Reeds aan het begin en in het laatste hoofdstuk van deel I van de bundel “Javanen en Politiek”, heb ik dit fenomeen beschreven en behandeld. Vandaar dat ik verplicht naar dit hoofdstuk verwijs, anders verval ik bewust in een onnodige herhaling. In mijn vorige verhandeling over de participatie van Javanen in de politiek is dit vraagstuk misschien op een iets andere wijze belicht en naar voren gebracht. Inderdaad wordt deze politieke eenheid niet bewust gestimuleerd. De vraag is nog steeds de kwestie van, ‘wie wordt de leider van de Javanen in Suriname’. Het moet in elk geval een persoon zijn die onder alle gelederen als voorbeeldfiguur aangewezen moet kunnen worden. Reeds heel lang is dit probleem manifest. De verschillende hindernissen, hordes worden wel regelmatig opgenoemd en aangekaart, maar het wordt nimmer eerlijk en oprecht besproken.
In de verschillende artikelen is dit aangehaald en soms is er ook een bepaalde denkwijze er aan toegevoegd, maar zij die het probleem werkelijk moeten helpen oplossen slaan er als het ware geen acht op. Noch de religieuze groep en noch de politieke voorgangers hebben ooit enige waarachtige vorm van toenadering opgemerkt of teweeg gebracht. Klinkende namen zoals die van Bapak Iding Soemita, Salikin Hardjo, Sadikin Djojoprajitno, Johannes Karijodimedjo, Samsie, Roeslan Ferdinand, Karsowidjojo, Willy Soemita, Ramin Amat, Rene Kaiman, Salam Somohardjo en de laatste jonge generatie politici zoals drs. Soewarto Moestadja, mr. Raymond Sapoen en drs.Oesman Wangsabesari zijn genoemd. Maar daar is het bij gebleven.
Pogingen werden en worden soms wel ondernomen, maar daar blijft het bij. Er is geen sprake van een definitieve aanpak van de materie. Pogingen zijn uitgegaan vanwege persoonlijke initiatieven en in groter verband zijn bekend die om te komen tot Satrya, Jawablok. De initiatieven van politieke partijen hebben geen duidelijk zicht gegeven om te geraken tot een groot geheel. Het gevecht om belangen suddert jaar in jaar uit. De veldwerkers worden moe en raken teleurgesteld. Over een tot twee jaren zullen zij weer worden opgeroepen om de kiezers te mobiliseren en motiveren. Hoe dan? Dat politieke belangen een grote rol spelen is een feit. Het eigen belang staat op de voorgrond. Invloeden van derden (politieke partijen), omkoperijen en de bekende tjuku’s die in de politiek een belangrijke rol hebben gespeeld nemen vaak de overhand. Na ruim 60 jaar van politieke participatie en het verwerven van politieke macht, zijn de leiders nog steeds niet tot het besef gekomen dat bundeling van krachten de macht van de groep verstevigt, niet alleen maar ook krachtiger maakt. De adat van de Javanen werd in de afgelopen periode van 60 jaar niet echt in praktijk gebracht. Loze beloften werden steeds gedaan aan de arme kiezers. Zij kregen bij verkiezingen slechts een korreltje van al hetgeen beloofd was. Soms een kleine benoeming / aanstelling als lagere ambtenaar en vaak ook enkele persoonlijke, niets zeggende voordeeltjes. De leiders zelf gingen met de grote buit ervandoor. Dat de politieke leiders debet zijn aan de huidige stand van zaken is bij een ieder bekend. Het wordt zelfs krachtig en met een grote mate van teleurstelling bevestigd. Toch willen de leiders het niet eerlijk toegeven totdat de achterban uit wanhoop beetje bij beetje, schoorvoetend een andere weg kiezen. Jammer maar de feiten liggen daar.