In het occupatieprobleem dat recentelijk speelt, is naar voren gekomen dat het niet alleen gaat om personen die echt verlegen zitten om grond, maar ook personen die met geoccupeerd goed van derden, business willen drijven. Krakers houden appartementen erop na. De laatste dagen is er enorm veel te doen geweest rond het occupatieprobleem te Leiding 21. Dit gebied grenst aan Sunny Point en is jarenlang getypeerd met het occupatieprobleem. Gemeenschappen zijn bij bossen neergestreken in een gebied dat qua karakter heel anders was. Enkele keren zijn bussen gedirigeerd naar het gebeid op de dag waarop deadlines zouden verstrijken, toen de regering de occupanten kennelijk in een taal die zij niet helemaal machtig zijn, opriep om te ontruimen. Vrijwilligers hebben zich niet aangediend en met de mobiele eenheid lukte het daarna evenmin. Het occupatieprobleem is nooit grondig aangepakt door geen enkele regering. In veel landen is de urbanisatie een probleem dat speciale aandacht heeft gehad van de regering. Het is op gegeven moment ook op de internationale agenda gekomen, omdat er een druk ontstond op steden die niet altijd in staat waren om de nieuwe bewoners te accommoderen. Het ging om werkgelegenheid, gezondheid, onderwijs, huisvesting, sanitatie en uiteindelijk armoede. Urbanisatie is met dezelfde term nooit aangemerkt als een beleidspunt in het algemeen overheidsbeleid van Suriname. Wij kunnen veel leren van landen die met een urbanisatieprobleem hebben geworsteld. Er is geen zicht en geen beleid op de urbanisatie in Suriname. In de tussentijd zijn we wel bezig met gevolgen van de urbanisatie, zoals werkloosheid, groei van de informele sector, slechte huisvesting, criminaliteit en … occupatie. Het wordt echter nooit in het kader van de urbanisatie gebracht. Regeringen zijn steeds bezig geweest met de top van de boom, niet de wortel. Even leek het recentelijk erop alsof de urbanisatiediscussie eindelijk zou starten toen een DNA-lid het had over ‘het teruggaan van occupanten naar van waar zij zijn gekomen’. Er ontstond een commotie omdat het NDP-assembleelid zou hebben bedoeld dat de mensen terug moeten naar het binnenland. De parlementariër verduidelijkte vandaag dat de oproep aan de mensen was om de occupatie te laten en terug te gaan naar de voorgaande woonfaciliteit. Suriname kent simpel gesteld twee woonreservoirs: het stedelijk gebied en het niet-stedelijk gebied. Uit de overheidsadministratie moet simpel kunnen blijken hoeveel afschrijvingen er zijn geweest in het binnenland en hoeveel inschrijvingen in het urbane gebied. Dan gaan we dus ervan uit dat de personen die een groot deel van het jaar in het urbane gebied wonen, daadwerkelijk ook hun adres laten wijzigen. Dat is niet altijd het geval. Er zijn kinderen en in het urbane gebied opgegroeide volwassenen die nog steeds sommige CBB-zaken in het binnenland aandoen, dan wel naar het Sipaliwini-kantoor in de stad gaan. Uit de bevolkingsadministratie zijn dan geen demografische verschuivingen te merken. Demografische verschuivingen zijn historisch bekeken voorbodes van belangrijke gebeurtenissen. Waarom wordt er niet openlijk over urbanisatie gesproken? Het zou te maken kunnen hebben met een shift van politieke power en bedreigingen moeten dus niet zichtbaar zijn om de tegenstander in de kaart te spelen.
De NDP’er Misiekaba die zich duidelijk lieert en zich niet distantieert van de groep van krakers in het algemeen, heeft desalniettemin een heel duidelijke en consistente lijn gepresenteerd wat de occupatie betreft. Hij heeft de krakers zelfs in het Aucaans gewaarschuwd en opgeroepen om niet te kraken. Op verschillende fora heeft hij burgers ontmoedigd en dus geadviseerd om niet te occuperen. Hij is een stap verder gegaan door te stellen dat hij krakers die gemaakte afspraken aan een kant hebben gezet, niet zal helpen accommoderen met een oplossing. Misiekaba stelde heel duidelijk dat de bescherming niet alleen geldt voor burgers die een eigendomsgrond hebben, maar ook die met erfpacht en grondhuur. De parlementariër heeft benadrukt dat als andere personen kunnen wachten, de anderen ook moeten wachten. Dit wachten moet echter minder lang worden. Krakers geven heel vaak aan dat er burgers zijn in Suriname die teveel grond hebben. Sommigen stellen zelfs dat het niet toegestaan moet worden dat een burger in Suriname veel grond bezit, al is het eigendom. Dat is een vreemde houding en duidt op jaloezie. In het geval van Leiding 21 had de parlementariër een kleine groep occupanten afgebakend, om voor deze een oplossing te zoeken. Er was opgeroepen dat men niet meer moest occuperen. Het DNA-lid is ontstemd dat personen daarna toch hebben geoccupeerd. Het DNA-lid is geen voorstander dat de regering de geoccupeerde terreinen koopt en dit verdeelt onder de occupanten. De reden daartoe is dat er daardoor een verkeerd signaal zou worden gegeven. Het occuperen op zich moet verbannen worden. Er is geen noodtoestand in het binnenland. Wat wel beter moet in het binnenland is onderwijs en volksgezondheid. Als burgers ervoor kiezen om naar de stad te verhuizen, dan hebben die burgers daartoe de vrijheid. Het is een keuze die zij zelf maken. Echter, men moet eerst een woonfaciliteit regelen en daarna verhuizen naar de stad. Men kan niet eerst verhuizen en eenmaal in Paramaribo kijken waar een huis onbewoond is en deze kraken.
Het is heel positief dat een politicus, die in de taal van de betreffende groepen kan praten en steeds zegt ‘ den sma na mi sma’, duidelijk occupatie veroordeelt en de occupanten aanmerkt als verantwoordelijke burgers die ‘accountable’ zijn. Dat is een heel andere benadering dan DNA-leden die niet praten over het creëren van kavels, maar oproepen tot intrekken van terreinen die al bij burgers in beheer zijn. Daarom is het gerucht hardnekkig dat het occupatieprobleem geïnstrueerd wordt door partijen die stemmen vergaren uit de occupanten-gelederen. Daar herken je weer de cultuur van ‘hoe kan de andere zoveel hebben’. Het occupatieprobleem moet wettelijk worden aangepakt. Aan de andere kant moet de overheid een urbanisatiebeleid hebben en ervoor zorgen dat burgers huisvesting voor zichzelf kunnen realiseren eventueel met overheidshulp. Mensen uit de gelederen moeten het pad opgaan van parlementariër Misiekaba. Hij stelt hier een duidelijke boodschap en politici uit binnenlandpartijen moeten samenwerken met Misiekaba om het occupatieprobleem op te lossen. Het gaat niet alleen om stemmen vergaren, maar soms ook richting geven en opvoeden. Men moet het niet alleen overlaten aan Misiekaba.