De Nationale Assemblee neemt vandaag het Huisvestingsplan 2012 – 2017 in behandeling. Volgens de nieuwe wet zal de overheid geen actieve rol meer spelen in het bouwen en toewijzen van woningen, maar slechts voorwaarden en faciliteiten scheppen ten behoeve van huisvestingsinitiatieven. Parlementariër tevens commissielid Ronny Asabina zegt dat gisteren met een aantal stakeholders is gesproken. Zaken zijn voor het DNA-lid duidelijker geworden, maar toch zijn er wat oogjes en haakjes in het plan die meer duidelijkheid behoeven. Het huisvestingsplan draagt in principe de goedkeuring van Asabina. Hij is blij dat er eindelijk uitvoering wordt gegeven aan wat in de grondwet staat m.n. dat de overheid op een gestructureerde en planmatige manier zorg draagt voor betaalbare en behoorlijke huisvesting. “Een goede woon- en leefomgeving is staatszorg”, zegt Asabina.
‘Het huidige plan dat behandeld zal worden, is te algemeen’, vindt de BEP- parlementariër. ‘Het zou concreter moeten zijn met meer statistische gegevens. Het huisvestingsplan beslaat een periode van vijf jaar.’ Het parlement heeft volgens het DNA- lid een toezichthoudende taak. ‘En de uitvoering van het plan moet getoetst kunnen worden, maar dat kan alleen als de beleidsdoelen meetbaar zijn. Voor het eerste jaar zou er reeds een actieplan moeten zijn. Ook ontbreken de randvoorwaarden om te geraken tot een succesvol huisvestingsbeleid. Er is geen zicht in hoeveel aanvragen er zijn en er is ook geen informatie beschikbaar over hoeveel huizen er gebouwd zullen worden.’
Ook wordt volgens Asabina aangegeven dat er een gebrek is aan gronden. Hij meent dat men de vinger op de zere plek moet leggen. ‘Mensen willen bouwen, maar er zijn boedelkwesties. Daarnaast speelt ook het grondenrechtenvraagstuk een belangrijke rol. Het is belangrijk om deze zaken mee te nemen en aan te geven hoe en binnen welk tijdsbestek deze opgelost zullen worden.’ Het is Asabina opgevallen dat steeds gezegd wordt dat men in de kustvlakte zal bouwen. ‘Maar er wordt niets eens gesproken over waar men in het binnenland zal bouwen.’ Hij heeft graag duidelijkheid over deze materie.
Het huisvestingsplan beslaat de totale oppervlakte van Suriname. Asabina gaat er dus van uit dat ook in het binnenland gebouwd zal worden. ‘Maar in het hele plan is nergens te bespeuren waar van het binnenland er gebouwd zal worden. Het lijkt wel alsof het grondenrechtenvraagstuk geen prioriteit meer heeft.’
Asabina weet nog niet of hij voor het plan zal stemmen. Dat hangt af van de verduidelijking van het plan.