De Islam maakt in de Westerse wereld een moeilijke tijd mee. Ergens in het nieuwe millennium is het zogenaamd politiek correcte debat verlaten en hebben politieke partijen ruimte gezien dan wel gecreëerd voor de Islam als een issue tegen de achtergrond van een aantal misstanden die in de betreffende landen of in de regio bestaan. De malaise die nu in Europa gaande is, was een uitgekipt moment om deze issue aan te dikken, ware het niet dat de situatie in Zuid-Europa zo onomstotelijk vast staat. Deze economische feitelijkheid die de EU heeft genoopt tot bevordering van bezuinigingen heeft in de respectieve politieke kringen als concurrentie gediend voor de Islam. Vroeg of laat zal het punt afgezaagd zijn en aan kracht inboeten, omdat er vanuit dat oogpunt en uitvoering van daarop gesteund beleid geen progressie valt te maken. In dit decennium zijn met name door de OIC vrij regelmatig onderzoeksrapporten uitgebracht over het opgekomen fenomeen ‘Islamofobi’ in het Westen. De tendens in de politiek en besluiten van overheden worden dan duidelijk aangehaald voor de lezer om te oordelen. In Suriname zijn er geen politieke sentimenten van dien aard. Dat is anders in Nederland, waar de PVV in het oog springende standpunten heeft gehuldigd en betrokken is geweest in acties, soms buiten de grenzen. Een daarvan was de verbranding van exemplaren van de Koran in Amerika. Tot de laatste verkiezingspunten behoorden het invoeren van belasting tegen personen met een hoofddoek. Het veiligheidsaspect valt wel in te zien als het gaat om de lopende tenten. Als het gaat om een hoofddoek zoals wij dat kennen, dan fronzen wij toch wel onze wenkbrauwen. Schaars gekleed zijn, wordt dan gezien als een vrijheid, het lichaam bedekt houden wordt belast en is geen onderdeel van de vrijheid over het eigen individu. In Suriname wordt door de Surinaamse Islamitische Vereniging (SIV) in november een grootse Islamitische conventie gehouden, waarin vanuit een breed Islamitisch perspectief gekeken wordt naar een aantal punten waarmee gelovigen van de Islam en niet-moslims zitten. Het is een aangelegenheid bij uitstek voor de Surinaamse gemeenschap om beter bekend te raken met deze leer, die met name in de Westerse politiek uitgesproken tegenstanders kent. De organiserende vereniging stelt dat Islam een religie van vrede is. Als echter naar het wereldnieuws wordt gekeken, zoals dat bewerkt wordt uitgezonden door onze zenders, dan moet echter de tegenovergestelde indruk ontstaan. In veel zogenaamde Islamitische landen is er geweld. Er zijn gewapende conflicten en bomaanslagen door zelfmoordcommando’s. Er zijn conflictsituaties met Amerika. Voorts is te zien hoe meedogenloos men omgaat met vijanden en voormalige vrienden. Het overall beeld dat bestaat van Islamitische landen is een van veel structureel geweld en aanslagen. Als er geen gewapende conflicten zijn, dan is er intolerantie. Andersdenkende fracties binnen de religie worden vervolgd, moskeeën worden aangevallen. Hoe kan het dat landen waarin deze religie van vrede hoofdzakelijk wordt beleden en met mensen die voor een groot deel dagelijks plechtig bidt (soms 5 maal per dag) zoveel geweld kennen? Dan betekent het dat een deel van de gelovigen niet meer begrijpt of nooit heeft begrepen dat het gaat om vrede. Op het punt van de vreedzaamheid, dat benadrukt wordt in het thema ‘My perception of Islam, Religion of Peace’ kunnen binnenlandse en buitenlandse inleiders trachten om verklaringen te geven. De timing van de conventie is ingegeven door de ACP-EU-conferentie die hier gaande zal zijn in die periode en de verjaardag van de organiserende organisatie op 17 november 83 jaar.
Bij de lezingen komen heel heikele punten aan de orde. Het gaat bijvoorbeeld om de essentiële plichten binnen de Islam. Daarbij moeten de inleiders aangeven in hoeverre de theoretische essentiële punten nog een centrale rol vervullen of in het dagelijks leven in de levensstijl andere minder hoofdzakelijke vereisen de bovenhand zijn gaan voeren. Rond de afgelopen vastenmaand is zo benadrukt dat het geven van aalmoezen een van de belangrijkste plichten is. Een ander interessant thema is dat van de rol van de belijders van de Islam in de nationale politiek. Interessant zou het zijn om te weten in hoeverre het ‘Oosters’ concept van verzaking en afstand doen van het materialistische geldt in de Islam. In de Surinaamse politiek zijn er geen dominante politici die moslim zijn aanwezig. Is het de plicht van de moslim om politiek actief te zijn vanuit het oogpunt van de verantwoordelijkheid naar het land toe waarin men woont? Rond de heilige oorlogen, waarvan de ene nog heiliger is dan de andere, is het terecht van belang om openlijk uitleg te geven over wat ‘jihad’ nu inhoudt? Het geweld en terrorisme zijn heel terecht ook op de agenda. Van de gelegenheid kan men ook gebruik maken om de portrettenschandalen te bespreken. Hoe moet volgens de regels van deze religie gehandeld worden als haar profeet op een bepaalde manier wordt afgeschilderd. Van de conventie kan de organiserende vereniging gebruik maken om ook uit te leggen hoe de Islam leert om te gaan met kritiek vanuit de Islamitische gemeenschap zelf en vanuit het externe milieu. De Islamitische wereld is verdeeld in facties en kent geen centralistische organisatie zoals via het Vaticaan. Er zijn geen breed gedragen internationale religieuze standpunten. Deze religie die hard aan het groeien is op alle continenten kan goed belicht worden tijdens deze conventie in november. Het publiek kan enorm opsteken van de inleiders als deze de onderwerpen uitgebreid belichten en het controversiële niet mijden.