Er schijnt veel te zijn veranderd in Suriname. Vanuit deze plaats is vaker gepleit voor meer gevoeligheid vanuit de regering aangaande de rechten van inheemse en tribale volken. Daarbij werd steeds ervan uitgegaan dat er nog inheemse en tribale volken bestaan in Suriname. Wellicht hebben we ons in zekere mate daarin vergist. Ook in de Surinaamse context bekeken, moet het bij tribale volken gaan om een ‘distinct way of living’, een aparte manier van (voort)bestaan. Daaronder valt ook een bepaalde regeerstructuur oftewel een gezagsstructuur in de woongemeenschappen/dorpen, die erkend moeten worden door de centrale regering. In Surinaamse tribale woongemeenschappen hebben wij gezagsstructuren gehad. Uit een bericht met betrekking tot aanvallen op de politie die een crimineel wilde arresteren, blijkt dat gezagsstructuren tamelijk zijn gaan eroderen. In de vroegere situatie, waar er significante gezagsstructuren aanwezig waren, zou er voor een ontvluchte crimineel geen schuilplaats bestaan in het dorp. Nu is er niet alleen een schuilplaats, hij wordt daarbovenop met hand en tand beschermd door dorpsgenoten. In dit kader zijn twee aspecten zeer de moeite waard om te bespreken. Ten eerste is er een groeiende tendens in bepaalde gemeenschappen in het binnenland om de politie niet te accepteren als constitutionele autoriteit met plichten die ze niet kan veronachtzamen. Hetzelfde geldt voor militairen. Men tart de politie en de militairen die in het binnenland moeten opereren tot het uiterste. In deze moeten onze politiemannen van het Arrestatieteam gecomplimenteerd worden dat ze hun werk hebben gedaan en zonder verlies van levens zich hebben teruggetrokken naar Paramaribo na hun succesvolle missie. In de afgelopen jaren is de politie door gemeenschappen, die zich als tribaal presenteren, vaker aangevallen. Leden van die gemeenschappen hebben dat zelfs in de stad gedaan. Een tweede aspect betreft de stelling die al een tijdje wordt geponeerd met betrekking tot de verslaving aan geld die ook tot zogenaamde tribale gemeenschappen is doorgedrongen. De stelling luidt dat criminelen afkomstig uit de tribale gemeenschappen financiers zijn in hun dorp, een zogenaamde Robin Hood, weliswaar hier met het verschil dat deze Robin Hoods ook arme mensen hun weinige bezittingen afhandig maken. In ruil voor de middelen die in de stad worden beroofd van hard werkende mensen, zouden deze criminelen bescherming genieten van de dorpsbewoners waar ze gaan schuilen of ‘overwinteren’. Een zeer gevaarlijke tendens die de samenleving in enige mate kan opdelen.
Het lijkt er veel op dat er geen echte tribale gemeenschappen bestaan in Suriname. Als wij dit zeggen, beseffen wij wel degelijk dat er in het internationaal recht het principe van ‘zelfidentificatie’ is vervat, dat gemeenschappen het recht geeft om zelf te beslissen of ze tribaal zijn of niet. Maar het moet niet te gortig worden. De urbanisatie is niet gemeten, maar lijkt met grote stappen te zijn toegenomen. Men pendelt nu veel op en neer tussen Paramaribo en de dorpen. De dorpen zijn daarom niet leeg. Dat komt ook omdat de stedelijkheid ook doorgedrongen is in het binnenland door de aanwezigheid van bedrijven en bestuurscentra. Er zijn urbane gebieden in het binnenland. De televisie, radio en internet zijn aanwezig in de zogenaamde tribale gemeenschappen. Het vraagstuk van de rechten van inheemse en tribale volken moet in dit licht worden bezien. Stedelingen en geürbaniseerde personen moeten het systeem niet misbruiken om een deel van het land voor zichzelf te claimen en dit vanuit de stad te organiseren. De banden met de dorpsgemeenschappen zijn heel vaak nog aanwezig en zichtbaar in officiële stukken van de burgerregistratie, maar een groot deel van deze mensen zit al min of meer in Paramaribo en Wanica. Er zijn haarden in Paramaribo die zich profileren als de Amerikaanse getto, dus met een afkeer tegen de politie. Die cultuur van ageren tegen de politie wordt meegenomen naar het binnenland. De aanvallen op de politie in het betreffend dorp zijn een teken dat de stadsinvloeden te ver zijn doorgedrongen in het binnenland. Het is de verstedelijking die maakt dat de politie in de dorpen wordt aangevallen. De regering moet oprechtheid van beide kanten invoeren in de discussies die gaande zijn omtrent rechten van inheemse en tribale volken. De situatie zoals die nu is in 2012, is een andere dan die van 1970. Voorts is het de regering aangeraden om op het hele territorium haar gezag te doen gelden en duidelijk te maken dat de politie overal op het territorium mag optreden. Degenen die dat op Surinaamse bodem bemoeilijken, treden daarmee op tegen het staatsgezag. Tegen die personen die de politie aanvallen, moeten sancties worden getroffen. Het gettogedrag in het betreffende dorp is ontoelaatbaar.