Uit de nationale pers heb ik vernomen dat de archeoloog drs. B.S. Mitrasingh binnenkort het massagraf van de slachtoffers van 1902 op plantage Mariënburg gaat zoeken. Enkele jaren terug heeft een stichting een monument op Mariënburg tot stand gebracht, waarbij op een plakkaat de namen van de slachtoffers gegraveerd zijn. Ik vind het een prachtig initiatief dat de Surinamer, de archeoloog Mitrasingh, bereid gevonden is om een naald in een hooiberg te zoeken. Gezien zijn kennis en deskundigheid, twijfelt niemand. Een man die zijn studie in Europa afgerond heeft en genoeg expertise in zich herbergt, zal zeker het massagraf naar boven kunnen brengen.
De ondersteuning van de overheid is een must De overheid, met name de minister van Binnenlandse Zaken, heeft zijn volledige medewerking toegezegd. Om dit onderzoek te doen zullen alle ministeries hun ondersteuning en medewerking moeten geven. Minister Soewarto Moestadja heeft concrete ondersteuning toegezegd, na afstemming met de vicepresident van de Republiek Suriname, de heer R. Ameerali. De formaliteiten moeten zo snel mogelijk door de minister van Binnenlandse Zaken afgerond worden, waardoor de archeoloog Mitrasingh aan de slag kan gaan. De projectdrager van Mariënburg, de heer Michel Sjak Shie, en de inwoners van Mariënburg in collectiviteit, moeten in de voorste linie staan om dit project de nodige ‘push’ te geven. Na 110 jaar is het nu echt hoog nodig dat deze strijders uit het massagraf worden gehaald en op een waardige manier op Mariënburg worden begraven.
Vertekend beeld van de geschiedenis
In de geschiedenisboeken lezen wij nog steeds dat de contractarbeiders (de koelie’s) de plantagedirecteur van Mariënburg, James Mavor, doodgekapt hadden en de militairen noodgedwongen waren om geweld te gebruiken om de orde en de rust op de plantage te brengen. Mensen komen niet zomaar in opstand. Zij komen in verzet, meestal wanneer ze radeloos zijn tegen onderdrukking. Wij willen geen oude wonden openmaken, maar de geschiedenis moet op de juiste en correcte wijze beschreven worden. Ook de geschiedenis van 8 december 1982 moet een keertje goed beschreven worden. Niemand gelooft immers het verhaal dat de mensen op de vlucht doodgeschoten zijn. Deze fabels moet men ons niet komen vertellen. Men moet geen aanslag plegen op de intelligentie van de Surinamers.
Geschiedenis bevrijdt ons van het verleden De afslachting van de contractarbeiders op Mariënburg in 1902 (110 jaar terug) moet een keer goed onderzocht en beschreven worden. Wij moeten lering trekken uit de fouten van het verleden. De koloniale machthebbers hebben handelingen gepleegd die niet goed te praten zijn. Wij moeten ook dit stukje geschiedenis goed afsluiten en het massagraf moet eindelijk naar boven gebracht worden. Vaker zegt men: “Onbekendheid met andere tijden dan de eigenen kan immers licht leiden tot bekrompenheid en domme herhaling”. Wij kijken uit naar de verrichtingen van de archeoloog en zullen zeker alles op de voet blijven volgen. Hardeo Ramadhin