Door de minister van Justitie en Politie is spontaan midden in de vorige maand een campagne 15-15 gestart met betrekking tot de verkeersveiligheid. Wat ons betreft was het een experiment van de minister om te peilen hoe hard de stem (een dringende oproep) van een /deze minister van Justitie en Politie in Suriname kan doorklinken en uiteindelijk effect hebben op verkeersdeelnemers. De uitkomst is duidelijk, door roekeloos rijgedrag zijn voetgangers en bromfietsers het slachtoffer geworden. Eerder stelden wij dat de oorzaak van de aanrijdingen ligt in de inborst van de Surinaamse mens die zich op straat begeeft. Het gedrag op straat heeft voor een belangrijk deel te maken met verantwoordelijkheidsgevoel. Het heeft te maken met een mentaliteit om rekening te houden met andere mensen. In Suriname is deze groep burgers kleiner aan het worden en via de opvoeding is er dus nu sprake van een proces van neergang. De groep burgers die geen tijd heeft om mee te doen aan sociaal-maatschappelijke activiteiten in de buurt, maar wel urenlang voor de winkel kunnen zitten om bier te drinken bijvoorbeeld wordt ook groter. Het asociale neemt in Suriname toe en de trend zal zich voortzetten via de opvoeding. Onbewust wordt heel veel negatiefs meegegeven aan opkomende generaties. Wat het verkeer betreft, moet in deze gesteld worden dat het voor een deel ook ligt aan de staat van onze wegen. Die zijn soms te smal en alle verkeersdeelnemers moeten daarin hun plaats weten te vinden. De meest kwetsbaren worden dan het slachtoffer. Maar soms zijn het gewoon grote diepe gaten op het asfalt die dagen zo blijven. Veel straten in Suriname zijn slecht verlicht en auto’s kunnen veel schade ondervinden als ze vallen in een dergelijk gat. Een natuurlijke reactie is ontwijken en daar ontstaan veel ongelukken. Eerder stelden wij dat wij in het verkeer te maken hebben met cultuur en gewoonten. Soms hebben wij die jarenlang gezien in de auto’s, waarin wij meereden met voor ons belangrijke mensen, zoals oudere neven en nichten, oom en tantes, maar ook ouders. Dat komt in het systeem te zitten, zoals het op het nippertje nog rijden door oranje. Opvallend is dat op tv- en radioprogramma’s men heel goed weet te vertellen in algemene bewoordingen hoe het moet. De overtreders zijn dan altijd ‘de mensen’, waartoe degene die antwoord geeft, niet behoort.
Eerder maakten wij twee punten met betrekking tot de verkeersveiligheid, waaraan nog niet veel is gedaan. In de eerste plaats stelden wij dat de politie moet gaan geloven in de maximumsnelheden die wettelijk zijn gesteld. Er wordt niet daarop gecontroleerd bijvoorbeeld op de nieuwe geasfalteerde wegen in Wanica. De politie heeft er kennelijk moeite mee om eigen vrienden en familieleden in de districten aan te pakken. Zijn de maximumsnelheden wel realistisch? In elk geval moet men het controleren zodra die nog vaststaan. Overtredingen vinden aan de lopende band plaats, aan bijvoorbeeld de Pengelstraat, de Lachmonstraat, de Derbystraat en de Arronstraat. En het ligt niet aan de naam van de straten. Ondanks dat de overtredingen duidelijk zichtbaar zijn en constant, worden er geen boetes opgelegd. Het tweede punt dat wij maakten, is de attitude van bandeloosheid van autorijders. Dat is ook zichtbaar soms aan de auto. Drukpijpen hebben pas waarde als er veel gas wordt gegeven. Verwerpelijk eigenlijk dat er grote mannen in de samenleving zijn die zaken als ‘banden branden’ als een kiek gebruiken om geld te maken. Jonge toeschouwers zien en nemen over. Even verwerpelijk is de ‘car audio battle’, want men houdt het niet bij de battle. Men gaat door op straat en terroriseert hele buurten. De politie heeft tot zeer recentelijk niet opgetreden tegen deze milieuvervuilers. De dc Zuid-West Paramaribo noemde werkplaatsen, maar hij had eerst de auto’s moeten noemen en de open bussen waarin muziek met seksistische teksten worden afgedraaid voor kinderen die daarop tekeer gaan als wilden. De bedoeling van het beleid van de Surinaamse regering is om burgers te motiveren naar de werkplaatsen te gaan. De dc moet niet in het openbaar afgeven op de werkplaatsen. Hij kan eerder duidelijker zijn tegenover de burgers die van hun auto een discotheek hebben gemaakt. Het lawaai vanuit een auto geeft aan dat men geen rekening houdt met anderen, dat men zichzelf opdringt aan anderen, dat anderen plaats moeten maken voor hem wanneer hij aankomt. En als dat niet gebeurt, vallen er ongelukken. De politie moet daarom maatregelen treffen tegen personen die lawaai maken met hun geluidsinstallatie in de auto en tegen drukpijpen. Politieambtenaren moeten zich daaraan niet schuldig maken. Wat de werkplaatsen betreft, moet de dc boodschappen niet afgeven via de media, maar in overleg treden met de ondernemers die werkgelegenheid verschaffen. Die werkplaatsen verschaffen werkgelegenheid en helpen de armoede terugdringen. De dc moet zijn energie meer richten op straat waar men elkaar het graf in rijdt. Daar schort het nog een heleboel aan.