl er wordt betaald voor hun verblijf. Tot overmaat van ramp moeten zij af en toe, buiten hun wil om, getuige zijn van de onderlinge ruzies van de ziekenverzorgers.’
De stagiaire geeft aan dat de bewoners van het tehuis zich vaak bij haar beklagen. ‘Een klacht indienen bij de directie heeft geen zin, omdat er toch geen verbetering optreedt. Deze burgers hebben het heel moeilijk. Zij hebben hun huis en haard verlaten om een goede verzorging te krijgen, maar daarvan is er bijna geen sprake.’ De stagiaire beseft dat wanneer mensen oud worden, zij ‘lastig’ kunnen worden, maar vindt dat de bejaarden desondanks met alle respect en geduld behandeld moeten worden. De stagiaire vraagt zich af waar alle morele waarden en de discipline die aan de ziekenverzorgers tijdens hun studieperiode wordt bijgebracht, zijn gebleven. Zij hoopt dat deze kwestie goed onder de loep wordt genomen en dat alle tehuizen een verplichte gedragscode opgelegd krijgen.