‘Aan te tekenen dat Goede Vrijdag, Ied-ul-Adha, Divali en Sasi Suro als hoogtijdagen met een diepe religieuze achtergrond jaarlijks gevierd worden als herdenkingsdagen. Gegadigden / belijders zullen middels een door de permanente Adviescommissie Gedenkdagen uit te werken systeem in de gelegenheid worden gesteld om, indien gewenst – ongeacht de bedrijfsdrukte – met betaald verlof vrijaf te nemen om deze hoogtijdagen te kunnen vieren. Deze herdenkingsdagen worden niet gelijkgesteld met de zondag.’ Dit staat letterlijk in het rapport dat online is gepubliceerd. Dus door de commissie is inderdaad aanbevolen om de 3 dagen die recentelijk tot nationale vrije dag waren verklaard, af te schaffen. Op de religieuze dagen moeten de respectieve belijders van het geloof een verlofdag opnemen, welke verlofaanvraag door de werkgever moet worden gehonoreerd, ongeacht de bedrijfsdrukte. Ondanks de duidelijke afwijzing van de 3 dagen heeft een lid van de Adviescommissie daags terug bij hoog en bij laag beweerd dat de commissie niet heeft aanbevolen om het aantal nationale dagen terug te brengen. Dat betekent dat het lid dat bij een overheidsprogramma aan het woord is, niet staat achter het rapport van de Adviescommissie. Of is hij niet op de hoogte van wat er in het rapport staat. Of meet hij zich de bevoegdheid aan om het rapport ‘bij mondelinge akte’ te wijzigen en wel in zijn eentje. Uit de uitleg op de radio kwam voorts duidelijk naar voren dat de commissie bevoordeeld, dus niet beïnvloed door hetgeen men heeft aangehoord en bestudeerd tijdens de werkzaamheden, tot aanbevelingen is gekomen. Een stukje onwaarheid en verwarring is toch ontstaan na het optreden van het lid.
Na lange beraadslagingen, diepgaande discussies met uiteenlopende opvattingen over het aantal in te stellen vrije dagen, uit de consultaties en het gehouden seminar werd door de Adviescommissie het hierna volgende model van in te stellen nationale vrije dagen gepresenteerd, met herziening van het bestaande schema van 15 dagen en vervanging hiervan. De Adviescommissie heeft een onderscheid gemaakt tussen herdenkingsdagen en gedenkdagen. De commissie vindt het wenselijk het verzoek van de Federatie Javanisme Suriname om Sasi Suro als vrije dag in te stellen, gedaan vanaf 2000, te honoreren. Ook pleit de commissie voor de inwilliging van het verzoek van de Suriname Chinese United Association om het Chinees Nieuwjaar ook in ons land, naast de 100 andere landen waar dit reeds het geval is, te verheffen tot nationale gedenkdag. Nu frons je je wenkbrauwen omdat het commissielid stelde dat niet gekeken is of moet worden wat in het buitenland gebeurt. We moeten naar onze situatie kijken. Vreemde uitspraken van het commissielid. Aanbevolen wordt door de commissie om het bestaande schema van 15 nationale vrije dagen te herzien en te vervangen met een schema van 13 nationale gedenkdagen en 4 nationale herdenkingsdagen. Het gaat dus om Eerste Kerstdag, Tweede Kerstdag en Tweede Pasen. Goede Vrijdag wordt een herdenkingsdag staat letterlijk in het rapport. Het gaat verder om Holi Phagwa. Divali wordt een herdenkingsdag. Verder
Id-Ul-Fitr en Iedul-Adha wordt een herdenkingsdag.’Sasi Suro wordt ingesteld als herdenkingsdag’, staat in het rapport. Dit zijn de religieuze vrije dagen. De nationale vrije dagen zijn Keti Koti Dei, Onafhankelijkheidsdag, Dag der Inheemsen en Dag der Marrons. Chinees Nieuwjaar wordt ingesteld als nationale gedenkdag. De commissie merkt Dag van de Arbeid en
Dag van Bevrijding en Vernieuwing (25 februari) aan als ideologisch geïnspireerde vrije dagen. Nieuwjaar is volgens de commissie een algemene vrije dag.
Aan te tekenen dat Goede Vrijdag, Ie-dul-Adha, Divali en Sasi Suro als hoogtijdagen met een diepe religieuze achtergrond jaarlijks gevierd worden als herdenkingsdagen.
De commissie beveelt aan dat voortaan wordt gesproken van gedenkdagen in plaats van vrije dagen en dat er herdenkingsdagen worden geïntroduceerd.
Bij de planning van de nationale gedenkdagen dient ruime aandacht besteed te worden aan het effect op het onderwijs: zowel wat betreft de data (voor zover mogelijk binnen de vakanties) als voor wat betreft de repetities, examens en overige schoolonderzoeken, stelt de commissie.
‘Aan specifieke groepen kunnen herdenkingsdagen worden toegekend, bijvoorbeeld Id-Ul-Fitr behouden als gedenkdag en Ied-ul-Adha als herdenkingsdag. Zo ook Holi behouden als gedenkdag en Divali als herdenkingsdag’, staat in het rapport. Dat de belijders van de religie als een ‘specifieke groep’ worden aangeduid, dus los van het geheel, geeft aan met welke mindset de commissie haar advies heeft geformuleerd. Dat blijkt uit deze aanbeveling: ‘Dag van immigratie kan worden ingevoerd voor een ieder als vervanging van bestaande dagen’.
Waarom dient er zwaar getild te worden aan hetgeen de commissie heeft aanbevolen? Omdat het te maken heeft met de inrichting van de samenleving waarin een aantal cultureel enigszins verschillende groepen willen blijven voortbestaan. Het gaat om het idee dat de Staat voorstaat wanneer het gaat om integratie en het hechter worden van de nationale banden. Dus het draait ook om de erkenning. Wanneer men nu vanuit een persoonlijke perceptie en niet op basis van gerede gevoelens van culturele groepen, aanbevelingen doet, dan kan dat geïnterpreteerd worden als het distantiëren van de Staat van bepaalde culturele groepen. Temeer kan deze indruk ontstaan als men nalaat om het universele en nationale karakter van bepaalde dagen te accepteren en zich daarover niet eens laat informeren of die informatie ter zijde legt. Met googlen kan je een beeld krijgen, maar geen complete. In de eerste plaats wordt betreurd dat een lid van de commissie het afwijzen van drie dagen achteraf ontkent, terwijl het er duidelijk staat. In de tweede plaats wordt betreurd dat men een richting op wil gaan met de samenleving die door de Unesco en andere VN-organen allang zijn afgewezen. Een andere keer gaan wij dieper in op de criteria en hoe de samenstellers daarvan deze direct ter zijde hebben gelegd bij het doen van hun aanbevelingen.