De Bond bij de Brandweer zegt bij monde van voorzitter John Seedorf geen enkele boodschap te hebben aan de minister van Justitie en Politie, Edward Belfort. Seedorf zegt dat de minister blijkbaar niet over voldoende informatie beschikte, waardoor hij niet de juiste antwoorden kon geven. Hoe wij onze overuurgelden besteden, gaat de minister niet aan. Het is een privéaangelegenheid van de persoon zelf, zegt Seedorf. De bondsvoorzitter zegt dat men niet moet praten over het inkorten van het meerwerk, maar over de onderbezetting van de verschillende kazernen. Er zijn afspraken gemaakt dat de subposten met tenminste 12 man per wacht bemand moeten worden. De hoofdkazerne moet 21 man hebben. Het probleem dat zich nu voordoet, is dat de ruimte van de repressieve diensten zijn ingenomen door dagdiensten. Deze zijn omgetoverd tot kantoorruimtes, waardoor je minder mensen in de kazernes krijgt. Aan de andere kant heeft de brandweer meer voertuigen gehad. Het probleem zal op de een of andere manier opgelost moeten worden, vindt Seedorf. Een optie is om een pand te huren om de dagdiensten onder te brengen, zodat de kazerne met meer brandweerlieden bemand kan worden. Hoe dit in zijn werk zal gaan, moet nog nagegaan worden omdat de communicatie met de korpsleiding heel stroef is. Voor dit jaar heeft de bond slechts één gesprek gehad met de leiding. De bond bruist van informatie, maar de leiding weigert om samen met de bond te werken naar een oplossing om het korps te versterken.
De minister heeft in zijn verantwoording afgelopen dinsdag in het parlement de slappe vertoning van de brandweer bij de bestrijding van de felle brand aan de Zwartenhovenbrugstraat volmondig erkend. Volgens de bewindsman zou dit ondermaatse optreden te wijten zijn aan miscommunicatie in het korps. De bewindsman probeerde te ontzenuwen dat het falend optreden te wijten zou zijn aan het gekortwiekte inkomen van brandweerlieden als gevolg van het besnoeien in hun meerwerk. Volgens Belfort zijn de overuren niet nodig, omdat brandweerlieden het gebruiken als aanvulling op hun salaris. De Juspol-bewindsman ging zelfs ver door aan te geven dat de korpsleden op een oneigenlijke manier hun salaris gebruiken, waardoor zij in geldnood komen te verkeren.