‘Het oordeel van de rechter geeft mij het gevoel dat er nog rechtspraak is en dat burgers zich beschermd mogen voelen in dit land”, zegt VHP-assembleelid Sheilendra Girjasing in een reactie op het vonnis van Henk de Graaf. De gewezen Nederlandse marinier De Graaf is eergisteren veroordeeld tot zes jaar celstraf wegens misbruik en mishandeling van kinderen. De magistraat achtte vier maal zedenmisdrijf en twee maal mishandeling wettig bewezen. De Graaf beheerde samen met zijn vrouw het kinderhuis Lobi Blesi in Tamanredjo, Commewijne. Girjasing, ook woonachtig in Commewijne, had nadat de zaak aan het licht was gekomen, publiekelijk zijn afschuw geuit. De dader ontkende tijdens zijn aanhouding en voorgeleiding in alle toonaarden de kinderen seksueel te hebben misbruikt. Girjasing merkte bij de vele ontkenningen van De Graaf toen op dat de schrammen en littekens op de ruggen van de slachtoffertjes misschien wel door djumbies of bakru’s zijn gedaan.
Girjasing zegt dat vooral het medisch dossier van de gynaecoloog die de penetratie in het geslachtsdeel van de meisjes bewees, een overtuigend bewijslast tegen De Graaf moest zijn. “Ik stond versteld van wat er in dit rapport stond.” Girjasing werd echter na deze opmerkingen zwaar onderuit gehaald door de advocaten van De Graaf als zou hij niet deskundig zijn om het rapport van de gynaecoloog te beoordelen. Het was vooral de raadsvrouw die hem op de korrel nam. De Graaf werd bijgestaan door advocaat Joan Nibte en een Nederlandse raadsman.
Voor Girjasing, die zich het lot van de slachtoffertjes aantrok, was er voldoende bewijs dat De Graaf hen misbruikt had. De parlementariër had zich ook omstandig laten informeren over deze case en zich op basis van politierapporten en dossiers met het gynaecologisch onderzoek, een goed beeld kunnen vormen van de zaak. Het was voor hem daarom onvoorstelbaar dat het OM vrijspraak had gevraagd. “Ik ben blij dat de rechter alsnog in het voordeel van de slachtoffers heeft gevonnist.” Deze onfrisse case zal tot gevolg hebben dat ouders en verzorgers steeds minder geneigd zullen zijn hun kinderen in een kinderopvang te plaatsen. Het is volgens Girjasing van belang om de gedragingen van kinderen goed in de gaten te houden, zodat hen toch enige bescherming geboden wordt. De parlementariër is opgelucht dat de ‘Wet kinderopvang’ binnenkort in behandeling wordt genomen. Hij hoopt dat de ontwerpwet voldoende garanties biedt om dit soort situaties in het vervolg te voorkomen.