Onze volksvertegenwoordigers hebben wel recht op een pensioenuitkering, maar hebben de plicht niet om pensioen te storten. Dat zegt de parlementariër Shailendra Girjasing. ‘Wie recht heeft op pensioen heeft ook de plicht om te storten’, vindt hij. Hij hekelt het feit dat juist de DNA-leden deze plicht niet hebben, terwijl ze als voorbeeld dienen voor de rest van de samenleving. DNA-leden die een termijn het land hebben gediend, krijgen 50% pensioen en wel vanaf hun 55ste verjaardag tot de dood. Leden die 10 jaren in het parlement hebben gezeten, genieten 100% pensioen.
Girjasing vindt het ook onredelijk dat de pensioenen tot de dood worden uitgekeerd. ‘De leden hebben recht op een pensioen tot wanneer ze het land hebben gediend en niet langer. De DNA-leden hebben een riant inkomen, dus ik vraag me af waarom ze geen pensioen kunnen storten, terwijl alle ambtenaren en een ieder ander dat wel verplicht is te doen’, redeneert hij. Bovendien hebben de meeste DNA-leden ook nog een baan binnen het overheidsapparaat. De volksvertegenwoordiger begrijpt des te minder waarom er geen betere regeling is voor de parlementariër. ‘Elke parlementariër moet eerst pensioen storten en dan maakt hij aanspraak op pensioen en wel zolang hij volksvertegenwoordiger is’, eindigt Girjasing.
Seshma Bissesar