Vanuit de burgerij is naar aanleiding van het rapport ‘Onderwijsstatistieken, indicatoren en trends 2008 -2009’, samengesteld in opdracht van het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling (afdeling Onderzoek en Planning), aandacht via de media gevraagd van de regering. Het betreffend rapport legt duidelijk een link tussen tegenvallende schoolprestaties en de armoede die er bestaat in bepaalde buurten. Er is een commissie geïnstalleerd door de president, die onder meer als taak heeft een boost te geven aan het onderwijs. Het ultieme doel is betere prestaties op school. De meeste nadruk van de commissie heeft tot nu toe gelegen op leermiddelen en de ver-Surinamisering daarvan en de schoollokalen die, indien in voldoende mate aanwezig, zullen leiden tot kleinere klassen en betere onderwijsoutput. Wij kunnen ons de pilot herinneren die voor een aantal scholen is aangekondigd, waar de school langer open zal blijven voor naschoolse begeleiding in ruime zin. Pas om 17.00 uur zouden de kinderen op de betreffende scholen ‘vrij komen’. Wij hebben direct na het bekend worden van het project aangegeven dat uitvoeren hiervan zeer de moeite waard is. Wij gaven daarbij aan dat naast de onderwijsbegeleiding tot de meest essentiële elementen ook behoort de voeding waarvoor ook zou worden gezorgd. Dat deel moet niet worden onderschat. Het bovengenoemde rapport zou heel terecht aanhalen dat de hersenen van een mens minder goed functioneren bij een lege maag. Er zijn nog teveel kinderen in Suriname die met een lege maag lessen volgen, vooral in achterstandsgebieden. Dit heeft een directe impact op de schoolprestaties, wordt door de burgerij terecht gesteld. Er zijn wijken in Suriname waar kinderen op zoek gaan naar manja’s en kokosnoten. Soms gaat het om kinderen die in hun oorspronkelijke woonomgeving gewend waren om te plukken zonder zich te bekommeren om eigenaren van bomen, want die bestaan er in die gebieden niet. Bomen zijn collectief bezit of in niemandsland. Die naarstigheid waarmee naar kokosnoten en manja wordt gezocht en die direct worden opgepeuzeld, doet denken dat er zeer waarschijnlijk geen panklaar eten in huis beschikbaar is. Want ook in bepaalde wijken is te zien dat kinderen als ze brood halen, direct één uit de zak halen en het droog opeten. Het lijkt dan erop dat men niet kon wachten tot het moment dat er een lekker beleg erop was gezet. Maatschappelijke organisaties in het land moeten meer aandacht besteden aan de ondervoedingcijfers in het land. Daaruit blijkt dat kinderen die in een nieuwe omgeving terecht zijn gekomen, het meest lijden aan ondervoeding. Het is frappant dat in dezelfde gebieden kinderen over het algemeen vaker blijven zitten en minder presteren op school. Het project waarbij kinderen uit bepaalde scholen langer op school worden gehouden, moet worden voortgezet en worden uitgebreid. Het uitgangspunt moet zijn dat in principe een ieder op die bepaalde scholen verplicht is, om in belang van het kind, langer na te blijven. De mogelijkheid moet worden gelaten aan ouders om gemotiveerd een verzoek te doen aan Minov/het schoolhoofd om hun kind te ontslaan van die verplichting. Het verzoek moet dan grondig worden beoordeeld waarbij Minov/het schoolhoofd moet kijken naar een aantal dwingende voorwaarden. Is er adequate opvang thuis van 13.00 tot 17.00 uur? Is er een garantie dat het kind panklaar en voedzaam eten opgediend krijgt? Is er garantie dat het kind, indien nodig, voor schoolwerk assistentie kan vragen van een oudere die wat kan? Is er een garantie dat het kind toezicht heeft wanneer het zich zal bezighouden met sport en spel? Als er op al deze vragen zonder twijfel ‘ja’ kan worden geantwoord, dan moet het mogelijk zijn voor het schoolhoofd of Minov om de uitzondering te verlenen. Kinderen voor wie niet om een uitzondering wordt gevraagd, blijven lekker op school tot 17.00 uur. Wel moet rekening worden gehouden met kinderen die in degelijk georganiseerd verband artistiek bezig zijn (muziek, toneel etc.) of lid zijn van een sportvereniging. In dat geval moeten de betreffende ouder en de vereniging of club een verzoek voor vrijstelling doen en deze mondeling toelichten bij het Minov of het schoolhoofd. Het is van belang dat de gemeenschap doordrongen raakt van de relatie tussen een lege maag en slechte schoolprestaties. De overheid is al hiervan op de hoogte en moet haar beleid uitdiepen. Het moet duidelijk zijn dat het geld dat aan voeding en overuren aan leerkrachten besteed wordt absoluut geen weggegooid geld is. In de eerste plaats zullen de schoolresultaten beter worden. Kinderen uit kansarme buurten zullen ervan doordrongen raken dat de gemeenschap (de belastingbetaler) om hen geeft. Deze kinderen zullen vertrouwen krijgen in het systeem. Ze zullen langer in de schoolbanken blijven en meer productieve burgers worden. Door betere kansen op de arbeidsmarkt zal de armoede afnemen. De criminaliteit zal uiteindelijk dalen, waardoor onze samenleving in het algemeen leefbaarder wordt. Het project van langer op school blijven met voedzame voeding, zal alleen maar winnaars opleveren.